Deadlines maken ons gelukkig! In tal van tijdschriften, webblogs of adviserende sites over goed werken, lees ik dat een deadline een effectieve en efficiënte manier is om productief te zijn. Ze zouden ons aansporen en energie geven.

Ik zie eerder dat we ons de hele tijd gek maken – en voor de gek houden – met het idee dat ‘het maximale uit het leven halen’ goed voor je is. Als we elkaar tegenkomen, hoor je steevast: “hoi, hoe gaat het ermee? Ja goed, druk druk. Oh wat goed; ja ik ook druk bezig.” Je agenda goed gevuld en op orde hebben, je tijd efficiënt gemanaged, dan heb je je leven goed voor elkaar. Het is een alom gehoord ideaal. Echter het maximale uit ons leven willen halen, is met name goed voor werkgevers. Dat is niet zo onlogisch, want zij hebben baat bij effectieve en efficiënte werknemers. Maar of het ook goed voor ons is, blijft een vergeten vraag.

In de media wordt het ons ook altijd zo mooi verkocht:

Het grote voordeel van het werken met deadlines is dat je in je momentum blijft, omdat je constant naar een volgend punt toewerkt en onder druk staat kun je het jezelf niet permitteren om je kop te laten hangen en in tempo af te nemen, presteren en doorknallen wordt dan een noodzaak in plaats van een behoefte. (Winst.nl)

Wie wil er nou niet in zijn momentum blijven en alvast uitzien naar het volgende punt op je To-Dolijstje? Je kop laten hangen? Nee, we willen doorknallen omdat we willen laten zien hoe gemotiveerd we zijn, aan onszelf en aan degene die belangrijk voor ons zijn. Het liefst onder druk. Ja, ja, wie wil dat nou niet?

De kracht van een deadline en de adrenalinestoot die ermee gepaard gaat, is voor hen een drijfveer. Door jezelf een deadline op te leggen, kun je in korte tijd het maximale uit jezelf halen. (Intermediair)

Een deadline, zo wordt ons dus wijsgemaakt, zorgt voor momentum, energie en motivatie. Het is een goede stok achter de deur – of is het juist een stok om ons mee te laten slaan? Hebben we niet de zweep ingeruild voor een mooi klinkend idee? Nee, nee, een deadline spoort je juist aan om een strakke planning te maken, zeggen de werkgoeroes. Dat maakt het leven voor de baas (sorry: jou!) een stuk aangenamer. En dus nemen we gretig nieuwe tiengeboden over, in de vorm van 5 tips, 7 trucs, of 10 do’s & don’ts.

Moeten noemen we willen
Laten we proberen eerlijk te zijn: een deadline is gewoon een verplichting. Een verplichting die ons opgelegd wordt door een ander met macht. Het is niet mooier dan het is. Maar zo willen we het tegenwoordig natuurlijk liever niet ervaren. Het leven, en dus ook het werken, moet leuk zijn. We laten ons liever paaien door een ‘optimistische’ taal; in plaats van het onderdrukkende ‘verplichten’ zeggen en horen we graag: ‘jezelf motiveren’. We zien onszelf immers als autonome individuen, met een eigen wil. Als personen die doen & laten omdat we het zelf willen. Dat werkt lekkerder dan beseffen dat iemand anders het ons oplegt, ons verplicht. Zo is het ‘willen’ vervangen door het ‘moeten’ terwijl het verder gaat onder zijn oude naam.

En is het werkelijk zo effectief? Zolang we blijven geloven dat we het zelf willen, en zolang we het als vanzelfsprekend accepteren, zetten we graag ons beste beentje voor. Gedreven laten we zien hoe effectief en efficiënt we bezig zijn. We zijn er immers trots op te werken alsof we baas over ons eigen leven zijn. Dat we aan het einde van de dag doodmoe op de bank ploffen, een wijntje voor het slapen drinken, uiteindelijk een burn-out krijgen of in een depressie vallen, is een privé probleem. En, ach, na een weekendje mediteren, yoga of happinessfestival – vergoed door de baas – kunnen we er gewoon weer tegenaan. Niet je kop laten hangen. Blijf in je momentum en ga energiek je deadlines tegemoet!

Waardenkompas
Dat we van alles moeten (sorry: willen!), volgt uit de enorme hoge verwachtingen die we van het leven hebben. Vooral de nieuwe generatie wordt gek gemaakt met de oneindige mogelijkheden die het leven te bieden heeft, dat je alles kunt worden wat je maar wil zijn, dat de kansen voor het oprapen liggen als je maar je activiteiten goed plant. Waarom willen we dat toch?

Omdat we allemaal behoefte aan erkenning en waardering hebben. Erkenning voor onze uitzonderlijke inzet en prestaties. Voor wat voor moois we hebben gemaakt en de bijzondere persoon die we zijn. Niemand wil ongezien een middelmatig radertje zijn, in een organisatie die alleen zijn eigen belangen nastreeft. Persoonlijke waarden, invulling en betekenis vormen het kompas waarmee we ons handelen bepalen en onze normen stellen.

