Dit is een open brief aan iedereen die ik heb teleurgesteld door niet op te komen dagen, niet terug te bellen, niet op te nemen, niet te mailen, liegen over dat ik dat wel zal doen en er niet te zijn wanneer je me nodig had.
Ik begrijp je emoties en gedachten die je misschien hierover hebt gehad. Ik heb deze ook. Teleurstelling, frustratie, angst en misschien zelfs woede.
Ik begrijp het als je me hebt losgelaten, dat je me geen tweede, derde of tiende kans hebt gegeven. Ik begrijp het dat je me niet meer vertrouwde, dat je onze relatie een beetje op een laag pitje zette.
Ik wil dat je weet dat het me spijt. Ik weet dat ik nooit de intentie had je teleur te stellen. Maar ik weet ook dat soms dat niet uitmaakt.
Ik wil je bedanken, als je nog steeds hier bent. Als je me steunt. Ik weet dat onze band dieper en beter kan zijn. En ik wil ons dat geven. Dat ga ik doen.

Deze brief schreef ik een tijd terug. De brief staat voor een van de moeilijkere gevechten die ik heb (gehad) met de realiteit van borderline, depressie en angst. Communicatie.
Kansen voorbij laten gaan, terwijl ik in bed lig; niet het gevoel hebbende dat ik iets goed kan doen of iemands vriendin kan zijn. Mensen teleurstellen, omdat ik me enorm geblokkeerd voel en me niet in staat voel te communiceren. Terwijl angst en piekeren me tegenhouden om ook maar de kleinste dingen te doen of op te pakken.

Maar nu ik meer en meer leer over mezelf, groei ik. Ik probeer aardiger te zijn voor mezelf. Mijn hele zelf te zien. Ik probeer te accepteren en van mezelf te houden.
Ik ben begonnen met ruimte creëren. Ruimte in mijn leven en in mijn hoofd. Meer tijd en geduld voor moeilijke tijden en gevoelens, meer tijd en geduld voor mezelf leren kennen.
Ruimte voor wat ik nodig heb, voor wat ik wil, voor hoe ik me voel, voor waar ik in geloof.
Je zult moeten beslissen, weet je, dat je het waard bent om ruimte in te nemen. Om hier te zijn. Om jezelf te zijn.

De worsteling van communiceren, voor mij, heeft zijn wortels in angst en ontkenning. Natuurlijk houden depressie en piekeren je tegen in het doen en willen van dingen, in communiceren, dat is echt. Maar het ontkennen dat je je zo voelt en bang zijn voor het feit dat je je niet ‘normaal’ of ‘gelukkig’ kan gedragen of uiten naar anderen, leidt daar boven op tot nog minder communicatie. Het moment dat ik meer ging accepteren dat ik me een bepaalde manier voelde en dat het ok was, dat ik dat mocht voelen, was ik minder bang voor communicatie met anderen.

Ik heb ook gemerkt dat hoe meer ruimte en tijd ik mezelf geef, hoe meer ruimte en tijd ik heb voor anderen. Misschien trouwens niet meer, maar wel beter. Betere kwaliteit. Meer echtheid. Ik heb besloten echt te zijn. Authentiek. En om die echtheid te delen met de mensen om me heen. Eerlijk te zijn over hoe ik me voel en hoe het met me gaat. Misschien niet altijd meteen, maar uiteindelijk wel.
Jezelf ruimte geven gaat ook over het maken van beslissingen. Beslissingen over of je wel wilt communiceren met iemand, of je wel onderdeel wilt uitmaken van hun leven of project, of wat dan ook. Ik leer steeds beter dat niet iedereen en alles je aandacht of affectie kan hebben. Als ik kwaliteit wil; moet ik kiezen. Alleen dan, kan ik ruimte in mijn leven hebben.

En alleen dan, kan ik mijn intenties in lijn brengen met mijn acties; dan kan ik antwoorden, terugbellen, e-mailen, op komen dagen, niet meer liegen over hoe het met me gaat en er voor anderen zijn.

Wees eerlijk naar en aardig voor jezelf en anderen en je zult zien dat meestal je acties in lijn zijn met je intenties. En dat is iets erg moois om te oefenen en te leren!

Herken je dat? Je krijgt het benauwd van een ruimte vol met mensen of je moet blozen wanneer je iemand voor het eerst ontmoet. Het is menselijk om je wel eens zenuwachtig of angstig te voelen in sociale situaties. Echter, zijn er ook mensen die een intense angst ervaren voor sociale situaties. Je bent misschien bang om je op een bepaalde manier te gedragen of angstverschijnselen (zoals blozen, trillen of zweten) te vertonen. Je bent bang dat anderen je hierdoor negatief zullen beoordelen. De angst voor een negatieve indruk heeft ook weer invloed op hoe jij op de ander overkomt. Het lijkt soms alsof je, bijvoorbeeld raar, onaardig, angstig of saai bent. Terwijl dat helemaal niet het geval hoeft te zijn! In de regel kenmerkt sociale angst zich door angst en ongemak in veel verschillende sociale situaties.

Merk je dat je sociale angst ervaart? Je kan al flink verbeteren door het toepassen van onderstaande tips! (Mocht je toch nog moeite hebben, schroom niet en vraag om hulp!)

Doen!

