Doemdenken, iets waar ik soms erge last van kan hebben. Sommige gebeurtenissen in het dagelijkse leven kunnen bij mij ineens allerlei onzekerheden en negatieve gedachten opwekken. Soms denk ik dat dit iets is waar iedereen wel eens last van heeft en wat eigenlijk heel normaal is, maar toch blijft het voor mij moeilijk om hier mee om te gaan. Heb jij hier ook weleens last van?
Erover praten
Ik zie mezelf als een angstig persoon, vooral op sociaal gebied. Doemdenken gaat bij mij dus vaak over sociale situaties waar ik tegenop kijk. Of het gaat juist over sociale situaties die al geweest zijn, maar waarvan ik vind dat ik het misschien anders had moeten aanpakken.
Eén van de coping stijlen die ik aangereikt heb gekregen via NiceDay, is het praten met een vertrouwenspersoon over deze negatieve gedachtes en gevoelens. Dit zal het probleem niet volledig oplossen, maar het kan wel helpen de angst iets te verlichten. Praten kan een ander perspectief op de situatie geven. Dit is iets waar ik zelf ook erg veel behoefte aan heb; mijn gedachten en gevoelens met iemand delen en sparren over mijn probleem. Maar tegelijkertijd vind ik dit dood en doodeng.
Negatieve gedachten
Wanneer ik constant rondloop met negatieve gedachten en gevoelens kunnen die steeds erger worden. Ze kunnen mij ervan overtuigen om niets met anderen om mij heen te delen en alles op te kroppen. Dit is iets wat natuurlijk totaal niet werkt en zelfs kan leiden tot zelfdestructieve gedachten.
“Ik heb geen vrienden om dit mee te delen. Ik wil niemand tot last zijn, of overkomen als een zeikerd. Ze zullen vast denken dat ik me aanstel en dat het nergens op slaat dat ik zo reageer. Straks jaag ik mensen bij me weg als ik te veel over mijn negatieve gedachten en gevoelens praat. Wat als ze het stom vinden? Wat als ze mij stom vinden? Straks vinden ze me misschien wel vervelend of irritant.”. Dit zijn een aantal van de gedachten die op zulke momenten constant door mijn hoofd kunnen gaan.
Angst voor afwijzing
Misschien valt het je al op, maar op zulke momenten ben ik eigenlijk gewoon bang. Bang dat ik niet serieus genomen wordt. Bang dat ik een last ben voor andere mensen. Maar, ik denk dat ik voornamelijk bang ben voor afwijzing. Een voor mij bekend probleem, waar ik hard aan probeer te werken. Ik doe mijn best om erop te vertrouwen dat de mensen om me heen niet zomaar bij me weg zullen gaan en dat ze met me omgaan omdat ze mij oprecht leuk vinden om wie ik ben als persoon. Niet om hoe ik eruit zie, wat ik zeg of wat ik doe, maar om wie ik ben. Dat is enorm lastig, maar ik probeer toch stappen te zetten door bijvoorbeeld toch een berichtje te sturen naar een vriend of familielid wanneer ik me even wat minder goed voel. Dat gaat natuurlijk ontzettend tegen mijn gevoel in, maar het zetten van die stap is juist nodig om mijn angst uiteindelijk te verslaan en gelukkiger en comfortabeler te leven.
Een helpende hand
Als ik realistisch ben, vind ik het zelf nooit erg als iemand met zijn probleem bij mij aan komt kloppen. Ik vind het juist fijn, want dan weet ik dat die persoon mij vertrouwt en we echt een goede band met elkaar hebben. Ik vind het fijn om mensen te helpen, waarom vind ik het dan zo moeilijk om anderen de kans te geven mij te helpen? Tsja, dat is een vraag waar ik niet zo snel een antwoord op heb. Maar ook dat is niet erg. Het belangrijkste is dat ik me bewust ben van de dingen die er in mijn hoofd gebeuren en ik langzaam probeer dit “negatieve” patroon te doorbreken. En ik geloof dat jij dit ook kan, op jouw eigen tempo!