Waarden zijn veel belangrijker dan die motiverende stok achter de deur. In plaats van nieuwe tiengeboden aan te nemen, stel ik mezelf liever eerst de belangrijkste vragen. Vragen als: Waarom moet ik dit eigenlijk wel willen? Wat is nu werkelijk belangrijk? Waarom moet ik die deadline eigenlijk halen? Wie verwacht dat nu werkelijk van mij? Welke reële waarden schuilen daarachter? Zijn dit mijn waarden of die van de ander? Wat zijn de consequenties als ik het doen en welke als ik het niet doe? En wat vind ik daar dan van?

Uiteindelijk gaat het meer om waarom we iets doen en minder om wat we doen; want doen moeten we sowieso.

Iedereen staat er bij stil. De één meer dan de ander, maar toch zijn we er allemaal mee bezig: het verleden en de toekomst. Van de kleine dingen zoals “wat was het een leuk weekend” en “wat zullen we eens eten vanavond?” tot traumatische gebeurtenissen die je hebt mee gemaakt en de toekomstplannen met je partner.

Het verschilt per persoon hoe ermee omgegaan wordt. Ikzelf rende steeds weg voor mijn verleden, dat betekende ook dat ik door mijn leven heen raasde. Alles moest direct gebeuren, ik vond dat mijn leven veel te langzaam ging. Ik wilde zo snel mogelijk mijn leven op de rit hebben ‘zoals het hoorde’. Huisje, boompje, beestje. En wat gebeurt er dan? Ik ging gigantisch onderuit. En niet één keer, nee, ik doe het ‘gewoon’ een paar keer om er zeker van te zijn.

Traumatische gebeurtenissen

Deze ervaringen veranderen je kijk op de toekomst. Ik heb meer dan eens te horen gekregen: “het is gebeurd, vergeet het gewoon. Niet meer bij stilstaan.” Maar deze gebeurtenissen tekenen je. Je kunt het niet vergeten. En als je dat al kunt, is dit vaak tijdelijk. Totdat je het echt niet meer weg kan stoppen, het haalt je altijd weer in.

Deze gebeurtenissen zorgde er bij mij voor dat ik heel onzeker werd. Ik kwam aan, ik ontwikkelde faalangst en ik stopte met de dingen waar mensen over konden oordelen, zoals school en hobby’s. Daarnaast zei ik altijd dat het goed met me ging en zorgde ik dat ik nonchalant over kwam naar anderen. Ik deed alsof niets mij raakte ook al werd gepest op de middelbare school en had ik discussies met mijn moeder. Maar diep van binnen zat er veel verdriet, het raakte me zeker wel.

Net doen alsof dit alles mij niet raakte was een stuk makkelijker dan laten zien dat ik mijn leven graag op orde wilde hebben, maar dat dat juist niet lukte. Ik kreeg zo vaak te horen dat ik te min was voor een goede relatie en dat ik succes nooit ging bereiken, als je dat vaak genoeg hoort, ga je het vanzelf geloven.

Hoe ik het een plekje geef in mijn toekomst

Toen ik aan mezelf ging werken, veranderde mijn houding naar de buitenwereld. Ik viel af en werd een perfectionist. Wel een onzekere die heel moeilijk met nieuwe dingen kon omgaan. Dus de stille muis werd nog stiller en niets was goed genoeg. Ik was niet meer nonchalant maar liet zien dat ik hard werkte om voor mezelf te zorgen.

Toen kreeg ik mijn burn-out… Achteraf heel logisch, ik rende weer heel hard om mezelf waardig te maken voor deze wereld. Ik legde altijd de schuld bij mezelf. Contract niet verlengd? Eigen schuld. Slechte relatie? Eigen schuld. Gevoel dat je faalt? Eigen schuld. Probeer het straffende stemmetje van vroeger maar eens uit je hoofd te krijgen, dat lukt je waarschijnlijk niet alleen.

Tijdens therapie leerde ik dat ik het waard was. Ook al heb ik geen diploma of veel geld op zak. Ik leerde van mezelf houden zoals ik ben. De straffende stemmen werden minder. Ze zijn er nog wel, maar ik laat het niet meer mijn leven beheersen. Toch blijft op de rem trappen moeilijk. De mensen om me heen moeten het af en toe voor me doen en ook op school houden ze me in de gaten. Niemand wil dat ik weer de afgrond in ren, ook ik niet.

Trots zijn op mezelf lukt af en toe. En soms kijk ik naar mijn partner en denk dan: ik verdien jou helemaal niet. Maar dan pakt hij me weer stevig vast en zegt dat hij van me houdt, dan stop ik dat negatieve weer even weg en geniet ik van het moment.

Mijn conclusie

Ik vind het verleden heel belangrijk, het is een deel van jou. Je ervaringen, positief en negatief, mag je nooit vergeten. Maar wat nog belangrijker is, is dat je er niet in moet blijven hangen. Ik had er therapie voor nodig, maar als ik zie hoe veel positiever ik nu in het leven sta! Ik leer nog steeds iedere dag iets bij. Dingen die zijn blijven hangen met therapie en van mijn ouders. Maar wat ik van mijn partner leer is dat ik me niet zo druk moet maken om kleine dingen. Hij helpt me te genieten van het leven, wat wil ik nog meer?

Het doet wel pijn,

Maar niet genoeg.

Ik sta niet langer stil,

De wereld wacht op mij.

Ik ben vrij,

Genoeg te doen.

Het nummer deze week is van Jamai – Genoeg te doen. Niet omdat mijn partner onverwachts bij me weg is gegaan, maar omdat ik me zo voel naar mijn verleden toe. Ik laat los wat er gebeurd is en geniet weer.