Zolang je thuis in je veilige omgeving blijft en sociale situaties vermijdt, zal de angst blijven bestaan. Wanneer jij angstig bent in een sociale situatie, is er altijd een moment dat de angst weer afneemt of zelfs verdwijnt. Probeer tijdens een sociale situatie te focussen op het moment van afname in angst. Vertrouw erop dat dit moment komt. Zodra je je niet meer verzet tegen je angst en het niet meer vermijdt, leer je het af om bang te zijn in sociale situaties. De beste manier om van je angst af te komen is door te doen, ga dus de deur uit! Voordat je dit doet kun je bedenken ‘Wat is het ergste wat me kan overkomen?’ Blozen? So what! Hoe meer je je blootstelt aan sociale situaties, hoe beter je met zulke situaties kan omgaan in de toekomst.

Jij bent belangrijk!

‘Als ik nu iets zeg in de groep, zal iedereen mij wel dom vinden.’ ‘Als ik nu met hen ga kletsen, word ik knalrood’. Dit zijn gedachten die kunnen opspelen wanneer jij je in een sociale situatie bevindt. Het is belangrijk om je bewust te zijn van het feit dat jij evenveel rechten en waarden hebt als ieder ander! Je bent niet beter of slechter dan iemand anders. Er is dus geen reden om jezelf te vergelijken met anderen, want jij bent uniek op jouw eigen manier. Durf je plek in te nemen en voor jezelf op te komen.

Vertrouwen in jezelf creëren

Om dit te bereiken, is het belangrijk dat je zelfvertrouwen toe neemt. Dit gebeurt niet van de een op de andere dag! Geef jezelf de tijd, het zelfvertrouwen moet groeien. We komen nu eigenlijk terug bij punt 1 ‘Doen’. Ga eens een keer uit je comfortzone en bewijs aan jezelf dat je het kunt. Voordat je je comfortzone verlaat, kan je aan een situatie uit het verleden denken waarbij het je gelukt is om goed om te gaan met je angst. Je had toen vertrouwen in jezelf, dat kan niet anders, want anders was je niet tot deze overwinning gekomen! Wellicht brak het zweet je een aantal keer uit tijdens sociale situaties, maar bij niemand verloopt het vlekkeloos. We zijn tenslotte allemaal maar mensen!

Je hebt vast wel een keer moeten presenteren voor een groep mensen. Veel mensen vinden dit spannend en worden er zenuwachtig van. Het verschilt per persoon hoe spannend iemand het vindt. Presenteren is iets wat we vaak alleen doen als we worden gedwongen om het te doen. Zenuwachtig zijn is iets wat bij ons mensen hoort, maar hoe ontstaat dit gevoel eigenlijk? En is er wat tegen te doen?

Aandacht
Als je zenuwachtig bent heb je een wat angstig gevoel. Door dit gevoel kun je alleen maar op jezelf letten. Je houdt bij wat je gevoel is, hoe andere mensen op jou reageren en of je wel hard genoeg praat. Kort gezegd: je denkt teveel na. Dit denken helpt je niet om van de angstige gevoelens af te komen.

Tips om rustiger te worden
Ga na waarom jij het zo eng vindt? Waar ben je het meest bang voor en als je ‘angst’ uitkomt heb je hier over een jaar nog steeds last van? Weten mensen dan nog steeds van jouw presentatie af?

  1. Bereid de presentatie niet tot in detail voor
    Als je de presentatie tot in detail hebt voorbereid focus je vooral op alles wat je moet zeggen. Als je iets vergeet raak je sneller in paniek, dit komt omdat je probeert te herinneren wat je moest zeggen. Wanneer je de tekst niet tot in detail hebt voorbereid maar wel hebt voorbereid wat je wil zeggen heb je meer rust. Bereid enkele steekwoorden voor, maar geen hele zinnen!
  2. Je best doen is goed genoeg
    Je wil waarschijnlijk een super prestatie neerzetten, maar wees ook tevreden met een niet perfect resultaat. Je doet je best! Geen presentatie kan perfect zijn, er zullen altijd zaken zijn die ‘beter’ of ‘anders’ hadden gekund. Dit brengt ons naar het volgende punt.
  3. Accepteer dat er kritiek kan zijn op je presentatie
    Niet iedereen hoeft het met jouw presentatie eens te zijn: voel je niet persoonlijk aangevallen. Iedereen heeft een andere mening en is vrij om deze te hebben.
  4. Oefening baart kunst
    Door veel te oefenen met presenteren krijg je er meer gevoel voor. Hierdoor krijg je ook meer zelfvertrouwen en kunnen de angstgevoelens verminderen.

Het klinkt misschien raar of arrogant, maar wanneer ben je voor het laatst echt trots geweest op jezelf? Iets wat je hebt ondernomen of gezegd. Een stap die je hebt gezet in de juiste richting. Geen idee zeker? Want op kleine dingen lijken we niet trots te kunnen zijn. We zien alleen de grote overwinningen, toch zijn die niet belangrijker dan de kleine stapjes die we nemen.

