Iedereen heeft zijn eigen grenzen; de ene persoon heeft een hogere grens dan een ander. Daarnaast kan de een ze makkelijk aangeven, maar een ander heeft daar misschien meer moeite mee. Grenzen aangeven is iets wat we in ons dagelijks leven continu doen, bijv. op ons werk of in relaties. Wanneer er sprake is van mentale klachten, stress of spanning is het aangeven van je grenzen van groot belang, maar zien we vaak dat mensen daar meer moeite mee hebben dan normaal.
Grenzen aanvoelen
Om beter je grenzen te kunnen aangeven is het eerst van belang om bewust te worden van je eigen grenzen. Vaak word je hier pas bewust van, nadat jijzelf of iemand anders over jouw grens is gegaan. Hoewel dit uiteraard vervelend is, biedt het ook de mogelijkheid om hiervan te leren. Probeer na te gaan hoe de situatie is verlopen, wat er aan voorafging: waren er lichamelijke signalen die aangaven dat je je grens ging bereiken? Heb je bijv. die nacht slecht geslapen, heb je veel aan je hoofd of speelt er misschien iets anders? Al deze factoren kunnen bijdragen aan het bereiken van jouw grens. Het is belangrijk hiervan te leren, om in het vervolg beter je grens aan te kunnen voelen. Daarbij is het ook van belang om te realiseren dat grenzen kunnen veranderen.
Grenzen aangeven
Grenzen aangeven is belangrijk in veel sociale situaties. Grenzen aangeven kan voor rust zorgen. We zien dat wanneer mensen hun grenzen beter kunnen aangeven, dit ook op de langere termijn positieve gevolgen heeft. Hieronder lees je enkele tips om beter je eigen grenzen aan te geven aan een ander:
1. Uit de ik-vorm praten.
Wanneer er sprake is van spanning zijn we soms geneigd om boos te reageren of verwijten naar een ander te maken. We zijn dan ook snel geneigd om met de vinger te wijzen en de nadruk te leggen op de ander. Probeer hierbij juist uit de ik-vorm te spreken.
2. In het hier en nu spreken
Aanvullend op het eerste punt worden er ook vaak oude koeien uit de sloot gehaald, waarbij er bijvoorbeeld wordt benoemd dat iemand iets elke keer of altijd doet. De situatie wordt dan groter dan het werkelijk is, waardoor de spanning kan oplopen. Tip is om zoveel mogelijk in het hier en nu te spreken. Benoem dat je het op dit moment niet waardeert dat iemand over je grens heen gaat.
3. Onderbouw je grens
Vervolgens is het belangrijk om ook te onderbouwen waarom je grens is bereikt. Let erop dat je je niet hoeft te verantwoorden voor waar je grens ligt, maar dat je wel kan aangeven wat voor gevoel het je geeft, of wat voor effect het op je heeft. Dat geeft de ander meer duidelijkheid over waar jij vandaan komt.
4. Verwachtingen uitspreken
Na het aangeven dat iemand over jouw grens is gegaan, is het ook van groot belang om te benoemen wat je graag wel zou willen. Het is makkelijk om alleen maar te benoemen wat je niet wil, maar het is juist belangrijk om aan te geven wat je wel wil.
5. Gevolgen uitspreken
Ook zien we vaak dat mensen wel hun grens aangeven, maar anderen vervolgens alsnog over hun grens laten gaan. Daarom is het van zeer toegevoegde waarde om ook de gevolgen uit te spreken als iemand toch nog over je grens heen gaat. Bijvoorbeeld
Voorbeeld van goed je grenzen aangeven
Laten we bovenstaande punten illustreren in een voorbeeld. Je kunt natuurlijk het volgende zeggen:
“Je laat me ook nooit uitpraten. Dit doe je elke keer als we een discussie hebben. Het heeft zo geen zin meer, laat maar!”.
Maar probeer het anders eens zo:
“Ik vind het niet fijn dat je me op dit moment niet laat uitpraten. Ik krijg hierdoor het gevoel dat ik niet word gehoord. Ik zou het waarderen als je me nu, maar ook in het vervolg de ruimte geeft om mijn mening te geven, net zoals ik jou net de ruimte heb gegeven om jouw zegje te doen. Anders kan ik op deze manier geen fatsoenlijk gesprek met je voeren.”
Conclusie
Samenvattend is het van groot belang om eerst je eigen grenzen aan te voelen. Met bovenstaande tips kan je hopelijk steeds beter je grenzen aangeven in sociale situaties.