Dit is Tessa! Tessa wil, net als NiceDay, het taboe rondom mentale problematiek doorbreken. Daarom heeft ze in samenwerking met NiceDay een aantal vlogs gemaakt waarin ze open vertelt over haar ervaringen met depressie, angst en burn-out. Voor deze problemen is zij in behandeling geweest, onder andere via NiceDay. In haar vlogs zie je hoe dat is gegaan en hoe ze het heeft ervaren. Vandaag delen we vlog 2 met je! Wil je meer van Tessa weten? Bezoek dan haar Youtube-channel en Instagram.
Dit is Tessa! Tessa wil, net als NiceDay, het taboe rondom mentale problematiek doorbreken. Daarom heeft ze in samenwerking met NiceDay een aantal vlogs gemaakt waarin ze open vertelt over haar ervaringen met depressie, angst en burn-out. Voor deze problemen is zij in behandeling geweest, onder andere via NiceDay. In haar vlogs zie je hoe dat is gegaan en hoe ze het heeft ervaren. Vandaag delen we vlog 1 met je! Wil je meer van Tessa weten? Bezoek dan haar Youtube-channel en Instagram.
De eerste paniekaanval komt onverwacht, maar daarna ontstaat de angst voor herhaling. Je bent bang om in situaties terecht te komen waarin je een paniekaanval niet meer kan voorkomen en start met het vermijden van deze situaties. Hoe langer je wacht om paniekaanvallen te behandelen, des te meer symptomen je gaat ervaren en des te meer het je leven zal ontregelen. Maar hoe kan je hier het beste mee omgaan? We leggen het je uit.
Controle en bewustwording
Hoe harder je probeert om de paniekaanvallen in de toom te houden, hoe moeilijker het wordt. De focus op het probleem wordt groter, waardoor je jezelf er wellicht in laat meeslepen. Probeer in de plaats daarvan de angst los te laten en zoek afleiding. Maar let op, dat betekent niet dat je angstige situaties moet vermijden. Ben je bewust van het probleem en bereid jezelf voor op een eventuele nieuwe aanval. Schrijf voor jezelf op hoe je je voor, tijdens en na een paniekaanval voelt. Ga de confrontatie aan met jezelf en bedenk wat jij kan doen om de situatie te veranderen.
Rust en mindfulness
Als je wel eens een paniekaanval hebt gehad, weet je waarschijnlijk wel hoe beangstigend het kan zijn om alleen te zijn op zo’n moment. Tijdens een paniekaanval verlies je vertrouwen in jezelf en snak je naar een andere vorm van controle. Vertel iemand die je goed kent over je paniekaanvallen en vraag of hij of zij je wil steunen op zo’n moment. Op deze manier kan het minder beangstigend zijn om de confrontatie met paniek aan te gaan.
Ook mindfulness kan je helpen paniekaanvallen onder controle te krijgen. Mindfulness helpt jou je ademhaling onder controle te krijgen en geeft je de mogelijkheid om angsten in perspectief te zien. Zijn de angstgevoelens wel op z’n plaats (of praat je het jezelf aan)? Zet al jouw gedachten op een rijtje en wees rationeel. Daarnaast is, wanneer je last hebt van paniekaanvallen, je ademhaling hoogstwaarschijnlijk niet goed. Spanning in je lichaam heeft namelijk een heel groot effect op je ademhaling, waardoor je ademcapaciteit tot wel 30 procent kan verminderen. Extra focus op je ademhaling kan dus zeker geen kwaad, doe bijvoorbeeld deze oefening.
Leefstijl en cafeïne
Als je niet lekker in je vel zit, ben je kwetsbaarder. Een gezonde leefstijl houdt je hormoonhuishouding in balans. Eet gezond, beweeg voldoende, ga op tijd naar bed en zorg voor genoeg ontspanning. Probeer ook niet te veel cafeïne houdende dranken te drinken, de lichamelijke effecten van cafeïne maken je namelijk gevoeliger voor een paniekaanval.