Liefs, Renée x

Als je met mentale problemen te maken krijgt, en daardoor ook in de ziektewet komt, is het vaak moeilijk om er weer uit te komen. Je voelt je vrijwel de hele dag neerslachtig, wil niet naar buiten, hebt geen sociale contacten en er komt (bijna) niemand over de vloer. Simpel weg omdat je hoofd daar niet naar staat.

Maar er komt een dag dat dat zal moeten veranderen. En dan zeg ik niet dat dat binnen een week of binnen twee weken ‘moet’. Absoluut niet! Maar, na verloop van tijd krijg je zelf wel door dat er iets moet veranderen.

Je moet geen regels opstellen voor jezelf, dat is dan de enige regel die ik had. Als je dingen moet doen, van jezelf of van anderen, gaat het niet lukken. Dus geen strak patroon, maar geef jezelf ademruimte:

Een wekker! Maar niet om 7 uur in de ochtend. Ik begon met half 10, en dan mocht ik van mezelf snoozen tot 10 uur. Langzaamaan steeds de wekker wat vroeger gezet tot ik er om half 9 prima uit kon komen.
Binnen 2 uur na het uit bed stappen douchen en aankleden. Het liefst bleef ik lekker in mijn joggingbroek rondlopen (lees: liggen op de bank) maar als ik dan een spijkerbroek aan had met een shirt voelde ik me toch vaak net wat beter. En ik begon na een tijdje ook weer make-up te dragen.
Af en toe de tv uit, gewoon om niet weg te vluchten van de realiteit. Het is heel makkelijk om de dingen die spelen te vergeten als je tv zit te kijken. Maar soms is het nodig om je te realiseren wat er allemaal speelt.
Zoek een nieuwe hobby of pak je oude hobby op. Niet dwangmatig om alles te vergeten, maar gewoon om weer te gaan genieten van het leven. Puzzelen, schilderen, breien. Verzin iets nieuws, wat je misschien normaal niet zou doen. Je kan jezelf verbazen!
• Haal elke dag boodschappen, dan kom je vaker buiten. Als ik niet naar buiten zou moeten om eten in huis te halen, kwam ik ook niet buiten. Ik hield heel erg van wandelen, ook als het koud was. Maar omdat ik niets anders meer wilde dan op de bank liggen, deed ik dat ook niet meer. Door iedere dag avondeten in huis te moeten halen, kwam ik eindelijk weer buiten.
• Geef bij je naasten aan dat je je patroon wil veranderen. Dan kunnen zij je daarbij helpen. Ze kunnen je uitnodigen voor een kop thee, of misschien zelfs even samen de deur uit. Af en toe is het fijn om het even niet alleen te doen.
Ga naar de kapper, verf je haar. Doe eens gek! Je zal je al heel anders voelen.
• Lijstjes maken voor het huishouden. Schrijf op wat er gedaan moet worden en verdeel het over de hele week. Van de kleine klusjes kun je er misschien twee op een dag doen. Maar als iets veel energie kost, zoals het bed afhalen en opmaken, hoef je er maar één te doen. En accepteer dat dan ook. Beter dan niets in huis doen!
• To-do lijstjes zijn ook heel nuttig! Dat geeft rust. Maar zet ook jezelf op het lijstje… En bakje koffie met wat lekkers, of die ene film die je zo graag nog wil zien.

Je zult zien dat je stap voor stap je leven terugkrijgt. Geef het tijd en vertrouw op jezelf! Niet overhaasten, want dan begin je binnen de kortste keren weer van voor af aan. Gun jezelf weer plezier te krijgen in het leven.

Deze week Racoon met Laugh about it. You got this!

Liefs, Renée x

Over het algemeen kunnen mensen met burn-out of werkstress klachten moeilijk nee zeggen. Ze zijn vaak perfectionistisch en ze willen per se een goede collega zijn. Maar hoe verander je deze mentaliteit? En waarom is dat zo belangrijk? We leggen het je uit.

Leefstijl
Veerkrachtig blijf je niet alleen door voldaan je werkdag af te sluiten, maar ook door bijvoorbeeld goed te slapen, vertrouwen te hebben in de toekomst en genoeg te ontspannen. In plaats van aandacht te geven aan wat je probleem is (ik ben moe, ik heb teveel stress, er ligt teveel werk, mijn collega stoort me steeds) ga je aandacht geven aan wat je wél wil.

Als voorbeeld: mensen die moe zijn, zijn niet altijd gebaat bij meer uren slaap. Soms missen ze juist uitdaging, of knappen ze al op van een lange wandeling in de lunchpauze. Mensen die ervaren dat er te veel werk ligt, hebben ook niet altijd baat bij ‘minder werk’. Minder werk zou immers ook minder dynamiek betekenen, minder noodzaak tot samenwerken en creatief denken en niet per se minder stress. Wat is wel nodig om werkstress te verminderen en burn-out te voorkomen? Een ander takenpakket? Nieuwe capaciteiten ontwikkelen? Een andere indeling van de werkplekken? Vaak weet je pas wat helpt als je het probeert … en als het niet helpt, probeer je iets nieuws.