Dagelijkse dosis tips
Ik hoop dat ik je een beetje inzicht heb kunnen geven in wat mijn patronen zijn en hoe ik dit langzaam probeer om te buigen in iets positiefs. En dat als jij last hebt van dezelfde gedachten als ik, je hier iets aan hebt en je hopelijk niet alleen voelt! Ben je op zoek naar wat extra positiviteit en mental health tips? Volg NiceDay op Instagram. Ook op mijn eigen Instagram deel ik mijn ervaringen en probeer ik positiviteit te verspreiden. Benieuwd? Neem een kijkje op mijn profiel!
Bedankt voor het lezen en tot de volgende keer!
Liefs,
Anouk
Wanneer je last hebt van sociale angstgevoelens voel je je vaak zenuwachtig of gespannen in situaties met andere mensen. Sociale angst is een normaal gevoel, meer dan 90% van de mensen voelt zich wel eens ongemakkelijk of zenuwachtig als er anderen bij zijn. Op het moment dat je hier last van gaat hebben of het je leven gaat beheersen (en je dagelijkse dingen vermijdt) is het belangrijk actie te ondernemen. Het kan namelijk voorkomen dat je door de spanning paniekaanvallen krijgt.
Spannende situaties en je gedachten
Als je in een situatie bent die spannend voor je is dan spelen gedachten een grote rol. Gedachten gaan meestal over mogelijke rampen die kunnen gebeuren (“ze zullen me wel stom of saai of niet normaal vinden”, “ik kan vast niet uit mijn woorden komen”).
Deze nare gedachten zetten de volgende processen in gang:
- Ze zorgen voor angstklachten: trillen, zweten, droge mond, verhoogde hartslag en een licht gevoel van paniek.
- Door nare gedachten wordt de aandacht direct op je eigen angstige gedrag gericht: je let op je fysieke verschijnselen en al je negatieve kanten worden uitvergroot. Deze zelf-gerichte aandacht vormt een groot deel van het probleem. Er gaat een groot deel van de energie naar deze zelfbeoordeling.
- De gedachten die je hebt zorgen ervoor dat je veiligheidsgedrag inzet. Dit kan bijvoorbeeld bestaan uit: vermijding van sociale situaties, oogcontact vermijden, op je telefoon zitten, contact snel afbreken etc.
Wat kun je doen tegen sociale angst? En hoe kun je NiceDay hierbij gebruiken?
- Begin met behulp van de dagboekregistratie in de NiceDay app op te schrijven waar je precies bang voor bent. Wat is het ergste dat er kan gebeuren voor jou in een sociale situatie? Heb je dit wel eens meegemaakt? Hoe heeft dat invloed gehad op je stemming?
- Houd korte presentaties en neem jezelf op via je telefoon om te zien hoe je overkomt. Klopt hetgeen wat je denkt? Test het uit. Op deze manier oefen je alvast met een spannende situatie.
- Doe aandachtsoefeningen. Verschuif de zelffocus naar de focus op het verhaal.
Wees jezelf en richt je op het verhaal wat je vertelt zonder te censureren. Wees niet streng naar jezelf: een sociale onhandigheid wordt vaak niet opgepikt door de omgeving! - Oefen met het weglaten van veiligheidsgedrag: probeer oogcontact te zoeken, zorg ervoor dat je telefoon in je tas blijft en confronteer jezelf met situaties die je spannend vindt. Op deze manier leert je lichaam wennen aan sociale situaties en begint het proces waarbij spanning afneemt.
- Doe ontspanningsoefeningen: let op je ademhaling en je spierspanning.
Het contact met anderen in sociale situaties
Wanneer je met een ander aan het praten bent, probeer dan gedeelde interesses te ontdekken. Hierdoor is het gesprek actiever omdat jullie beiden aan het praten zijn. Omdat je het een leuk en interessant onderwerp vindt, voel je je er comfortabeler bij. En doordat jullie gedeelde interesses hebben, heb je altijd een onderwerp om vaker op terug te komen!