Paniekaanval voorkomen
Misschien schaam jij je voor je paniekaanval, of geloof je dat het iets tijdelijks is. Toch kun je beter hulp zoeken voor je problemen, samen sta je sterker dan alleen! Een psycholoog kan jou helpen de oorzaak van paniekaanvallen te achterhalen en zoekt samen met jou naar oplossingen. Klik hier voor meer informatie over hulp via de NiceDay app.
De laatste tijd zit je steeds minder lekker in je vel. Je voelt je vaak somber, je hebt weinig energie en je slaapt slecht. Bovendien merk je dat je je voortdurend gespannen voelt en je hebt last van onverklaarbare fysieke klachten als hoofdpijn, rugpijn of misselijkheid. Je besluit naar de huisarts te gaan, en die verwijst je door naar de psycholoog. De psycholoog raadt je aan om het wat rustiger aan te doen op je werk, en vraagt of je voortaan iedere week tijdens kantooruren langs kunt komen. Maar hoe kun je dit nou het beste vertellen op je werk? Zullen ze je wel serieus nemen? Je bent namelijk niet ‘echt ziek’, toch?
Arbeidsongeschikt
Het is nog niet zo lang geleden dat mensen met psychische problemen bijna automatisch arbeidsongeschikt werden verklaard. Nog steeds heersen er veel vooroordelen over dat mensen met psychische klachten of aandoeningen hun werk niet aan zouden kunnen en vaak ziek zouden zijn. Er wordt aan je getwijfeld als persoon. Best logisch dus dat veel mensen hun psychische aandoening of ziekte nog steeds liever verzwijgen op hun werk.
Open zijn over je psychische klachten op het werk
Het beste voor je herstel is het om toch open te zijn over je psychische klachten op je werk. Op deze manier kan er rekening mee gehouden worden en kun je hulp krijgen bij je psychische problemen, wat goed is voor het herstel. Wat hierbij kan helpen is om hier eerst over te praten met een collega waar je goed mee op kunt schieten. Deze collega zal je waarschijnlijk begrijpen en steunen. Dit maakt de drempel lager om het vervolgens aan je baas en eventueel andere collega’s te vertellen.
Wat vertel je je baas?
Voordat je het aan je baas gaat vertellen, zijn er een aantal tips die je mee zou kunnen nemen. Bedenk als eerste goed wat je precies wil zeggen en schrijf dit eventueel op van tevoren. Denk ook na over wat jij nodig hebt binnen je baan voor je herstel. Maak hier duidelijke afspraken over en laat je niet overhalen om iets te doen waar je niet helemaal achter staat. Wil je bijvoorbeeld werken aan minder projecten, minder verantwoordelijkheden, of juist meer focussen op wat je echt leuk vindt binnen je baan? Wie weet kun je ook wat minder gaan werken als dit je helpt. Wees niet bang om dit eerlijk met je baas te bespreken, je baas wil namelijk ook graag dat je snel herstelt. Dit is namelijk alleen maar goed voor je productiviteit! Misschien kan je baas je ook wel helpen met het vertellen aan andere collega’s als je dat fijn zou vinden, bijvoorbeeld tijdens een meeting of in een e-mail. Dit zorgt in de meeste gevallen voor begrip. Durf dit aan hem of haar te vragen! Wie weet zijn er wel meer collega’s met psychische klachten en kunnen jullie elkaar helpen.
Wat te doen bij een negatieve reactie?
Misschien ben je wel bang dat je baas negatief gaat reageren op je psychische klachten. Probeer in dit geval je in te leven in zijn rol: hoe zou je zelf reageren als je in zijn positie had gestaan? Waarschijnlijk was je alleen maar bezorgd geweest over je werknemer. Hou dit in je achterhoofd tijdens het gesprek. Toch zou het kunnen dat zijn eerste reactie niet zo positief is als je had gehoopt. Wees je ervan bewust dat aan de buitenkant niet te zien is hoe jij je voelt. Misschien vindt je baas het moeilijk om te begrijpen dat je met jezelf in de knoop zit. Probeer de situatie daarom zo goed mogelijk uit te leggen. Geef hem verder genoeg tijd om te reageren. Waarschijnlijk moet hij het even laten bezinken en staat hij er later weer anders in.