Opbouwen
Begin eenvoudig en bouw langzaam op: kies één wens waarmee je aan de slag gaat. Ook al denk je daar geen tijd of ruimte voor te kunnen maken. Het alternatief (niets doen, gewoon maar doorgaan zoals altijd) is geen optie, omdat je dan niet aan veerkracht wint en je werkstress niet zal verminderen. En als jij omvalt, kan je er ook niet meer voor je collega’s zijn.

Als voorbeeld: om meer ruimte te geven aan ontspanning en om een burn-out te voorkomen, ga ik ’s ochtends de eerste twee uur aan mijn projecten werken, en accepteer ik dat na 10:30 de rest van de dag ‘versnipperd’ zal zijn met mail en collega’s. Ik check geen mail voor 10.30u, zodat ik de eerste twee uur van de dag de belangrijkste dingen af krijg, daar rust door krijg en daarna kan ‘ontspannen in de drukte’.

Dus geef jezelf meer tijd en ruimte! Je krijgt er tijd en rust voor terug.

INTERVIEW – Marc Blom, psychiater en lid raad van bestuur Parnassia Groep, gaat in op het thema burn-out. De cijfers liegen er niet om, volgens het Centraal Bureau voor Statistiek heeft 1 op de 7 werkende Nederlanders last van burn-out klachten. Maar, wat is een burn-out eigenlijk? Hoe herkennen we klachten? En belangrijker nog, wat kunnen we doen om de klachten en dus een burn-out te voorkomen?

‘’Er zijn erg veel definities voor de term burn-out. Ik zou het omschrijven als het gevoel van overbelasting op het werk en vaak ook als gevolg van het werk. Mensen voelen zich moe, komen niet meer bij ook al slapen ze goed. Men kan zich slecht concentreren, is wat sneller geïrriteerd dan anders en kan moeilijk met druk omgaan. De term ‘burn-out’ geeft ook dat gevoel weer van opgebrand zijn, geen energie meer kunnen opbrengen om het werk te doen. Dat gevoel van verlies van energie staat centraal.’’

Dit klinkt als verschillende klachten die ook voorkomen bij depressie, hoe onderscheid je een burn-out dan van een depressie?

“Dat is inderdaad moeilijk, een depressie is een officiële medische diagnose en een burn-out niet. Over het algemeen wordt aangehouden dat een burn-out situatief is, dat betekent dat je last hebt op het werk, maar niet daarbuiten. Daarmee verschilt het van een depressie, dat is er altijd en overal. Als het zo werkgebonden is kan dit ook leiden tot onbegrip… Mensen stellen: ja, hij is wel ziek maar ik zie hem wel bezig in zijn tuin.”

Er wordt veel onderzoek gedaan naar burn- out klachten in Nederland, hieruit komt ook naar voren dat het niveau in klachten verschilt per sector. Zo hebben mensen in het onderwijs vaker klachten dan mensen uit de bouw. Hoe komt dit?

“Dit heeft met een veelheid van dingen te maken, maar waar het vooral om gaat is dat is dat het beroepen zijn waar je veel tussen de mensen zit. Dat betekent dat interacties complex zijn, zeker als je in groepen bent, je doet daarin al een beroep op het concentratievermogen van het brein. Daarnaast heeft het ook te maken met de ervaren werkdruk en de moeite die je hebt om daaraan te ontkomen. Mensen in sectoren als het onderwijs of de gezondheidszorg hebben vaak ook dubbel, soms wel driedubbel werk: ze hebben een baan, verantwoordelijkheid thuis met de kinderen, maar ze moeten bijvoorbeeld ook nog voor hun ouders zorgen want ‘dat kunnen ze zo goed’. Veel zorgtaken waarbij er gewoon weinig momenten zijn waarbij zij aan zichzelf toekomen. Het kan ook geen toeval zijn dat het sectoren zijn die veel te maken hebben met veranderingen vanuit de overheid. Een grote toename van regeldruk. Het gevoel van vervreemding, van niet meer het gevoel hebben met de zaken bezig te zijn waar het echt om gaat, kan ook bijdragen aan gevoelens van burn-out. Het zal dus bij de meeste mensen een samenspel zijn verschillende factoren, individuele en sociaal-maatschappelijke.”

We horen tegenwoordig veel meer over burn-out: is het een modewoord?

“Nee, ik denk niet zo zeer dat het een modewoord is, het wordt al zo’n 50 jaar gebruikt. Het is echter een slecht omschreven begrip. Je ziet in de loop van de geschiedenis dat dezelfde soort klachten, hetzelfde syndroom een ander naampje krijgt. En nu heet het burn-out, maar de klachten zijn van alle tijden. Mode is niet, het gebruik van het woord is mode.”

Een burn-out en burn-outklachten zijn dus lastig te signaleren. Hoe kan je het dan toch bij jezelf herkennen?

‘’Met hoeveel plezier ga je naar het werk? Ben je al moe als je op staat? Of ben je fris en uitgeslapen? Heb je heel je weekend nodig om helemaal bij te komen van je werk? Kan je je nog concentreren? Het zijn kleine signalen en dingen die er waarschijnlijk een beetje in sluipen. Dat maakt dat mensen eindeloos doorgaan, het te laat beseffen en zich ziek melden als het veel te laat is. Helaas duurt het dan ook weer tijden voordat je bijkomt…’’

In deel 2 gaat Marc Blom in op het onderwerp voorkomen van een burn-out.