Vergeet niet
Last but not least: hoe erg is het om sociaal onhandig te zijn? Kan het ook betekenen dat je een enorm goede radar hebt voor sociale verhoudingen? En dus eigenlijk sociaal heel handig bent?
Dit is het vervolg op dit artikel. Schoorvoetend reden we over dat veld. Ik voelde al die ogen op ons gericht en kreeg het super benauwd. In een hoekje parkeerden we de bus en zetten schuchter ons kamp op. Met de rug naar de anderen schuilden we achter onze bus. Zolang we daar zaten was er niet veel aan de hand en vergaten we zelfs dat er ook nog anderen waren. Maar je kunt het niet ontwijken. Naar de wc gaan of water halen: je loopt houterig langs al die mensen, mensen die altijd wel kijken, knikken, iets zeggen of zelfs een heel praatje willen houden. De spanning liep op en op en op. Ik probeerde het te verdragen, te incasseren, van me af te laten glijden, te negeren. Maar dat lukt natuurlijk niet echt.
Paniek
In de middag gingen we met de bus, de omgeving in om daar een grote wandeling te maken. Dat was fijn. We ontspanden ons en voelde weer de vrijheid, stilte en rust die we blijkbaar zo hard nodig hebben. We konden weer onszelf zijn en waren voorzichtig weer gelukkig. Totdat we terug bij de bus waren en we terug naar de camping zouden gaan. Donkere wolken pakten zich al samen. Ik startte de bus maar nog geen honderd meter verder verstarde ik, wist niet meer waar ik heen moest en paniek barstte in me uit. Ik zette de bus langs de kant van de weg. Gespannen en met strakke ogen keek ik voor me uit. Wat is er, vroeg mijn vriendin en het huilen begon. Machteloos zat ik gevangen in mijn angst. Ik kon het gewoon niet meer aan.
Je kunt altijd weg
Mijn vriendin, de lieve schat, troostte me en herinnerde me aan de regel die we met elkaar hadden afgesproken: als een van ons het niet meer trekt, gaan we gewoon weg, zonder vraag, gezeik of gezeur, gewoon boeltje oppakken en naar huis. Door mijn tranen heen zag ik haar begripvolle lach. De acceptatie, veiligheid en liefde gaven me weer de grond onder mijn voeten.
Ik startte de bus en we reden met bevrijd hart naar de camping. De paniek was gesust, de beklemming verdwenen zonder me schuldig of zwak te voelen. Dat doen wij zo goed. Daar ben ik best wel trots op. Hoe goed het ons keer op keer lukt om met mijn angsten of haar autisme om te gaan. We accepteren niet alleen hoe we zijn, maar zeggen volmondig ja tegen elkaar met onze storing, onze beperking en onze problemen. Geven elkaar onvoorwaardelijke veiligheid waardoor we kunnen zijn wie we zijn, dingen doen of iets nieuws uitproberen. We vinden het niet erg als dat dan misloopt. Onvoorwaardelijk ook is onze liefde zodat we zonder schaamte met onze beperking en ontregelingen om kunnen gaan. Het is goed en anders toch, dat zeggen we vaak tegen elkaar.
Zelfspot
En zelfspot, dat is ook onze kracht. Op de camping reden we heel erg langzaam, opzichtig en spottend observerend over het centrale gezellig sociale ANWB-veld. We lachten als twee jolige kleuters terwijl we demonstratief onze spullen inpakten. Terwijl we de anderen vreemd naar ons zagen kijken, deden we er nog een schepje bovenop en maakten we een karikatuur van onszelf. We acteerden ons meest psychisch ontregelde gedragingen. Absurdisme op en top! Vrolijk, balorig en bevrijd van angst vertrokken we en verlieten deze ‘oh zo gezellige camping’.