Awards
Hoe kom ik hier nu zo op? Afgelopen weekend heb ik 2 regionale wedstrijden gehad van dansen. Ik dans modern en streetdance/hip-hop met een klein groepje geweldige meiden (selectiegroep). Elke wedstrijd worden er 3 awards uitgereikt. Voor de mooiste, grappigste, energiekste dansen van de hele show. En daar komt hij natuurlijk: we hebben een award gewonnen! Wat zeg ik? Twee stuks! Bij de eerste award spatte de verbazing er al vanaf, bij de tweede was het nog leuker!

Toen de ongeloof een beetje was gezakt, maakte het plaats voor trots. Ik ging de dag analyseren en besefte me dat ik eigenlijk een echt leuke dag had gehad! Kwam het door de prijzen? Natuurlijk was dat de kers op de taart,maar de zenuwen die altijd overheersten hadden deze dag plaats gemaakt voor genieten en emotie. Ik kon niet wachten om de dansvloer op te gaan en te laten zien wat we konden.

Steun
Bij de tweede show had ik publiek! Mijn moeder, beste vriend en een goede vriendin kwamen kijken. Natuurlijk sta je daar wel even bij stil, maar zodra de eerste klanken van de muziek opkomen begint het genieten van de dans. Een paar minuten van emotie en meer dan dans bestaat er even niet.

Ik word door mijn ouders en partner hierin heel erg gesteund. En ze komen allemaal kijken als de mogelijkheid er is. Dat voelt zo vreselijk goed. Uiteindelijk moet ik het alleen doen, daar op het podium, maar door lieve woorden en hun aanwezigheid lijkt het net even wat beter te gaan.

Kleine dingen om trots op te zijn
Dit is natuurlijk zo’n grote gebeurtenis om trots op te zijn. Dit is een flinke boost om net even iets makkelijker ook trots te zijn op kleine dingen. Zoals dat ene gerecht dat je voor het eerst maakt en in een keer lukt, of juist na drie verwoeste pogingen en je gaf niet op. Toch weer het hardlopen oppakken, nadat je dat al twee maanden tegen jezelf zegt. Of dat chocolaatje laten liggen, ondanks dat hij verleidelijk naar je kijkt.

Wees trots zonder arrogant te worden, dat siert je veel beter. Kijk ook eens om je heen. De mensen naast je. Ben je trots op iemand, zeg het! Weer die enorme boost, die blozende wangen en het goede gevoel, dat wil je toch doorgeven? Zodra we klaar waren met de wedstrijden en we onze tassen aan het inpakken waren, heb ik een momentje genomen om de meiden duidelijk te maken dat ik trots was dat we dit maar even gedaan hadden. Was het nodig? Nee, het was duidelijk dat we echt hebben staan knallen. Was het de tweede kers op de taart? Ja!

Het nummer van deze week is Ain’t my fault van Bebe Rexha. Dit is één van de winnende dansen. Duim je mee dat wij in juni mogen dansen in Ahoy? Dat is de overtreffende trap van de wedstrijden van afgelopen weekend, de landelijke voorstelling.

Liefs, Renée x

Iedereen staat er bij stil. De één meer dan de ander, maar toch zijn we er allemaal mee bezig: het verleden en de toekomst. Van de kleine dingen zoals “wat was het een leuk weekend” en “wat zullen we eens eten vanavond?” tot traumatische gebeurtenissen die je hebt mee gemaakt en de toekomstplannen met je partner.

Het verschilt per persoon hoe ermee omgegaan wordt. Ikzelf rende steeds weg voor mijn verleden, dat betekende ook dat ik door mijn leven heen raasde. Alles moest direct gebeuren, ik vond dat mijn leven veel te langzaam ging. Ik wilde zo snel mogelijk mijn leven op de rit hebben ‘zoals het hoorde’. Huisje, boompje, beestje. En wat gebeurt er dan? Ik ging gigantisch onderuit. En niet één keer, nee, ik doe het ‘gewoon’ een paar keer om er zeker van te zijn.

Traumatische gebeurtenissen

Deze ervaringen veranderen je kijk op de toekomst. Ik heb meer dan eens te horen gekregen: “het is gebeurd, vergeet het gewoon. Niet meer bij stilstaan.” Maar deze gebeurtenissen tekenen je. Je kunt het niet vergeten. En als je dat al kunt, is dit vaak tijdelijk. Totdat je het echt niet meer weg kan stoppen, het haalt je altijd weer in.

Deze gebeurtenissen zorgde er bij mij voor dat ik heel onzeker werd. Ik kwam aan, ik ontwikkelde faalangst en ik stopte met de dingen waar mensen over konden oordelen, zoals school en hobby’s. Daarnaast zei ik altijd dat het goed met me ging en zorgde ik dat ik nonchalant over kwam naar anderen. Ik deed alsof niets mij raakte ook al werd gepest op de middelbare school en had ik discussies met mijn moeder. Maar diep van binnen zat er veel verdriet, het raakte me zeker wel.

Net doen alsof dit alles mij niet raakte was een stuk makkelijker dan laten zien dat ik mijn leven graag op orde wilde hebben, maar dat dat juist niet lukte. Ik kreeg zo vaak te horen dat ik te min was voor een goede relatie en dat ik succes nooit ging bereiken, als je dat vaak genoeg hoort, ga je het vanzelf geloven.