Gesprekken bij het UWV lopen altijd anders dan je wil. Bij mijn eerste gesprek werd er gezegd dat ik 20 uur zou kunnen werken, met beperkingen. Maar, ik zou in mijn eigen branche niet terecht kunnen omdat ik geen klantcontact mocht hebben en het zou daarnaast ook lichamelijk te zwaar. Dit houdt dus in dat ik aan het einde van de rit toch weer was afgekeurd…

Ik wilde door, zij niet

Het tweede gesprek wilde ik heel anders laten lopen. Papieren van school, hulp van een werkgever. Ik was er klaar voor om aan mijn nieuwe leven te beginnen, hoe eng ik het ook vond. Ik was nog niet klaar met de therapie, was nog veel moe, had last van woedeaanvallen en mijn concentratie was nog steeds rond het nulpunt. Maar ik wilde dit zo graag.

Helaas waren de dames van het UWV het er niet mee eens. Omdat ik die beperkingen opgelegd had gekregen, wilde ze niet dat ik mijn oude werk weer zou oppakken en ook nog met een studie erbij zou volgens hen te zwaar worden. Normaal had ik me erbij neergelegd, maar na de assertiviteitstrainingen wist ik dat ik voor mezelf op moest komen. Dus: met duidelijke argumenten, zoals hulp van mijn werkgever en therapietrouw zijn, kreeg ik ze zo ver dat ik in september mocht starten met school én 16 uur werken.

Dit gesprek vond plaats in april, de tussentijd moest ik gebruiken om uit te rusten, therapie te volgen en me goed voorbereiden op de periode die eraan kwam. Ook werd er van mij verwacht dat ik iedere maand een update zou sturen naar mijn contactpersoon van het UWV. Ik was zo opgelucht toen ik daar wegging. Er viel een last van mijn schouders, ook al wist ik dat er een drukke en zware periode aan zou komen. Gelukkig, kon ik direct starten met het voorbereiden.

De eerste stap naar werk

De weken erna was ik vreselijk aan het twijfelen. Kon ik dit wel aan? Werd het niet te zwaar? Was ik er wel echt klaar voor? Voor mijn toenmalige partner kon het allemaal niet snel genoeg gaan. Die vond dat ik maar alvast die 16 uur moest gaan werken om ervaring op te doen. Maar mijn moeder gaf aan dat ik het echt in mijn eigen tempo moest doen en met haar kon, en kan, ik er goed over praten. De tijd van werken en studeren stond al in de agenda, dus om nu al te gaan rennen had ook geen zin.

Zo sprak ik met mijn opticien af dat ik iedere donderdag, na mijn therapie-ochtend, een halve dag kon meedraaien in de winkel. Zodat ik op eigen tempo en zonder druk weer in het bedrijfsleven kon stappen. Dat was echt een uitkomst. De eerste weken waren heel zwaar, al die nieuwe indrukken! Dat maakte het nog spannender om aan de studie te gaan beginnen, maar ik had het zo naar mijn zin, dat dat stukken zwaarder woog en ik zeker wist dat ik dit wilde!

Open- en eerlijkheid

Mijn opticien (waar ik klant ben, geen werknemer) kent mijn achtergrond, ik had alles verteld toen hij aangaf te willen helpen. Omdat ik voor iedereen duidelijkheid wilde scheppen over waarom werken zo zwaar was en ik het echt rustig aan moest doen, zonder dat er verwachtingen waren.

Toen de weken voorbijgingen, met slapeloze nachten omdat ik niet wist hoe ik het allemaal moest gaan doen, trok ik de stoute schoenen aan. Ik moest immers een werkplek hebben voor mijn opleiding. En het klikte zo goed met mijn “collega’s”, ik wilde daar werken! Na een uur praten kwam het verlossende zinnetje: “We hebben erover nagedacht en we willen je een jaarcontract aanbieden.” Nou, ik kon wel janken. Ik zag opeens mijn toekomst een stuk beter in!

Stappen in de juiste richting

Toch werd de druk vanaf dat moment hoog, gevoelsmatig. Vanaf toen moest ik weer gaan presteren! De druk en stress van thuis kon ik niet meer aan, dus dat was zeker 1 van de redenen dat ik ben weggegaan bij mijn toenmalige partner. Ik wist dat mijn toekomst nu echt beter zou worden, maar dan wel zonder hem. Het voelde niet meer goed en ik kreeg steeds meer het idee dat ik een blok aan zijn been was.

Daarbij leerde ik ook iemand kennen die me juist stimuleerde en steunde in alles. Deze situatie, was met alles wat er nog omging in mijn hoofd, heel lastig. Gelukkig had ik mensen die onafhankelijk luisterden en probeerde te helpen, dit heeft me er zeker doorheen getrokken. De uiteindelijke beslissing, om bij mijn toenmalige partner weg te gaan, heeft me heel goed gedaan. Ook met betrekking op de burn-out. Ik voelde me een stuk rustiger, zat wat beter in mijn vel en leek meer energie te hebben.

Wel had ik nog veel last van stemmingswisselingen. Ik ging van ontspannen naar chagrijnig of boos zonder dat ik wist waarom. Daaraan merkte ik wel dat het allemaal heel diep zat. Ik ben gaan luisteren naar deze gevoelens en begrijp mezelf nu ook een stuk beter. Ik accepteer nu dat ik er nu nog niet ben, maar wel hard op weg ben naar mezelf.