Psychische problemen en werk: gaat dit samen?
Als laatste, bedenk je dat werk ook juist enorm veel kan helpen bij het herstellen van psychische problemen. Werk biedt structuur, sociale contacten en waardering, allemaal punten die enorm kunnen bijdragen aan psychisch herstel en kwaliteit van leven. Vanaf 2013 wordt er steeds meer gedaan om mensen met een psychische beperking aan het werk te krijgen en aan het werk te houden, en wordt er steeds vaker over gepraat. Gelukkig worden hierdoor psychische problemen steeds meer begrepen en ondersteund op de werkvloer. Open zijn over je klachten kan enorm helpen in het creëren van begrip bij je baas en je collega’s. Op die manier kan er meer rekening met je gehouden worden als je bijvoorbeeld wat minder zou willen werken of wat minder zware opdrachten zou willen doen. Soms gaan psychische problemen en werk wél samen!
NiceDay app
Plan in je Daily Planner wanneer je je psychische klachten zou willen bespreken met je baas en/of collega. Schrijf op in je Dagboek wat je zou willen bespreken in het gesprek en wat je moeilijk vindt.
Over de hele wereld zijn er ongeveer 70 miljoen mensen die stotteren. 22 oktober is de dag dat er extra aandacht wordt gevraagd voor spraakgebreken. Sinds 1998 wordt er jaarlijks op deze dag de ‘Wereldstotterdag’ georganiseerd. Elke landelijke organisatie die verbonden is met de International Stuttering Association kan deze dag op hun eigen manier invullen.
Wat is stotteren?
Stotteren wordt omschreven als spraak die gekenmerkt wordt door veel voorkomende herhalingen, verlengingen van klanken, lettergrepen of woorden, of door veelvoorkomende aarzelingen en/of pauzes. Deze verschijnselen komen langdurig (minstens drie maanden) voor en zijn zo erg dat het de vloeiendheid van de spraak duidelijk verstoort. In deze omschrijving wordt de meest voorkomende vorm van stotteren besproken, namelijk het ontwikkelingsstotteren.
Effect op je mentale gezondheid
Stotteren kan hoorbaar zijn, dan treden er blokkades, herhalingen en ongewilde pauzes tijdens het spreken op. Het kan bovendien ook zichtbaar zijn, dan zijn er bijvoorbeeld meebewegingen in het gezicht of ledematen van iemand te zien. Daarnaast kan het ook niet merkbaar en dus verborgen zijn. Spreekangst, schaamte, het vermijden van moeilijke woorden en minderwaardigheidsgevoelens, depressieve gevoelens kunnen hierbij een grote rol spelen. Vooral de verborgen symptomen kunnen leiden tot leerproblemen, minder presteren en psychosociale problemen.
Wat is de oorzaak van stotteren?
Er is niet één specifieke oorzaak te noemen. Er is wel veel bewijs gevonden voor het genetische aspect van stotteren, er is dus meer kans op de ontwikkeling van stotteren als stotteren in de familie voorkomt. Spreken is een ingewikkeld proces van timing en coördinatie van ademhaling en veel spieren die gestuurd worden door de hersenen. In dit complexe proces gaat bij iedereen wel eens iets mis, maar bij iemand die stottert is er sprake van problemen in de timing en coördinatie van dit proces. Gebrek aan taalvaardigheden en de mate van concentratie kunnen ook een rol spelen bij stotteren.
Situationele factoren
Stotteren wordt vaak uitgelokt door stress. Iemand die stottert zal dan ook vooral haperen als hij/zij gespannen is. Er is een zwakke aanleg voor de timing van spraakbewegingen en dit heeft invloed op een snellere ontregeling van het spreken. Spanning of angst zet de spraakspieren onder een nog meer grote spanning.