Hoe ik het een plekje geef in mijn toekomst

Toen ik aan mezelf ging werken, veranderde mijn houding naar de buitenwereld. Ik viel af en werd een perfectionist. Wel een onzekere die heel moeilijk met nieuwe dingen kon omgaan. Dus de stille muis werd nog stiller en niets was goed genoeg. Ik was niet meer nonchalant maar liet zien dat ik hard werkte om voor mezelf te zorgen.

Toen kreeg ik mijn burn-out… Achteraf heel logisch, ik rende weer heel hard om mezelf waardig te maken voor deze wereld. Ik legde altijd de schuld bij mezelf. Contract niet verlengd? Eigen schuld. Slechte relatie? Eigen schuld. Gevoel dat je faalt? Eigen schuld. Probeer het straffende stemmetje van vroeger maar eens uit je hoofd te krijgen, dat lukt je waarschijnlijk niet alleen.

Tijdens therapie leerde ik dat ik het waard was. Ook al heb ik geen diploma of veel geld op zak. Ik leerde van mezelf houden zoals ik ben. De straffende stemmen werden minder. Ze zijn er nog wel, maar ik laat het niet meer mijn leven beheersen. Toch blijft op de rem trappen moeilijk. De mensen om me heen moeten het af en toe voor me doen en ook op school houden ze me in de gaten. Niemand wil dat ik weer de afgrond in ren, ook ik niet.

Trots zijn op mezelf lukt af en toe. En soms kijk ik naar mijn partner en denk dan: ik verdien jou helemaal niet. Maar dan pakt hij me weer stevig vast en zegt dat hij van me houdt, dan stop ik dat negatieve weer even weg en geniet ik van het moment.

Mijn conclusie

Ik vind het verleden heel belangrijk, het is een deel van jou. Je ervaringen, positief en negatief, mag je nooit vergeten. Maar wat nog belangrijker is, is dat je er niet in moet blijven hangen. Ik had er therapie voor nodig, maar als ik zie hoe veel positiever ik nu in het leven sta! Ik leer nog steeds iedere dag iets bij. Dingen die zijn blijven hangen met therapie en van mijn ouders. Maar wat ik van mijn partner leer is dat ik me niet zo druk moet maken om kleine dingen. Hij helpt me te genieten van het leven, wat wil ik nog meer?

Het doet wel pijn,

Maar niet genoeg.

Ik sta niet langer stil,

De wereld wacht op mij.

Ik ben vrij,

Genoeg te doen.

Het nummer deze week is van Jamai – Genoeg te doen. Niet omdat mijn partner onverwachts bij me weg is gegaan, maar omdat ik me zo voel naar mijn verleden toe. Ik laat los wat er gebeurd is en geniet weer.

Liefs, Renée x

“Eigenlijk wil ik liever niet mee naar de verjaardag van je broer”, zei ik tegen mijn partner, “maar natuurlijk wil ik toch wel graag mee.” “He? Wat wil je nou?” zei zij licht gefrustreerd. “Als je niet mee wil, hoef dat niet hoor. Voel je vooral niet verplicht!” “Nee, ik wil mee!” zei ik. Het begin van een ruzie leek onvermijdelijk.

Mijn schaduwkant
Het is bij mij ook vaak erg verwarrend. Het komt namelijk best vaak voor dat ik tegengestelde dingen zeg, dat ik iets wil en tegelijk ook niet wil. Dat is niet alleen voor mezelf erg onbegrijpelijk, vervelend en frustrerend, maar vooral voor buitenstaanders, familie, vrienden en in het bijzonder voor mijn partner.

Vanuit mijn angstgevoelens wil ik eigenlijk liever niet naar sociale bijeenkomsten gaan. Ik vind het helemaal niet fijn om naar situaties te gaan waar veel mensen zijn. Dan voel ik me bekeken, angstig, onzeker en gefaald. Ik heb pijn in mijn buik, ga tien keer naar de wc en verstijf. Het liefst kruip in mijn veilige bubbel en blijf lekker thuis. Maar tegelijk wil ik juist graag het huis uit, onder de mensen zijn. Ik hou van mensen! Persoonlijk ben ik namelijk heel sociaal.

Van nature ben ik een extrovert persoon. Maar dan wel één met trauma’s. Door die trauma’s heb ik een angst- en vermijdende persoonlijkheidsstoornis ontwikkeld. Die combinatie zorgt vaak voor tegenstrijdige gevoelens, gedachten en gedrag. Uit angst vermijd ik veel activiteiten, maar ben daar niet gelukkig mee. Hierover praten is een lastige zaak omdat het voor mij en voor veel mensen zo verwarrend is. “Wil je het nou wel of niet?” vragen ze mij dan, licht geërgerd. Ze weten niet goed hoe ze moeten omgaan met mijn tegenstrijdige gedrag. “Je hoeft niet hoor! Als je niet wil…” zeggen ze dan geraakt. “Ik wil wel en ik wil niet” antwoord ik dan. Dit leidt niet zelden tot onbegrip, ongeduld en soms zelfs tot ruzies. Mensen voelen zich persoonlijk aangesproken, verontwaardigd of zelfs aangevallen.