Nu ik dit voel en mezelf tijd geef, gaat het een stuk beter. Ik ben vrolijker, geniet weer van dingen en maak nieuwe vrienden. Stuk voor stuk nemen ze me zoals ik ben en kan ik mijn gevoelens uiten, zonder dat het mooier gemaakt moet worden. Hebben ze er een mening over, dan moeten ze dat vooral uiten. Maar het doet me een stuk minder dan voorheen. Motorrijden kan eindelijk weer, boeken lezen gaat stapje voor stapje beter en mijn vriend en ik gaan bijna iedere week naar de motor vriendenclub.

Ik ben begonnen op mijn werk en met mijn studie. Ja het is zwaar, maar wat geniet ik van mijn inmiddels “normale” leven!

Mijn leerproses

Wat ik zelf van deze burn-out heb geleerd, is dat de mensen om je heen belangrijk zijn en dat je heel erg naar je lijf moet luisteren. Niet denken dat je het allemaal wel aan kan. De stemmetjes die zeggen: “het is maar een beetje moeheid”, “je concentratie komt wel weer terug” en “gewoon doorgaan, je bent te jong om thuis te zitten, niet zo zielig doen” moet je opzijzetten. Ik hoorde dit tot het moment dat ik echt instortte. En toen was het te laat. Je leven staat op dat moment echt op pauze, maar daar leerde ik ook mijn echte vrienden kennen.

Ik hoop dat iedereen die dit leest meer inzicht heeft gekregen in een burn-out. Of je het nu zelf mee hebt gemaakt, of iemand in je directe omgeving. Er zit echt meer achter dan het zinnetje: “ik ben moe”.

Het liedje van deze week: Causes – Where does love go. Waarom? Het heeft me aan het denken gezet. Ik heb veel tranen gelaten, voor liefde, voor verlies, uit frustratie. Maar het heeft me sterker gemaakt. De tweede reden is omdat dit het nieuwe nummer is waar mijn dansdocente een choreografie op aan het maken is. Ik vergeet in dit ene uurtje per week even alle negativiteit en geniet ik volop. Heel cliché misschien, maar met in gedachte mijn partner. Echt een uur voor mijzelf!

 

Bedankt weer voor het lezen!

 

Liefs, Renée x

Vandaag de dag hoor je veel mensen over een burn-out. De voornaamste dingen die ik erover lees zijn dat mensen moe zijn en niets willen, gepaard met paniekaanvallen. Maar: er zit zeker meer achter dan alleen die dingen. Deze week wil ik jullie een kijkje geven in mijn opbranding en wat er allemaal omheen gebeurde.

Waar ging het mis?

Voordat ik mij ziekmeldde bij mijn werkgever, vond ik dat ik het allemaal wel aankon. Extra werken, veel druk van de managers en conflicten op de werkvloer. Daarnaast wilde ik mijn PTSS laten voor wat het was, ik was het aan het negeren. Dat, dat nog aan het pushen was had ik dus niet eens door. Ja, ik was altijd moe en moest moeite te doen om vrolijk te doen, maar ik dacht dat het gewoon een fase was. Dus naast mijn 32 uur contract, werkte ik vaak nog een dag extra of werkte ik een paar uurtjes over.

De dagen voorafgaand aan mijn afspraak met de huisarts heb ik veel getwijfeld: moet ik wel of niet gaan? Ik voelde me een zwakkeling. En zelfs toen ik die dinsdag in de wachtkamer zat, wilde ik nog weglopen met het gevoel dat ik me aanstelde.

Toen ik binnengeroepen werd, sprak ik mezelf toe: “je doet je verhaal, zonder te huilen en je gaat er niet mee akkoord als ze vindt dat je een pauze moet nemen!” We gingen aan tafel zitten. Ik vertelde dat ik gewoon even mijn gevoelens wilde delen en dat ik het gevoel had dat zij de juiste was om mijn verhaal bij te doen. Na nog geen 3 minuten kan ik mijn tranen niet meer bedwingen. Mijn huisarts zegt mij dat ik mij echt ziek moet melden. Ik ga er niet eens tegenin. Ik bel mijn werk en met lood in mijn schoenen vertel ik dat ik een tijdje thuis zal zijn.

De eerste week wil ik niets, huil ik veel en voel ik me het meest nutteloze wezen op aarde. Er komt veel op me af, maar ik sla niets op. Ik weet dat er allemaal gesprekken aan komen, maar daar ben ik helemaal niet mee bezig. Boeken lezen lukt me niet, het huishouden kan me gestolen worden en ik wil me verstoppen zodat niemand me zo ziet.

Stap één

Het gesprek bij de GGZ. Met lood in mijn schoenen ga ik het gesprek aan. Van het gesprek is me echter niets bijgebleven, ik herinner mij alleen hoe ze eruitzag. Ik vond het vooral tijdverspilling: uitrusten is een beter tijdverdrijf, ik ga binnenkort toch weer aan het werk. Wat ik nog wel goed kan herinneren is dat ik thuis als een blok in slaap viel, het gesprek was dus toch intensiever dan verwacht.

Stress! Heel veel stress! Want wat nu?

Zonder dat ik het doorheb gaan de eerste weken voorbij. Al snel volgt ook de uitnodiging van de Arboarts. Mijn eerdere ervaring met de bedrijfsarts was een ramp en ik ben bang dat dit een herhaling wordt van toen.