Echter hoeven situationele factoren niet altijd invloed te hebben, het hangt af van de persoon zelf. Bij de één is het stotteren altijd constant en bij de ander is het wel sterk gekoppeld aan bepaalde situaties en/of personen.
Advies voor de luisteraar
Let vooral op wàt er gezegd wordt en niet op de manier hoe het gezegd wordt. Gedraag je als hoe je met ieder ander praat. Wat je vooral moet laten is luider of breedsprakig praten. Je kan ook nagaan bij de desbetreffende persoon of hij/zij aangevuld wil worden. De persoon kan op deze manier zelf aangeven of hij/zij dit prettig vindt, meestal wordt het aanvullen niet op prijs gesteld.
NiceDay app: Stotter jij zelf of ken je iemand die stottert? Schrijf erover in je dagboek in NiceDay.
Soms ben ik mijn angstige bestaan zo zat. Dan verlang ik naar een normaal leven.
Laatst kreeg ik een e-mail van mijn vriendin met een verwijzing naar een lezing waarvan zij dacht dat ik die wel interessant zou vinden. Lezing Herstel en Filosofie, verzorgd door het kenniscentrum Phrenos. Een van de sprekers is de mij bekende filosoof Paul Moyaert. Hé, leuk, ja daar wil ik heen, dacht ik direct enthousiast. Mijn intellectuele geest ontwaakte vrolijk. Direct voelde ik een pijnlijke knoop in mijn maag. Het bloed trok uit mijn hoofd en misselijk zat ik vastgenageld op mijn stoel.
Graag willen maar niet kunnen
Gedeprimeerd besefte ik weer hoe mijn angststoornis het me zo vaak onmogelijk maakt om gewoon mijn leven te leven, te doen wat ik graag wil en te kunnen genieten. Dat is zo frustrerend en mateloos vermoeiend. Maar na gespartel, tranen en heel veel steun van mijn vriendin ging ik gelukkig toch naar die lezing!
Lezing Paul Moyaert
Overbewust, met pijn in mijn buik liep ik houterig de zaal binnen. Natuurlijk was ik abnormaal vroeg. Ik verborg mijn angstige blik, ging in de nog haast lege zaal zitten en wachtte. De gastheer was Wouter Kusters, ook een bekende, en hij leidde Paul Moyaert in. Toen deze Vlaamse denker begon ging mijn aandacht geheel uit naar zijn verhaal en ebden de angst weg.
Herstel
Vol vuur legde hij uit dat het begrip ‘herstel’ weliswaar bedoeld is om minder vanuit de ziekte te denken, maar nog steeds een woord is dat impliciet verwijst naar wat als normaal gedacht wordt. Herstellen is immers een beweging terug naar weer gewoon doen, weer normaal zijn, je weer oké voelen. Op die manier blijft de herstelbeweging en het hersteldenken toch nog gevangen in het medische spreken. Een spreken van ziekte als afwijkend en abnormaal, met genezing als enige weg.
Kritiek op de DSM-V
Moyaert’s kritiek op de DSM-V is dat de symptomen en diagnoses in negatief geformuleerde termen beschreven zijn. In termen dus van wat iemand niet meer goed kan doen, dat iemand niet meer normaal kan denken of dat het voelen van een ziekte niet meer in balans is. Elke diagnose wordt bepaald vanuit een tekort, een afwijken, vanuit wat abnormaal en ongezond is. En dat is volgens Moyaert een intellectuele armoede van het hele DSM project. Hiermee doen we de persoon met een aandoening geen recht.
Hoe dan wel?
Zijn boodschap was kort gezegd dat we zouden moeten proberen om symptomen, diagnoses en ervaringen in positief geformuleerde termen uit te drukken. Dat we degene met een aandoening moeten begeleiden, helpen en steunen vanuit wat hij of zij doet, voelt, denkt en zelf meemaakt. Dat de persoon vanuit de eigen mooie en minder mooie kwaliteiten wordt geholpen om zich staande te houden, zich te kunnen ontwikkelen en om diens kwaliteit van leven te leren verhogen. Hierdoor hoeven mensen met een aandoening zich niet meer abnormaal te voelen of zich buiten de normale wereld gesloten te voelen. Zo kunnen we vanuit ons eigen leven leren leven met ons eigen leven.