We waren weer op weg terug naar huis. De hel had zich weer gesloten en de regen hield op in ons te vallen. Om onszelf te belonen voor onze fantastische coping-strategie, besloten we nog lekker uitgebreid uiteten te gaan in Amerongen voordat we samen de nacht in gingen.
Je kent het wel, alles gaat goed en er lijkt geen eind aan te komen. Zal het altijd zo blijven, denk je dan hoopvol. Maar nee. Net wanneer je voorzichtig gelukkig durft te zijn, breekt de hemel en opent de hel zich weer.
Een oase van rust
Afgelopen zomer zijn mijn vriendin en ik op vakantie geweest. Nou ja, vakantie? We gingen elk weekend naar een camping. Meer dan twee à drie dagen is voor ons te veel, dat trekken we niet. Na een uurtje rijden vanuit Utrecht kwamen we met ons busje op het bospad van een natuurcamping in Gelderland. Direct daalde de rust over ons heen. De stilte was verademend en de warmte van de hittegolf drong een stuk minder door in het dichte groen. Slanke zonnestralen en flarden schaduw kunnen dan zo hemels zijn.
Een veilige oase
De camping was midden in een bos. We reden een hobbelig zandpad over en zagen een paar velden waar we konden staan. Rechts was een groot centraal veld met dik groen gras, een vuurkorf in het midden en heel veel tenten, caravans en tipi’s. Kinderen speelden, honden blaften en vaders, moeders en andere ANWB-ers vulden het veld. Het zweet brak me uit, de angst greep me naar de keel. Al die mensen. Mijn vriendin zag mijn grote ijzige ogen in m’n bleke gezicht en zei heel bevrijdend en blij: oh, kijk, daar, dat veld is helemaal leeg! Tussen de bomen door zagen we een ander veld waar inderdaad nog niemand op stond. Lachend om ons typisch sociaal mijdend gedrag reden we naar het lege veld en gingen we in een hoekje staan, dicht tegen de bosrand en plaatsten de bus met de achterkant naar het midden van het lege veld. Zo hadden we toch mooi een fijne en veilige oase voor onszelf gemaakt.
Ook wij kunnen gelukkig zijn
Zo gingen we vijf weekenden achter elkaar naar dezelfde camping, onze camping, hetzelfde veldje, ons hoekje. De voorspelbaarheid en stilte zonder mensen om ons heen gaf ons rust. De rust die we dat allebei nodig hebben, wat we weten van elkaar. Zij vanuit haar autisme, ik vanuit mijn sociale angststoornis. Hier voelden we ons vrij, veilig en verliefd. Voorzichtig geloofden we dat ook wij gelukkig konden zijn.
Een gezellige hel
De laatste keer dat we weer gingen verliep het echter anders. Ik kende de weg nu goed en op de automatische piloot sloeg ik ons bospad in. Op de camping aangekomen zagen we tot onze schrik dat op ons veld al mensen zaten en dat ons plekkie bezet was. Ik schoot in mijn freeze-reflex en wist even niet meer wat ik moest doen. Mijn vriendin wist het ook even niet meer. Dit was onverwacht en erg ontregelend. Paniekerig zochten we naar een leeg veld, maar helaas. Alleen op het grote ‘sociale ANWB-veld’ was nog plek. We voelden de bui al hangen.
Volgende week vertelt Rogiér hoe hij met de situatie omging.
Herken je dat? Je krijgt het benauwd van een ruimte vol met mensen of je moet blozen wanneer je iemand voor het eerst ontmoet. Het is menselijk om je wel eens zenuwachtig of angstig te voelen in sociale situaties. Echter, zijn er ook mensen die een intense angst ervaren voor sociale situaties. Je bent misschien bang om je op een bepaalde manier te gedragen of angstverschijnselen (zoals blozen, trillen of zweten) te vertonen. Je bent bang dat anderen je hierdoor negatief zullen beoordelen. De angst voor een negatieve indruk heeft ook weer invloed op hoe jij op de ander overkomt. Het lijkt soms alsof je, bijvoorbeeld raar, onaardig, angstig of saai bent. Terwijl dat helemaal niet het geval hoeft te zijn! In de regel kenmerkt sociale angst zich door angst en ongemak in veel verschillende sociale situaties.