Gelukkig ging dit gesprek helemaal anders en gaf zij aan dat ik mijn klachten serieus moest nemen. In haar rapport kwam het volgende te staan: minimale tijdsduur van uitval is 2 tot 3 maanden. Tijdens dit gesprek raadt de bedrijfsarts mij aan om me te melden bij een psycholoog: haar collega, waarmee zij nauw samen werkt, zodat zij mij samen kunnen helpen.

Ik ga akkoord en de eerste afspraak volgt snel: heel veel zenuwen en tegenzin gieren door mijn lijf. Het gesprek is onwennig en emotioneel verwarrend. Ik doe mijn verhaal, alsof het niet de mijne is, zoals ik al jaren doe. De psycholoog biedt mij een assertiviteitstraining aan en die pak ik aan. En daar heb ik zo vreselijk veel spijt zodra ik de deur dichttrek! Maar teruglopen en het weigeren doe ik ook niet. Dat durf ik ook weer niet… Hierdoor ben ik weer weken van slag, dit wil ik niet! 

Tussen de afspraken door

Schaamte, één van de emoties die ik constant voel. Ik wil niet dat mensen om mij heen weten dat ik een burn-out heb. Met mijn ouders en familie praat ik wel, maar verder wil ik het er niet over hebben. Doordat ik nergens energie voor heb, voel ik mij ook echt vreselijk nutteloos. Huishouden gaat niet, met vrienden afspreken doe ik niet en naar buiten gaan doe ik alleen als het echt moet. Helaas gaat dit samen met veel onbegrip. Mijn toenmalige partner vond een burn-out een modeverschijnsel en onzin. Het huishouden was volgens hem niet zwaar (elke dag iets doen kan makkelijk) en probeer binnenkort maar weer een paar uurtjes te gaan werken, zal goed voor je zijn!

Stap voor stap vooruit

De assertiviteitstraining ging goed, zonder dat ikzelf verbetering zag, waren anderen zeker wel onder de indruk. Inmiddels zat ik ook bij PsyQ, druk met therapie, en daar viel het de mensen om me heen ook op. Ik kwam meer voor mezelf op en durfde meer los te laten. Maar ondertussen voelde ik mezelf nog steeds erg moe en kon ik maar niet accepteren dat het was zoals het was. De Arboarts had van de “3 maanden afwezigheid” al “langdurig proces” gemaakt. Het contact met mijn werk was erg slecht. Ik belde naar mijn werkgever voor updates, maar hijzelf vond het waarschijnlijk niet belangrijk. Dat zorgde ervoor dat ik inzag dat ik dit echt goed moest doen, voor mezelf. En als het dan langdurig afwezig zou worden, jammer dan.

Met dit besef merkte ik zelf eindelijk verandering. Ja, ik was nog steeds moe, maar sprak met mijzelf af dat ik elke dag even naar buiten zou gaan. Boodschappen deed ik dan ook per dag, zodat ik wel moest. Ook ging ik meer doen met vrienden en werd opener over wat me was overkomen. Het begrip kwam van mijn familie, die hebben mij gesteund waar mogelijk. Ik ben ze zo dankbaar!

Geen contract verlenging

Mijn werkgever zette me op straat toen mijn contact af liep. Vanaf dat moment was ik mijn doel kwijt en ook de zin om hard te werken. Alles bij elkaar zorgde ervoor dat ik een uitvlucht zocht. Drank. Ik dronk iedere dag een flesje wijn, minimaal. Bij het UWV word ik volledig afgekeurd en kom ik officieel in de ziektewet met uitkering. Vreselijk! Ik voelde me steeds slechter en besloot met mijn moeder te praten. Ik ben eerlijk geweest over het drinken, de worstelingen die ik vanbinnen had en hoe nutteloos ik me voelde. Er waren goede dagen, maar ook diepe dalen. Dan leek het alsof ik weer volledig terug bij af was. Mijn vriendinnen liet ik bijna niets weten, ik was klaar met mijn negativiteit delen. Gelukkig kreeg ik goed advies van mijn moeder in verband met mijn vriendschappen en hebben we afgesproken dat ik een opleiding moest zoeken, met financiële hulp van haar.

Nadenken over je toekomst

Zogezegd, zo gedaan. Stoppen met drinken, informatie boeken opvragen van school en hard nadenken. Na een aantal maanden zakt het schaamtegevoel van de burn-out en krijg ik een idee wat ik wil gaan doen. Zo ga ik bij mijn opticiën langs om te praten, misschien is dit wel iets voor mij. Na een superleuk gesprek en een aantal dagen meekijken op de werkvloer besluit ik een afspraak te maken op school. Daar ben ik eerlijk over de situatie en we kijken samen naar de mogelijkheden betreft het invullen van mijn studie. Met deze informatie (en de toelating van de opleiding!) ga ik weer naar het UWV maar zij doen moeilijk. Eigenlijk willen ze me nog een jaar afkeuren.

Hoe dat allemaal gegaan is, en hoe het nu gaat, vertel ik jullie volgende week!

Het nummer is van Racoon – Almost made it.

Vergeet niet over je burn-out te praten, dat is heel belangrijk zodat de mensen om je heen weten wat er aan de hand is. Als mensen negatief reageren zegt dat meer over hun dan over jou, hou dat in gedachte!