Mijn eigen normaal
De inspirerende lezing van Paul Moyaert eindigde en de pauze brak aan. Al die mensen vielen direct weer mijn bewustzijn binnen. Angst greep me wederom naar de keel en ik wilde vluchten. Maar dat zou niet normaal zijn, zo halverwege weg te gaan. Plots dacht ik geheel verlicht: dat is prima jongen, om halverwege weg te gaan. Voor jou is dat niet abnormaal. Je hebt immers te worstelen met je angsten. En kijk, je bent het huis uit en naar een interessante lezing gegaan, helemaal alleen! Je hebt iets gedaan wat je waardevol en leuk vindt, hoe moeilijk dat ook voor je is. Je hoeft niet te doen wat andere mensen normaal vinden, je kunt ook voldoen aan je eigen normaal en nu gewoon lekker weggaan, je veilige huis opzoeken. Het is goed zo.
Op woensdag 10 oktober staat niet alleen in Nederland, maar ook in de rest van de wereld in het teken van de psychische gezondheid. De World Health Organization heeft deze dag namelijk uitgeroepen tot World Mental Health Day: de dag van de mentale gezondheid. Dit jaar staat het thema “jonge mensen en psychische gezondheid in een veranderende wereld” centraal.
Nu is het in Nederland best goed gesteld met de psychische gezondheid. Vanaf 12 jaar en ouder zegt bijna 89% zich psychisch gezond te voelen. Bij jongeren gaat het zelfs nog beter: van de jongeren tussen de 12 en 16 jaar zegt 95% zich psychisch gezond te voelen. Dit zijn mooie percentages, dus waarom is zo’n speciale dag dan nog steeds nodig?
Wat betekent ‘psychisch gezond’?
De bovenstaande getallen zeggen wel iets, maar het zegt niet alles. Het begrip ‘psychische gezondheid’ is namelijk lastig te omschrijven. Het kan bijvoorbeeld zijn dat je niet zo lekker in je vel zit, maar toch zegt je in het algemeen psychisch gezond te voelen. Zo toont onderzoek onder onze lezers aan dat 82,5% last heeft van mentale klachten, terwijl slechts 49% daarvan aangeeft mentale problemen te ervaren.
Verder hoef je psychische problemen niet noodzakelijk je hele leven te hebben. In Nederland heeft 43,5% wel eens last gehad van psychische klachten. Ook heeft maar liefst 34% tot 50% van de Nederlandse bevolking een verhoogd risico op het ontwikkelen van een angststoornis of depressie. Het is goed om je daar bewust van te zijn, zodat hier iets aan gedaan kan worden!
Jongeren en psychische gezondheid
Veel jongeren hebben last van psychische klachten zoals stress, piekeren en slapeloosheid. Een oorzaak hiervan is bijvoorbeeld het altijd online staan via social media als Whatsapp en Instagram. Steeds meer Nederlandse jongeren hebben een gameverslaving of hebben last van problematisch social media gebruik. Daarnaast komt dat maar liefst de helft van alle mentale stoornissen starten rond je veertiende. Preventie op jonge leeftijd is daarom heel belangrijk. Het probleem herkennen en bespreekbaar maken is de eerste stap.
Een speciale dag
Niet gek dus dat er een dag in het jaar is uitgeroepen om na te denken over je psychische gezondheid. Een landelijke dag kan helpen om psychische problematiek bespreekbaar te maken en het taboe te doorbreken. Ook zorgt het voor meer bewustzijn. Het is natuurlijk een mooi moment om eens stil te staan bij jouw eigen mentale gezondheid, ook op de momenten dat je je wel goed voelt. Daar mogen we best wel dankbaar voor zijn!
NiceDay: Sta stil bij jouw mentale gezondheid, door bijvoorbeeld in het NiceDay dagboek op te schrijven hoe het met je gaat. Schrijf ook de positieve dingen op!