Mijn mallemolen
Je kunt er bij mij ook geen pijl op trekken. De ene keer ben ik gewoon mezelf, super relaxed, niets aan de hand. Maar soms kan een enkel woord, geluid of geur mijn trauma triggeren. Dan schiet ik plots vol, kan ik geen woord meer uitbrengen en zie je me met een verwrongen gezicht ‘iets’ wegslikken. Soms barst ik vol in tranen uit. Dat vind ik erg gênant; de ander vaak ook. Het komt ook voor dat ik met grote ogen verstijf, in mezelf wegkruip en als een robot reageer. Of ik reageer juist in paniek en ren dan plots weg. Zomaar, zonder reden. Ik kom dus af en toe nogal een beetje raar voor de dag!

In andere situaties kan ik flink overprikkeld raken. Als er te lang mensen om me heen zijn, raak ik door mijn angststoornis ontzettend uitgeput – zelfs als het mijn eigen geliefde partner is! Mijn ‘alarmsysteem’ staat dan te lang op scherp. Ik weet dat dat niet nodig is, maar toch voel ik me enorm angstig en gespannen. Na verloop van tijd word ik stil, ben op mijn hoede, ben overgevoelig en super moe. Ik trek me in mezelf terug, weg van de wereld en kom voor de ander afstandelijk en ongeïnteresseerd over. Voor de buitenstaander lijkt het dat ik niet sociaal wil doen, dat ik de ander niet leuk vind of zo. Die trekt het zich vaak te persoonlijk aan. En dat geeft best veel spanning in relaties.

Het zou fijn zijn als ik in zulke situaties aan de ander kan waarschuwen en uitleggen wat er in mijn lichaam en brein gebeurt. Dat ik dan op neutrale wijze kan aangeven dat ik het niet opzettelijk doe, dat ik niet met een reden of intentie zo reageer. Dat ik zelf ook liever anders had willen zijn. Het zou me erg helpen als ik duidelijk kon maken dat het tevens niet aan de ander ligt en al helemaal niet tegen de ander is gericht. De ander kan dan begrijpen dat hij het zich niet persoonlijk hoeft aan te trekken, alleen maar hoeft open te staan voor mijn ‘mallemolen’.

Codewoord
Mijn partner en ik hebben ontdekt dat een codewoord uitkomst kan bieden. Het noemen van zo’n woord op zulke momenten neemt al heel wat frustratie weg. Als ik dat woord zeg, weet zij dat ze zich niet beledigd of aangevallen hoeft te voelen wanneer ik weer vreemd gedrag vertoon, wanneer ik het één zeg en het ander eigenlijk wil. Bij het horen van het codewoord accepteert zij de situatie, omdat zij weet dat ik het niet persoonlijk ben maar dat het mijn aandoening is die parten met mij speelt. Hierdoor voelen we ons beide minder schuldig en kan de rust snel terugkeren.

Mijn codewoord is dus ‘mallemolen’ en vormt echt een uitkomst. Wanneer ik me angstig voel en wil vermijden maar toch mee wil naar bijvoorbeeld een feest, dan hoef ik mijn gevoelens en angstige houding niet onder stoelen of banken te schuiven. Ik hoef ook niet te liegen dat het goed met me gaat. Door te zeggen dat ik last heb van mijn mallemolen kan ik en zij onderscheid maken tussen mezelf als persoon en mezelf als patiënt, om het maar heel dramatisch te zeggen. Als ik dat woord zeg, weet mijn partner dat wat ik op dat moment voel en zeg onbegrijpelijk, tegenstrijdig of raar kan overkomen. Dat het zelfs bot kan klinken zonder dat ik dat dan zo bedoel.

Ik gebruik het nu ook soms bij familie en vrienden. Dat zorgt er ook bij hen voor dat zij zich niet verontwaardigd hoeven te voelen als ik ogenschijnlijk niet sociaal wenselijk reageer. Hierdoor schieten ze niet in de aanval om zichzelf te verdedigen, of juist in een hulpverlenersrol die hen verplicht om me te helpen. In zulke situaties wil ik juist helemaal niet geholpen worden, alleen maar dat men de situatie accepteert en mijn woorden niet al te letterlijk neemt.

Mensen weten nu, zodra ik ‘mallemolen’ zeg, dat ze mijn soms vreemde gedrag niet persoonlijk moeten opvatten. Dat het ook niemands schuld is maar gewoon is zoals het is. Op die manier kan ik het gesprek licht en open houden. Ze kunnen dan neutraal reageren en vanuit interesse vragen stellen hoe ik het beleef. Ook is er ruimte voor hen om te zeggen hoe zij het beleven. Soms zorgt het woord ervoor dat we elkaar alleen maar een knuffel geven en accepteren wat er is. Door een codewoord af te spreken, wordt het contact een stuk makkelijker.

Als je met mentale problemen te maken krijgt, en daardoor ook in de ziektewet komt, is het vaak moeilijk om er weer uit te komen. Je voelt je vrijwel de hele dag neerslachtig, wil niet naar buiten, hebt geen sociale contacten en er komt (bijna) niemand over de vloer. Simpel weg omdat je hoofd daar niet naar staat.

Maar er komt een dag dat dat zal moeten veranderen. En dan zeg ik niet dat dat binnen een week of binnen twee weken ‘moet’. Absoluut niet! Maar, na verloop van tijd krijg je zelf wel door dat er iets moet veranderen.

