INTERVIEW – Marc Blom, psychiater en lid raad van bestuur Parnassia Groep, gaat in op het thema burn-out. De cijfers liegen er niet om, volgens het Centraal Bureau voor Statistiek heeft 1 op de 7 werkende Nederlanders last van burn-out klachten. Maar, wat is een burn-out eigenlijk? Hoe herkennen we klachten? En belangrijker nog, wat kunnen we doen om de klachten en dus een burn-out te voorkomen?
‘’Er zijn erg veel definities voor de term burn-out. Ik zou het omschrijven als het gevoel van overbelasting op het werk en vaak ook als gevolg van het werk. Mensen voelen zich moe, komen niet meer bij ook al slapen ze goed. Men kan zich slecht concentreren, is wat sneller geïrriteerd dan anders en kan moeilijk met druk omgaan. De term ‘burn-out’ geeft ook dat gevoel weer van opgebrand zijn, geen energie meer kunnen opbrengen om het werk te doen. Dat gevoel van verlies van energie staat centraal.’’
Dit klinkt als verschillende klachten die ook voorkomen bij depressie, hoe onderscheid je een burn-out dan van een depressie?
“Dat is inderdaad moeilijk, een depressie is een officiële medische diagnose en een burn-out niet. Over het algemeen wordt aangehouden dat een burn-out situatief is, dat betekent dat je last hebt op het werk, maar niet daarbuiten. Daarmee verschilt het van een depressie, dat is er altijd en overal. Als het zo werkgebonden is kan dit ook leiden tot onbegrip… Mensen stellen: ja, hij is wel ziek maar ik zie hem wel bezig in zijn tuin.”
Er wordt veel onderzoek gedaan naar burn- out klachten in Nederland, hieruit komt ook naar voren dat het niveau in klachten verschilt per sector. Zo hebben mensen in het onderwijs vaker klachten dan mensen uit de bouw. Hoe komt dit?
“Dit heeft met een veelheid van dingen te maken, maar waar het vooral om gaat is dat is dat het beroepen zijn waar je veel tussen de mensen zit. Dat betekent dat interacties complex zijn, zeker als je in groepen bent, je doet daarin al een beroep op het concentratievermogen van het brein. Daarnaast heeft het ook te maken met de ervaren werkdruk en de moeite die je hebt om daaraan te ontkomen. Mensen in sectoren als het onderwijs of de gezondheidszorg hebben vaak ook dubbel, soms wel driedubbel werk: ze hebben een baan, verantwoordelijkheid thuis met de kinderen, maar ze moeten bijvoorbeeld ook nog voor hun ouders zorgen want ‘dat kunnen ze zo goed’. Veel zorgtaken waarbij er gewoon weinig momenten zijn waarbij zij aan zichzelf toekomen. Het kan ook geen toeval zijn dat het sectoren zijn die veel te maken hebben met veranderingen vanuit de overheid. Een grote toename van regeldruk. Het gevoel van vervreemding, van niet meer het gevoel hebben met de zaken bezig te zijn waar het echt om gaat, kan ook bijdragen aan gevoelens van burn-out. Het zal dus bij de meeste mensen een samenspel zijn verschillende factoren, individuele en sociaal-maatschappelijke.”
We horen tegenwoordig veel meer over burn-out: is het een modewoord?
“Nee, ik denk niet zo zeer dat het een modewoord is, het wordt al zo’n 50 jaar gebruikt. Het is echter een slecht omschreven begrip. Je ziet in de loop van de geschiedenis dat dezelfde soort klachten, hetzelfde syndroom een ander naampje krijgt. En nu heet het burn-out, maar de klachten zijn van alle tijden. Mode is niet, het gebruik van het woord is mode.”
Een burn-out en burn-outklachten zijn dus lastig te signaleren. Hoe kan je het dan toch bij jezelf herkennen?
‘’Met hoeveel plezier ga je naar het werk? Ben je al moe als je op staat? Of ben je fris en uitgeslapen? Heb je heel je weekend nodig om helemaal bij te komen van je werk? Kan je je nog concentreren? Het zijn kleine signalen en dingen die er waarschijnlijk een beetje in sluipen. Dat maakt dat mensen eindeloos doorgaan, het te laat beseffen en zich ziek melden als het veel te laat is. Helaas duurt het dan ook weer tijden voordat je bijkomt…’’
In deel 2 gaat Marc Blom in op het onderwerp voorkomen van een burn-out.