Je kent het wel, alles gaat goed en er lijkt geen eind aan te komen. Zal het altijd zo blijven, denk je dan hoopvol. Maar nee. Net wanneer je voorzichtig gelukkig durft te zijn, breekt de hemel en opent de hel zich weer.
Een oase van rust
Afgelopen zomer zijn mijn vriendin en ik op vakantie geweest. Nou ja, vakantie? We gingen elk weekend naar een camping. Meer dan twee à drie dagen is voor ons te veel, dat trekken we niet. Na een uurtje rijden vanuit Utrecht kwamen we met ons busje op het bospad van een natuurcamping in Gelderland. Direct daalde de rust over ons heen. De stilte was verademend en de warmte van de hittegolf drong een stuk minder door in het dichte groen. Slanke zonnestralen en flarden schaduw kunnen dan zo hemels zijn.
Een veilige oase
De camping was midden in een bos. We reden een hobbelig zandpad over en zagen een paar velden waar we konden staan. Rechts was een groot centraal veld met dik groen gras, een vuurkorf in het midden en heel veel tenten, caravans en tipi’s. Kinderen speelden, honden blaften en vaders, moeders en andere ANWB-ers vulden het veld. Het zweet brak me uit, de angst greep me naar de keel. Al die mensen. Mijn vriendin zag mijn grote ijzige ogen in m’n bleke gezicht en zei heel bevrijdend en blij: oh, kijk, daar, dat veld is helemaal leeg! Tussen de bomen door zagen we een ander veld waar inderdaad nog niemand op stond. Lachend om ons typisch sociaal mijdend gedrag reden we naar het lege veld en gingen we in een hoekje staan, dicht tegen de bosrand en plaatsten de bus met de achterkant naar het midden van het lege veld. Zo hadden we toch mooi een fijne en veilige oase voor onszelf gemaakt.
Ook wij kunnen gelukkig zijn
Zo gingen we vijf weekenden achter elkaar naar dezelfde camping, onze camping, hetzelfde veldje, ons hoekje. De voorspelbaarheid en stilte zonder mensen om ons heen gaf ons rust. De rust die we dat allebei nodig hebben, wat we weten van elkaar. Zij vanuit haar autisme, ik vanuit mijn sociale angststoornis. Hier voelden we ons vrij, veilig en verliefd. Voorzichtig geloofden we dat ook wij gelukkig konden zijn.
Een gezellige hel
De laatste keer dat we weer gingen verliep het echter anders. Ik kende de weg nu goed en op de automatische piloot sloeg ik ons bospad in. Op de camping aangekomen zagen we tot onze schrik dat op ons veld al mensen zaten en dat ons plekkie bezet was. Ik schoot in mijn freeze-reflex en wist even niet meer wat ik moest doen. Mijn vriendin wist het ook even niet meer. Dit was onverwacht en erg ontregelend. Paniekerig zochten we naar een leeg veld, maar helaas. Alleen op het grote ‘sociale ANWB-veld’ was nog plek. We voelden de bui al hangen.
Volgende week vertelt Rogiér hoe hij met de situatie omging.