Je moet geen regels opstellen voor jezelf, dat is dan de enige regel die ik had. Als je dingen moet doen, van jezelf of van anderen, gaat het niet lukken. Dus geen strak patroon, maar geef jezelf ademruimte:

Een wekker! Maar niet om 7 uur in de ochtend. Ik begon met half 10, en dan mocht ik van mezelf snoozen tot 10 uur. Langzaamaan steeds de wekker wat vroeger gezet tot ik er om half 9 prima uit kon komen.
Binnen 2 uur na het uit bed stappen douchen en aankleden. Het liefst bleef ik lekker in mijn joggingbroek rondlopen (lees: liggen op de bank) maar als ik dan een spijkerbroek aan had met een shirt voelde ik me toch vaak net wat beter. En ik begon na een tijdje ook weer make-up te dragen.
Af en toe de tv uit, gewoon om niet weg te vluchten van de realiteit. Het is heel makkelijk om de dingen die spelen te vergeten als je tv zit te kijken. Maar soms is het nodig om je te realiseren wat er allemaal speelt.
Zoek een nieuwe hobby of pak je oude hobby op. Niet dwangmatig om alles te vergeten, maar gewoon om weer te gaan genieten van het leven. Puzzelen, schilderen, breien. Verzin iets nieuws, wat je misschien normaal niet zou doen. Je kan jezelf verbazen!
• Haal elke dag boodschappen, dan kom je vaker buiten. Als ik niet naar buiten zou moeten om eten in huis te halen, kwam ik ook niet buiten. Ik hield heel erg van wandelen, ook als het koud was. Maar omdat ik niets anders meer wilde dan op de bank liggen, deed ik dat ook niet meer. Door iedere dag avondeten in huis te moeten halen, kwam ik eindelijk weer buiten.
• Geef bij je naasten aan dat je je patroon wil veranderen. Dan kunnen zij je daarbij helpen. Ze kunnen je uitnodigen voor een kop thee, of misschien zelfs even samen de deur uit. Af en toe is het fijn om het even niet alleen te doen.
Ga naar de kapper, verf je haar. Doe eens gek! Je zal je al heel anders voelen.
• Lijstjes maken voor het huishouden. Schrijf op wat er gedaan moet worden en verdeel het over de hele week. Van de kleine klusjes kun je er misschien twee op een dag doen. Maar als iets veel energie kost, zoals het bed afhalen en opmaken, hoef je er maar één te doen. En accepteer dat dan ook. Beter dan niets in huis doen!
• To-do lijstjes zijn ook heel nuttig! Dat geeft rust. Maar zet ook jezelf op het lijstje… En bakje koffie met wat lekkers, of die ene film die je zo graag nog wil zien.

Je zult zien dat je stap voor stap je leven terugkrijgt. Geef het tijd en vertrouw op jezelf! Niet overhaasten, want dan begin je binnen de kortste keren weer van voor af aan. Gun jezelf weer plezier te krijgen in het leven.

Deze week Racoon met Laugh about it. You got this!

Liefs, Renée x

Het hele leven bestaat uit vallen en opstaan. Voor iedereen. Soms letterlijk maar vaak figuurlijk. En het is maar net hoe je er mee om gaat. Vergeet niet dat achter alle voordeuren minder goede dingen gebeuren. Scheidingen, familieproblemen, onverwacht overlijden van een naasten of ziekten.

Het leven is niet perfect en zo hoeft het ook helemaal niet te zijn. In een gemiddeld huishouden werken beiden partners 4 tot 5 dagen per week. Waarom moet je weekend dan ook helemaal volgepland worden? Is het echt zo erg, als ze op je werk vragen: “Wat heb jij dit weekend gedaan?” te antwoorden met: “Heel weinig.” Nee, dat is niet erg! Toch vragen ze vaak: “Waarom dan niet?” Ik wil soms gewoon even niets doen! Het leven is vaak al druk zat. Iedereen heeft ook rust nodig. Na een drukke periode wil ik ook wel eens een middag en avond met een fles wijn en snacks samen op de bank hangen en een filmmarathon houden.

Naast het feit dat iedereen altijd maar leuke dingen moet doen, zijn er ook dingen waar liever niet over gepraat wordt. Zo is één van die dingen ziekten: of het nou gaat om kanker of andere ziekten. Er worden weinig woorden aan vuil gemaakt. Waarom? Omdat het leven altijd goed moet zijn: “Ik ben ziek, maar het gaat goed hoor!”. Ondertussen kom je wekelijks in het ziekenhuis: ik denk dat er meer over gepraat mag worden.

Het leven jaagt geen angst meer aan
Ik heb al zo ver moeten kruipen
Het laatste stuk zal ook wel gaan
Tot ik ga staan

Met de nadruk op mag. En dat ga ik nu ook doen. Negen jaar geleden ben ik onder het mes gegaan omdat er een vermoeden was dat ik leed aan Endometriose (Endometriose is een ziekte waarbij weefsel dat lijkt op baarmoederslijmvlies (endometrium) buiten de baarmoederholte voorkomt. Dit weefsel zit dan op het buikvlies en/of andere organen in de onderbuik. Het groeit daar, het kan ook ingroeien en zorgt voor een chronische ontsteking met een scala aan klachten). Pijn in de onderbuik komt veel voor en de vruchtbaarheid neemt af naar mate de verklevingen erger worden. Negen jaar geleden zagen ze een kleine afwijking, maar niets noemenswaardig.