Dit is het vervolg op dit artikel. Schoorvoetend reden we over dat veld. Ik voelde al die ogen op ons gericht en kreeg het super benauwd. In een hoekje parkeerden we de bus en zetten schuchter ons kamp op. Met de rug naar de anderen schuilden we achter onze bus. Zolang we daar zaten was er niet veel aan de hand en vergaten we zelfs dat er ook nog anderen waren. Maar je kunt het niet ontwijken. Naar de wc gaan of water halen: je loopt houterig langs al die mensen, mensen die altijd wel kijken, knikken, iets zeggen of zelfs een heel praatje willen houden. De spanning liep op en op en op. Ik probeerde het te verdragen, te incasseren, van me af te laten glijden, te negeren. Maar dat lukt natuurlijk niet echt.
Paniek
In de middag gingen we met de bus, de omgeving in om daar een grote wandeling te maken. Dat was fijn. We ontspanden ons en voelde weer de vrijheid, stilte en rust die we blijkbaar zo hard nodig hebben. We konden weer onszelf zijn en waren voorzichtig weer gelukkig. Totdat we terug bij de bus waren en we terug naar de camping zouden gaan. Donkere wolken pakten zich al samen. Ik startte de bus maar nog geen honderd meter verder verstarde ik, wist niet meer waar ik heen moest en paniek barstte in me uit. Ik zette de bus langs de kant van de weg. Gespannen en met strakke ogen keek ik voor me uit. Wat is er, vroeg mijn vriendin en het huilen begon. Machteloos zat ik gevangen in mijn angst. Ik kon het gewoon niet meer aan.
Je kunt altijd weg
Mijn vriendin, de lieve schat, troostte me en herinnerde me aan de regel die we met elkaar hadden afgesproken: als een van ons het niet meer trekt, gaan we gewoon weg, zonder vraag, gezeik of gezeur, gewoon boeltje oppakken en naar huis. Door mijn tranen heen zag ik haar begripvolle lach. De acceptatie, veiligheid en liefde gaven me weer de grond onder mijn voeten.
Ik startte de bus en we reden met bevrijd hart naar de camping. De paniek was gesust, de beklemming verdwenen zonder me schuldig of zwak te voelen. Dat doen wij zo goed. Daar ben ik best wel trots op. Hoe goed het ons keer op keer lukt om met mijn angsten of haar autisme om te gaan. We accepteren niet alleen hoe we zijn, maar zeggen volmondig ja tegen elkaar met onze storing, onze beperking en onze problemen. Geven elkaar onvoorwaardelijke veiligheid waardoor we kunnen zijn wie we zijn, dingen doen of iets nieuws uitproberen. We vinden het niet erg als dat dan misloopt. Onvoorwaardelijk ook is onze liefde zodat we zonder schaamte met onze beperking en ontregelingen om kunnen gaan. Het is goed en anders toch, dat zeggen we vaak tegen elkaar.
Zelfspot
En zelfspot, dat is ook onze kracht. Op de camping reden we heel erg langzaam, opzichtig en spottend observerend over het centrale gezellig sociale ANWB-veld. We lachten als twee jolige kleuters terwijl we demonstratief onze spullen inpakten. Terwijl we de anderen vreemd naar ons zagen kijken, deden we er nog een schepje bovenop en maakten we een karikatuur van onszelf. We acteerden ons meest psychisch ontregelde gedragingen. Absurdisme op en top! Vrolijk, balorig en bevrijd van angst vertrokken we en verlieten deze ‘oh zo gezellige camping’.
We waren weer op weg terug naar huis. De hel had zich weer gesloten en de regen hield op in ons te vallen. Om onszelf te belonen voor onze fantastische coping-strategie, besloten we nog lekker uitgebreid uiteten te gaan in Amerongen voordat we samen de nacht in gingen.
Afgelopen zondag was het dan zo ver. Mijn verjaardag. De 30, de big 3-0, de dirty thirty. En de hele week werd mij door verschillende mensen gevraagd hoe erg ik het vond. Of ik ermee zat dat ik dertig werd. En eigenlijk vond ik dat een heel rare vraag.