Merk je dat je sociale angst ervaart? Je kan al flink verbeteren door het toepassen van onderstaande tips! (Mocht je toch nog moeite hebben, schroom niet en vraag om hulp!)
Doen!
Zolang je thuis in je veilige omgeving blijft en sociale situaties vermijdt, zal de angst blijven bestaan. Wanneer jij angstig bent in een sociale situatie, is er altijd een moment dat de angst weer afneemt of zelfs verdwijnt. Probeer tijdens een sociale situatie te focussen op het moment van afname in angst. Vertrouw erop dat dit moment komt. Zodra je je niet meer verzet tegen je angst en het niet meer vermijdt, leer je het af om bang te zijn in sociale situaties. De beste manier om van je angst af te komen is door te doen, ga dus de deur uit! Voordat je dit doet kun je bedenken ‘Wat is het ergste wat me kan overkomen?’ Blozen? So what! Hoe meer je je blootstelt aan sociale situaties, hoe beter je met zulke situaties kan omgaan in de toekomst.
Jij bent belangrijk!
‘Als ik nu iets zeg in de groep, zal iedereen mij wel dom vinden.’ ‘Als ik nu met hen ga kletsen, word ik knalrood’. Dit zijn gedachten die kunnen opspelen wanneer jij je in een sociale situatie bevindt. Het is belangrijk om je bewust te zijn van het feit dat jij evenveel rechten en waarden hebt als ieder ander! Je bent niet beter of slechter dan iemand anders. Er is dus geen reden om jezelf te vergelijken met anderen, want jij bent uniek op jouw eigen manier. Durf je plek in te nemen en voor jezelf op te komen.
Vertrouwen in jezelf creëren
Om dit te bereiken, is het belangrijk dat je zelfvertrouwen toe neemt. Dit gebeurt niet van de een op de andere dag! Geef jezelf de tijd, het zelfvertrouwen moet groeien. We komen nu eigenlijk terug bij punt 1 ‘Doen’. Ga eens een keer uit je comfortzone en bewijs aan jezelf dat je het kunt. Voordat je je comfortzone verlaat, kan je aan een situatie uit het verleden denken waarbij het je gelukt is om goed om te gaan met je angst. Je had toen vertrouwen in jezelf, dat kan niet anders, want anders was je niet tot deze overwinning gekomen! Wellicht brak het zweet je een aantal keer uit tijdens sociale situaties, maar bij niemand verloopt het vlekkeloos. We zijn tenslotte allemaal maar mensen!
De afstudeerceremonie blijft een mooi ritueel
Het statige Academiegebouw in Utrecht, in de schaduw van de Domkerk, was de plaats waar een vriend van mij afstudeerde. Het stemde me wat zwaarmoedig. Voor mij was het al weer zo lang geleden dat ik onderdeel uitmaakte van die wonderlijke wereld. Maar het stemde me ook blij dat ik weer in het hart van de Utrechtse intellectuelen mocht zijn.
De plechtigheid vond plaats in de Belle van Zuylenzaal. Ik was, aard van het beestje, veel te vroeg. Met spanning in de borst en een knoop in mijn maag, liep ik met rechte rug de zaal in. Na een oneindigheid kwam ook mijn vriend binnenlopen, met aanhang. Altijd een spannend moment. Hij stapte op mij af, een echte heer, en stelde me voor aan zijn moeder, vriendin, schoonmoeder en twee vrienden. We namen plaats. Ik zat naast zijn vriendin, zwijgzaam.