 

Liefs, Renée

Zo jong mogelijk alles op een rijtje hebben was één van de eerste serieuze doelen die ik voor mezelf gesteld had. Een vaste relatie, leuk huisje, trouwen en jong moeder worden. Dat graag compleet rond mijn 25ste.

En dan zit je op je 27ste huilend bij de huisarts; Burn-out, iets wat dus totaal niet in mijn planning stond!

Het begin van het einde

Het begin van het einde start op 5 mei om 7.30 uur. Om te beginnen wilde ik deze dag graag vrij, maar ik kon niet gemist worden op het werk. Ik rol mijn bed uit en zie een bericht van mijn leidinggevende, T. Ik wordt niet in mijn eigen filiaal verwacht, maar wordt geacht naar Amsterdam te gaan. Daar hadden ze een tekort aan personeel.

Ik op hoge poten daarheen gereden, want T had aangegeven dat ik geen vrij kon krijgen omdat ze bij mij in de winkel personeel te weinig hadden, maar me vervolgens wel vragen om ergens anders te werken. Na 4 uur werken begin ik te huilen bij manager E en leg bij haar het verhaal neer. De situatie in verband met mijn vrije dag en de spanning tussen T en mij. Het eerste wat ze doet is haar werk neerleggen en mij voor de eerstvolgende anderhalve week bij haar inplannen. Ze zal met T gaan praten en ervoor zorgen dat er een gesprek komt tussen hem en mij.

Op 17 mei sta ik weer in mijn eigen werkomgeving en die middag volgt er inderdaad een gesprek tussen T en mij. Die ging van begripvol naar verwijten maken naar mij.

Verslagen ging ik naar huis en de hele avond heb ik voor me uit zitten staren op de bank. Ik voelde me leeg en onbegrepen. De volgende ochtend belde ik om 8.00 uur de huisarts; “Wat zijn je klachten?” “Ik wil gewoon met iemand praten…”

De diagnose is burn-out

Die middag zit ik bij de huisarts en doe mijn verhaal. Over mijn verleden, de huidige situatie en mijn werk. De diagnose is; burn-out. “Jij gaat je direct ziekmelden, de wereld draait echt wel door.”

Ik bel onderweg naar huis mijn baas op, die reageert geschrokken en biedt zijn excuses aan voor het feit dat hij niets door heeft gehad. Ook bel ik manager E om te vertellen wat er gebeurd is. Zij is tevreden dat ik dit gedaan heb.

De 3 maanden die daarop volgen zijn grotendeels langs me heen gegaan. Gesprekken met de GGZ, huisarts en ARBO arts volgen elkaar op. Het enige wat ik goed merk is dat ik vreselijk moe ben en mijn gevoelens alle kanten op gaan. De ARBO arts stuurt me door naar hun psycholoog en die biedt me een assertiviteitscursus aan via ARBOnet, omdat ik niet voor mezelf op durf te komen. Ook stuurt zij me samen met de huisarts door naar PsyQ. Te veel onverwerkte gebeurtenissen. Eerst schoon schip maken!

De intake van PsyQ heb ik in augustus. Het duurt bijna 3 uur en is erg emotioneel. Thuis aangekomen ben ik volledig van slag en wil ik alleen nog maar slapen. Ik heb net te horen gekregen dat de PTSS nog vreselijk hoog zit en de diagnose van de burn-out wordt bevestigd. Er is me aangeraden groepstherapie te volgen… Ik? Groepstherapie? Nee! Maar zoals nu wil ik niet verder. Moe, angstig, depressief, heb herbelevingen van de trauma’s, wil niemand zien, wil niet eens naar buiten en thuis heb ik alleen maar ruzie.

Mijn partner wil niet dat ik in therapie ga want hij vindt; wat gebeurd is moet je achter laten en gewoon doorgaan met je leven. Echter werkte dat in de praktijk anders voor mij, ik wilde alles alleen doen maar ik kan het gewoon echt niet.

Werken aan mijzelf

De eerste donderdag van september sta ik om 9.00 uur voor het gebouw van PsyQ. Even worstel ik met de gedachte om weer op mijn motor te stappen en naar huis te rijden. Gelukkig zet ik door en zit ik netjes om 9.30 uur met 3 dames en 2 therapeuten in een kamer. Praten wil ik eigenlijk niet en het enige dat ik me van die ochtend kan herinneren is dat ik mezelf heb voorgesteld.

Langzaam maar zeker laat ik meer van mezelf zien, durf ik te huilen en vertel ik wat ik heb meegemaakt. Al ben ik nog steeds van mening dat het niet erg genoeg is wat ik heb meegemaakt. Ik vind het vreselijk om de verhalen van de andere dames aan te horen. Dat was allemaal vele malen erger, wat deed ik hier?

Toen verloor ik mijn baan, omdat mijn contract afliep en het te lang ging duren voor mijn baas. Ook al was hij de voornaamste reden dat ik thuis kwam te zitten! Gelukkig koos ik op dat moment me nog meer op mezelf te richten. Ik moest en zou beter worden. Ik wilde weer genieten van motorrijden, van boeken lezen, van lekker uit eten gaan.

Zou ik dat ooit weer voelen? Geluk? Want nu kan ik me dat echt niet voorstellen.

 

Vandaag ga ik voor Aaliyah – Journey to the past

 

Liefs, Renée x