Verjaardagen
Ik vierde als klein meisje regelmatig mijn verjaardag. Altijd leuk om overladen te worden met cadeau’s en je vriendinnetjes te zien. Maar erna ging het bergafwaarts. Door het pesten op school wilde ik het niet meer vieren en als mensen je laten zitten wordt het er ook niet beter op. Dus na teleurstellingen stop je er gewoon maar mee. Familie kwam vaak een bakkie koffie drinken en dan haalde ik gebak. Maar vieren? Daar begon ik echt niet meer aan.
Naar verjaardagen toe gaan wilde ik de afgelopen jaren ook eigenlijk niet meer. Mensen die ik niet kende en ik zat niet lekker in mijn vel. Nee, verjaardagen waren niet meer aan mij besteed.
Mindset
Ik zat middenin mijn therapie toen ik besloot toch weer naar een verjaardag te gaan. Mijn beste vriendin was jarig en ik dacht: Waarom niet? Ik was nog vreselijk onzeker over wie ik was en hoe ik eruit zag, maar probeerde ook uit mijn privé bubbel te stappen en grenzen te verleggen.
Deze avond zal ik nooit vergeten, hier leerde ik mijn huidige partner kennen. En wat is daar nu eigenlijk speciaal aan? Mijn lief haat verjaardagen. En dat uit de grond van zijn hart. Vrijwel niemand weet wanneer hij jarig is, als ik een cadeau koop hebben we, bij wijze van, ruzie. Gelukkig maakt hij voor enkele vrienden een uitzondering. En ja, gelukkig was hij er afgelopen zondag ook gewoon bij!
Open en eerlijk
Dit was ik bij de verjaardagen die ik het afgelopen jaar heb gehad. Ik zei van te voren dat ik het lastig vond, omdat er veel onbekenden zouden komen. Maar dit heeft mij zeker geholpen om leuke avonden te hebben. Hierdoor werd ik ook heel enthousiast over mijn eigen verjaardag. Ik bestelde mijn taart, maar daarna werd ik bang. Zou iedereen wel komen? Of laten ze me weer in de steek?
D-day!
Het begon geweldig. Mijn moeder had alles versiert, ik kreeg mijn cadeau en de taart stond in de koelkast. Mijn moeder vraagt me: “Wat ben je stil? “Ja, zenuwen… Maar zodra de eersten voor de deur stonden viel dat weg. Ik had er zin in.
Nee, ik vind het niet erg dat ik de dertig heb bereikt. Waarom? We willen toch allemaal oud worden? Natuurlijk klinkt het nu even raar, de twintig uit en de dertig in. Maar ik krijg nu niet echt de kriebels. Ik ben gelukkig, doe de opleiding die ik leuk vind en heb nog een hele toekomst voor me. Snap ik het dat mensen bang zijn als ze ouder worden? Ja! Maar om daar nu al mee te beginnen? Nee, je moet genieten. Mijn partner is 11 jaar ouder dan dat ik ben, daardoor voel ik mij in ieder geval al een stuk jonger!
Het nummer van deze week: Robyn met Keep this fire burning. Een heerlijk nummer en vroeger al heel vaak gedraaid. Als je hem hoort, merk je dat het goed bij me past.
Liefs, Renée. Een trotse dertiger x
Ik opende mijn ogen en wist het meteen: dit wordt geen goede dag. Geen zin. De ochtend was al voorbij, de wereld in volle gang en ik moest nog beginnen. Ik draaide me om maar het schuldgevoel verzuurde me voldoende om het vege lijf uit bed te schoppen. Pffff, daar gaan we weer.