Afgelopen vrijdag kreeg ik te horen dat ik weer getest zal moeten worden. Hoe het zal gaan lopen weet ik helemaal nog niet, maar het is wel vreselijk moeilijk om weer in deze onzekerheid te zitten. Het is een ziekte die vaak moeilijk is vast te stellen en ook pas na langere tijd zichtbaar is. Dus het is afwachten.

Laat ik voorop stellen dat ik inmiddels heel blij ben met mijn leven: ik kijk uit naar de toekomst met de mensen om me heen, ik ben trots op mijn saaie dagen op de bank, geniet van mijn opleiding en vind het perfect dat het niet perfect is. Toch doet het pijn dat dit er weer bij komt. Maar zoals ook met mijn vader, waar het trouwens erg goed mee gaat, blijven we positief! Zonder dieptepunten geen hoogtepunten. Ik blijf genieten van alles, misschien nu net wel even een beetje meer.

Het nummer van deze week: Racoon – Oceaan. Heeft geen verdere uitleg nodig tijdens het luisteren! Reminder: Niemand, echt niemand, is perfect. Omarm je gebreken, het is zoals het is. En wees gelukkig. Tegenslagen komen, maar gaan ook weer!

 

Liefs, Renée

De afstudeerceremonie blijft een mooi ritueel
Het statige Academiegebouw in Utrecht, in de schaduw van de Domkerk, was de plaats waar een vriend van mij afstudeerde. Het stemde me wat zwaarmoedig. Voor mij was het al weer zo lang geleden dat ik onderdeel uitmaakte van die wonderlijke wereld. Maar het stemde me ook blij dat ik weer in het hart van de Utrechtse intellectuelen mocht zijn.

De plechtigheid vond plaats in de Belle van Zuylenzaal. Ik was, aard van het beestje, veel te vroeg. Met spanning in de borst en een knoop in mijn maag, liep ik met rechte rug de zaal in. Na een oneindigheid kwam ook mijn vriend binnenlopen, met aanhang. Altijd een spannend moment. Hij stapte op mij af, een echte heer, en stelde me voor aan zijn moeder, vriendin, schoonmoeder en twee vrienden. We namen plaats. Ik zat naast zijn vriendin, zwijgzaam.

De hoogleraren kwamen de zaal binnen lopen. Ik herkende er twee, uit mijn studietijd. Toen hun blik de mijne kruisten, knikten ze vriendelijk naar mij. Ze herkennen me nog! dacht ik blij en ik voelde me één met de intellectuelen. Naïef zijn heeft zo zijn fijne momenten.

Felicitaties en koetjes-en-kalfjes gesprek
De hele meute applaudisseerden voor de tigste keer en daarna bewogen we ons naar de Eijkmankamer voor felicitaties en een drankje. De angst in mijn borst schrok weer wakker en de knoop in mijn maag werd strakker. Het was een kleine maar mooie zaal met portretten op de wanden van onze heuse Nobelprijswinnaars. Ik kreeg een biertje in mijn handen en we proosten. Niets aan de hand. De spanning is dragelijk, al ging mijn hoofd in een hogere versnelling. Omdat ik niets wist te zeggen tegen deze mensen die ik niet kende. Het was een koetjes-en-kalfjes gesprek waar ik al helemaal niet goed in ben. Ik deed werkelijk mijn best om mee te doen, maar er kwamen geen woorden, geen anekdotes, niets. Het ongemak en de spanning liepen alleen maar op.

Het vurige verlangen
In de verte zag ik al die interessante mensen om me heen die wel boeiende verhalen vertelden, elkaar geleerde vragen stelden of informeerden naar hun intellectuele werk. Dat alles zag ik, in mijn hoofd, en verlangde vurig om daarbij te zijn. Ik zag de twee mij bekende hoogleraren staan en hoopte dat ze op me af zouden stappen. Dat deden ze niet. ‘Natuurlijk niet, sukkel. Dat moet je zelf doen!’, zei mijn criticus luid en duidelijk. Maar ik durfde niet. Ik stond vastgezogen aan de vloer.

Wu-wei en oog voor het leven
Ik zag mezelf zo staan, veilig maar gefrustreerd ingeklemd tussen deze lieve, aardige mensen, pratend over niets. En toen kwam er een glimlach over mijn gezicht. Ach, jij wannabe intellectueel, dacht ik. Wat kan een mens toch verlangen naar wat hij niet heeft! Altijd maar uitzien naar de verte, naar het bekende groene gras bij de buren. Wu-wei zeggen de Chinese filosofen – houd op met proberen! Accepteer wat er is en verlang niet naar wat er niet is – zeggen de Griekse Stoïcijnen. Het is goed om oog te hebben voor wat je kunt en wat je wel hebt, hier en nu. Prompt kreeg ik met een warme glimlach van de moeder een tweede biertje in mijn hand gedrukt. We proosten op mijn afgestudeerde vriend, gezamenlijk.

Met gezonde spanning deed ik de deur van het klaslokaal open. Baf! Ik zag een volle bak met rumoerige mensen in een kleine zaal voor me. 28 Ogen keken me vol verwachting aan. Angst!

