Dit is het vervolg op dit artikel. Schoorvoetend reden we over dat veld. Ik voelde al die ogen op ons gericht en kreeg het super benauwd. In een hoekje parkeerden we de bus en zetten schuchter ons kamp op. Met de rug naar de anderen schuilden we achter onze bus. Zolang we daar zaten was er niet veel aan de hand en vergaten we zelfs dat er ook nog anderen waren. Maar je kunt het niet ontwijken. Naar de wc gaan of water halen: je loopt houterig langs al die mensen, mensen die altijd wel kijken, knikken, iets zeggen of zelfs een heel praatje willen houden. De spanning liep op en op en op. Ik probeerde het te verdragen, te incasseren, van me af te laten glijden, te negeren. Maar dat lukt natuurlijk niet echt.
Paniek
In de middag gingen we met de bus, de omgeving in om daar een grote wandeling te maken. Dat was fijn. We ontspanden ons en voelde weer de vrijheid, stilte en rust die we blijkbaar zo hard nodig hebben. We konden weer onszelf zijn en waren voorzichtig weer gelukkig. Totdat we terug bij de bus waren en we terug naar de camping zouden gaan. Donkere wolken pakten zich al samen. Ik startte de bus maar nog geen honderd meter verder verstarde ik, wist niet meer waar ik heen moest en paniek barstte in me uit. Ik zette de bus langs de kant van de weg. Gespannen en met strakke ogen keek ik voor me uit. Wat is er, vroeg mijn vriendin en het huilen begon. Machteloos zat ik gevangen in mijn angst. Ik kon het gewoon niet meer aan.
Je kunt altijd weg
Mijn vriendin, de lieve schat, troostte me en herinnerde me aan de regel die we met elkaar hadden afgesproken: als een van ons het niet meer trekt, gaan we gewoon weg, zonder vraag, gezeik of gezeur, gewoon boeltje oppakken en naar huis. Door mijn tranen heen zag ik haar begripvolle lach. De acceptatie, veiligheid en liefde gaven me weer de grond onder mijn voeten.
Ik startte de bus en we reden met bevrijd hart naar de camping. De paniek was gesust, de beklemming verdwenen zonder me schuldig of zwak te voelen. Dat doen wij zo goed. Daar ben ik best wel trots op. Hoe goed het ons keer op keer lukt om met mijn angsten of haar autisme om te gaan. We accepteren niet alleen hoe we zijn, maar zeggen volmondig ja tegen elkaar met onze storing, onze beperking en onze problemen. Geven elkaar onvoorwaardelijke veiligheid waardoor we kunnen zijn wie we zijn, dingen doen of iets nieuws uitproberen. We vinden het niet erg als dat dan misloopt. Onvoorwaardelijk ook is onze liefde zodat we zonder schaamte met onze beperking en ontregelingen om kunnen gaan. Het is goed en anders toch, dat zeggen we vaak tegen elkaar.
Zelfspot
En zelfspot, dat is ook onze kracht. Op de camping reden we heel erg langzaam, opzichtig en spottend observerend over het centrale gezellig sociale ANWB-veld. We lachten als twee jolige kleuters terwijl we demonstratief onze spullen inpakten. Terwijl we de anderen vreemd naar ons zagen kijken, deden we er nog een schepje bovenop en maakten we een karikatuur van onszelf. We acteerden ons meest psychisch ontregelde gedragingen. Absurdisme op en top! Vrolijk, balorig en bevrijd van angst vertrokken we en verlieten deze ‘oh zo gezellige camping’.
We waren weer op weg terug naar huis. De hel had zich weer gesloten en de regen hield op in ons te vallen. Om onszelf te belonen voor onze fantastische coping-strategie, besloten we nog lekker uitgebreid uiteten te gaan in Amerongen voordat we samen de nacht in gingen.