Het ontluiken
Na ontbijt opende ik mijn laptop, mijn kantoor, mijn werkkamer. Met onwillige ogen tuurde ik naar het openstaande document: Cursusopzet Oosterse Filosofie. Maar mijn geest wilde niet naar het oosten afreizen. De boeken die klaar lagen om verder bestudeerd te worden, staarden me log en zwaarlijvig aan. Met kinderlijke tegenzin bleef ik binnen mijn schedel plakken en wilde het liefst er niet meer uit komen. De zwaartekracht leek plotseling tien keer heviger aan al mijn cellen te trekken en ik voelde mijn lichaam loodzwaar worden. In datzelfde krachtenveld liet in mijn hoofd zakken en mijn laptop dichtvallen. Pffff, wat een leven.
Waarom ik me vandaag zo rot voelde, begreep ik niet. Afgelopen dagen ging het nog zo lekker. Met wind in de zeilen kwam ik vlot uit mijn bed, ging aan het werk en dook met nieuwsgierigheid mijn studie in. En aan het einde van de dag keek ik er voldaan op terug. Maar nu? Pfff, vandaag even niet.
Verveeld klikte ik mijn stereo aan, koos een willekeurige playlist en klanken welden op. De kamer kwam een klein beetje tot leven. Via mijn oren drong er ook een beetje van dat leven mijn lichaam in en bereikte ijlings mijn geest. Vandaag geen intellectueel werk voor mij, dacht ik hardop met geveinsde moed. Ik keek mijn kamer rond en zag het half geverfde raamkozijn. Een karwei dat al een tijdje op mij wachtte. Het ritme van de muziek zette mijn handen in beweging en ik besloot om dat klusje te gaan klaren.
Bewegingen
Ik steek me, eerst nog aarzelend, in ambachtskleding, zoek her en der verfspullen bij een, dek de tafel af, leg er kranten op en haal het te verven raamkozijn leeg. Pfff, waar begin ik aan, dacht ik, maar het ritme van de muziek houdt me in beweging. Mechanisch en gestaag ga ik verder, want ik weet dat het mijn dag nog enigszins goed kan maken, dat ik deze dag in elk geval nog iets nuttigs van mijn leven heb gemaakt, dat ik niet beschuldigd kan worden van lapzwansen.
Het ritme van de muziek en de meditatieve slagen van de kwast brengen me in een gedachteloze, haast meditatieve toestand. Heen en weer, heen en weer, niets anders dan mijn hand en de kwast. Mijn wereld verkleint zich tot de tip van de kwast. Details van het hout vragen mijn volle aandacht. De oneffenheden willen goed gevuld raken met de vochtige glans van de verf. De ene slag na de andere, de muziek en verder niets.
Plots merk ik dat er klanken uit mijn mond komen. Ik zing. Zachtjes, maar toch. Ik zing mee met oude bekende jaren tachtig nummers. Herinneringen wellen op, gedachten dwalen en stromen door lichaam en geest. Ze gaan heen en weer van toen naar daar en van ‘o ja dat was gaaf’ naar ‘ach, arme jongen’. Zonder opwinding, verdriet of extase geniet ik van het mijmeren zonder doel, het zingen zonder schaamte, het werken zonder zin.
Terugkeer
De laatste strijk. Pfff. Klaar! Ik slaak mijn vertrouwde zucht. De wereld stroomt weer binnen en het lichaam herneemt zijn verzwaarde zwaarte. De muziek blijkt al een tijdje verstomd en de stilte is weer voelbaar. Gedachteloos en nog een beetje in meditatieve beweging, ruim ik de verfspullen op. Ik zet de kwast en het rollertje in water, haal de tafel leeg en berg de rest op op zolder.
Op de klok zie ik dat de dag bijna voorbij is. ‘Niks gedaan vandaag’ klinkt de kritische stem al weer in mijn hoofd. Snel corrigeer ik mezelf. Ik kijk naar het geschilderde kozijn en zeg tegen mezelf: ‘je hebt geverfd. Kijk eens hoe mooi het is geworden? Je bent misschien niet intellectueel zinvol met je werk bezig geweest, maar wel lekker nuttig een karwei geklaard!’ Een lichte glimlach beantwoord mijn gezonde volwassene. Weemoedig maar voldaan trek ik mijn schone kleren weer aan. In de keuken maak ik een lekker kopje thee. Met een koekje. Dat heb ik wel verdiend.