In een fractie van een seconde schoot ik in de stress. Ik sloeg mijn wijd gesperde ogen omlaag, voelde mijn lichaam krommen en kroop in een zo klein mogelijke bubbel. Onhandig als een schooljongen friemelde ik met mijn tas, probeerde onopvallend mijn spullen eruit te halen terwijl het zweet op mijn rug stond. Ik wilde onzichtbaar zijn. Het liefst wegrennen. Maar daar stond ik nu, sukkeltje te wezen.

“Regie nemen!” dacht ik. “Schakelen, nu! Niet heimelijk maar stevig, met kracht”, raasde het streng door mijn hoofd. “Oh dit wordt niks”, zei de criticus, “je kunt het toch niet.” De paniek stond nu echt op het punt om los te barsten. “Heb je dan niets geleerd van al die jaren therapie?” vroeg ik me af. “Rustig maar”, zei de barmhartige, “het komt wel goed.” Ik haalde diep adem.

En toen gebeurde het: ik nam een besluit. Ik rechtte mijn rug, richtte mijn hoofd omhoog en keek de klas rond. Heel bewust nam ik bezit van de ruimte die ik innam terwijl ik de tijd nam om iedereen aan te kijken. Met oogcontact zei ik ‘goedenavond, ik ben de docent’. Doodeng, maar het voelde ook goed. Trots was ik ook op mezelf en voorzichtig stroomden moed en kracht mijn lichaam in. Ik zei dat ik het altijd erg spannend vind, de eerste les. Mensen knikten herkennend en begripvol. Het ijs was gebroken en ik stapte mijn rol in. In gedachten dankte ik mijn dramatherapeut.

Gevloerd door angst

Dat ging vroeger wel anders. Dan werd ik gevloerd door de angst. Ik zette het op een lopen en kroop onder een steen. Het duurde dan weer heel lang voor ik een nieuwe poging durfde te ondernemen. Ik heb veel therapie gehad, waaronder cognitieve therapie. Dat was een goede manier om bewust te worden van de verstoorde wijze waarop ik blijkbaar naar de wereld keek, naar anderen en naar mezelf. Mijn sociale angst kwam voort uit zo’n verkeerde manier van denken en oordelen. De angst versterkte op zijn beurt weer deze verstoring. Zo bleef ik in een vicieuze cirkel ronddraaien. Cognitieve therapie heeft zeker mijn extreme angsten verminderd maar het bleef wel erg, tja, cognitief, rationeel allemaal. En ik zat al zo in mijn hoofd, een hoofd op pootjes dat last had van dat angstige lichaam.

Introductie tot dramatherapie

Zo kwam ik bij dramatherapie terecht. Wat een wereld van verschil. Daar was veel aandacht voor het lichamelijke aspect van mijn sociale angst. Niet zozeer in biomedische als wel in existentiële zin. Hier leerde ik oefenen in concreet bestaan, sociaal aanwezig te zijn met heel mijn wezen: ziel en lichaam – om het maar eens zweverig te zeggen. Maar dramatherapie was helemaal niet zweverig. Juist super concreet. Er werden sociale situaties uitgewerkt, mee geoefend en voelbaar gemaakt. Eerst dacht ik nog dat het er dramatisch en theatraal aan toe zou gaan. Ja, soms vielen er tranen, harde woorden, intense emoties. Het waren immers echte gebeurtenissen uit de eigen ervaringen van mij en de groepsgenoten. Dat was soms heftig.

Maar we deden ook vaak spelletjes. Ja spelletjes! Zoals kinderen doen op de speelplaats. Super eng als je een sociale fobie hebt. Tikkertje, rare geluiden maken, of stoelendans, hints, en meer sociaal zichtbare activiteiten – exposure! Mijn trauma’s werden flink getriggerd maar die spelletjes leidde ook vaak tot hilarische momenten. Zo leerde ik het speelse kind in mij herkennen en het de vrije loop te laten. Iets dat ik nooit geleerd had ruimte te geven.

De weg vooruit

Dramatherapie was al met al erg confronterend, sociaal zichtbaar en emotioneel. Maar bovenal was het voor mij zeer leerzaam en helpen. Ik leerde mijn lichaam door en door kennen, eraan te wennen, erin te wonen. En het was ook heel relativerend op een niet rationele manier. Keer op keer oefenen met aanwezigheid, zichtbaarheid en ervaren wat je daarbij voelt, hoe je lichaam reageert, was enorm helpend en helend. Na twee jaar ben ik gegroeid, persoonlijk erg veranderd, zowel in mijn denken als in mijn lichaam. Mijn lichaam en geest zijn weer één – om het maar weer zweverig te zeggen.

“Fantastisch!” zou je zeggen. Pfff, helaas. Zo zonnig is het nu ook weer niet. Angst zal altijd wel een onderdeel van mijn leven blijven. Dat blijft een bittere pil om te slikken. Echter, zodra ik in sociale situaties weer paniekgevoelens ervaar, kan ik het nu wel vaker een plek geven in mijn lichaam. Ik kan erop vertrouwen dat ik het aan kan, dat ik blijf (be)staan. En als ik dan toevallig weer struikel, val in angst en beven, dan recht ik mijn rug, hef mijn hoofd omhoog, kijk recht in de ruimte om me heen en haal diep adem. Zo durf ik weer ergens binnen te komen.