Deze houding ziet er heel gemakkelijk uit maar kan toch zeker een uitdaging zijn wanneer er stijfheid is in de spieren. Om in deze houding te komen moeten veel spieren zich verlengen. Wanneer er sprake is van stijfheid in de spieren kan het lastig zijn om goed te ademen waardoor deze asana een grote uitdaging kan geven. Deze tips helpen je om de Kindhouding met meer gemak te doen!
Wat is de Kindhouding?
Dit is basishouding; geknielde vooroverbuiging. In yogajargon heet deze houding “Balasana”. Bala betekent ‘jong, kinderlijk, nog niet volgroeid’. Door de vooroverbuiging drukt de zwaartekracht het lichaam dieper in de houding. De uitdaging in deze asana is het voorhoofd op de grond brengen en de zitbotten richting de hielen. Doordat de borstkas rust op de bovenbenen wordt de beweging van de adem richting de buik en het voorste deel van de ribbenkast beperkt. Wanneer de rug soepel is, kan deze op de inademing meer uitzetten en wordt er minder druk ervaren op de borstkas en een optimale strekking van de gehele wervelkolom.
Wat is het effect van de Kindhouding?
De gehele wervelkolom en met name de dorsale rug rompspieren worden gesterkt net als de hamstrings. Ook de grote bil- , voorste scheenbeen-, en kuitspier worden verlengd en de teengewrichten losgemaakt. Wanneer er stijfheid is in het heupgewricht en onderrug kan het een uitdaging zijn vrij te ademen in deze houding. Om ontspanning te ervaren is het doel om zoveel mogelijk op de inademing de rug bol te maken zodat de ademhaling gemakkelijker gaat.
Zo doe je de Kindhouding
Ga zitten op handen en knieën en plaats het voorhoofd op de grond. Strek de armen naar achteren langs het lichaam, handen richting de voeten. Laat de borstkas rusten op de boven benen en duw de zitbotten richting te hielen. Op de inademing wordt de rug bol gemaakt waarbij de zitbotten blijven op de hielen.
Alternatieven
Wanneer de onderrug of heupen stijf aanvoelen kunnen de volgende alternatieven helpen:
- Plaats een kussen op je enkels en laat de zitbotten daarop rusten.
- Plaats een kussen op de grond om daar het hoofd op te leggen wanneer deze niet de grond raakt.
- Als tussenstap kan het fijn zijn de handen op de grond ter hoogte van de schouders te plaatsen ter ondersteuning.
Hoe rustiger de ademhaling, hoe meer de spieren en gewrichten kunnen ontspannen en de houding gemakkelijker gedaan kan worden.