De hoogleraren kwamen de zaal binnen lopen. Ik herkende er twee, uit mijn studietijd. Toen hun blik de mijne kruisten, knikten ze vriendelijk naar mij. Ze herkennen me nog! dacht ik blij en ik voelde me één met de intellectuelen. Naïef zijn heeft zo zijn fijne momenten.
Felicitaties en koetjes-en-kalfjes gesprek
De hele meute applaudisseerden voor de tigste keer en daarna bewogen we ons naar de Eijkmankamer voor felicitaties en een drankje. De angst in mijn borst schrok weer wakker en de knoop in mijn maag werd strakker. Het was een kleine maar mooie zaal met portretten op de wanden van onze heuse Nobelprijswinnaars. Ik kreeg een biertje in mijn handen en we proosten. Niets aan de hand. De spanning is dragelijk, al ging mijn hoofd in een hogere versnelling. Omdat ik niets wist te zeggen tegen deze mensen die ik niet kende. Het was een koetjes-en-kalfjes gesprek waar ik al helemaal niet goed in ben. Ik deed werkelijk mijn best om mee te doen, maar er kwamen geen woorden, geen anekdotes, niets. Het ongemak en de spanning liepen alleen maar op.
Het vurige verlangen
In de verte zag ik al die interessante mensen om me heen die wel boeiende verhalen vertelden, elkaar geleerde vragen stelden of informeerden naar hun intellectuele werk. Dat alles zag ik, in mijn hoofd, en verlangde vurig om daarbij te zijn. Ik zag de twee mij bekende hoogleraren staan en hoopte dat ze op me af zouden stappen. Dat deden ze niet. ‘Natuurlijk niet, sukkel. Dat moet je zelf doen!’, zei mijn criticus luid en duidelijk. Maar ik durfde niet. Ik stond vastgezogen aan de vloer.
Wu-wei en oog voor het leven
Ik zag mezelf zo staan, veilig maar gefrustreerd ingeklemd tussen deze lieve, aardige mensen, pratend over niets. En toen kwam er een glimlach over mijn gezicht. Ach, jij wannabe intellectueel, dacht ik. Wat kan een mens toch verlangen naar wat hij niet heeft! Altijd maar uitzien naar de verte, naar het bekende groene gras bij de buren. Wu-wei zeggen de Chinese filosofen – houd op met proberen! Accepteer wat er is en verlang niet naar wat er niet is – zeggen de Griekse Stoïcijnen. Het is goed om oog te hebben voor wat je kunt en wat je wel hebt, hier en nu. Prompt kreeg ik met een warme glimlach van de moeder een tweede biertje in mijn hand gedrukt. We proosten op mijn afgestudeerde vriend, gezamenlijk.
Met gezonde spanning deed ik de deur van het klaslokaal open. Baf! Ik zag een volle bak met rumoerige mensen in een kleine zaal voor me. 28 Ogen keken me vol verwachting aan. Angst!
In een fractie van een seconde schoot ik in de stress. Ik sloeg mijn wijd gesperde ogen omlaag, voelde mijn lichaam krommen en kroop in een zo klein mogelijke bubbel. Onhandig als een schooljongen friemelde ik met mijn tas, probeerde onopvallend mijn spullen eruit te halen terwijl het zweet op mijn rug stond. Ik wilde onzichtbaar zijn. Het liefst wegrennen. Maar daar stond ik nu, sukkeltje te wezen.
“Regie nemen!” dacht ik. “Schakelen, nu! Niet heimelijk maar stevig, met kracht”, raasde het streng door mijn hoofd. “Oh dit wordt niks”, zei de criticus, “je kunt het toch niet.” De paniek stond nu echt op het punt om los te barsten. “Heb je dan niets geleerd van al die jaren therapie?” vroeg ik me af. “Rustig maar”, zei de barmhartige, “het komt wel goed.” Ik haalde diep adem.
En toen gebeurde het: ik nam een besluit. Ik rechtte mijn rug, richtte mijn hoofd omhoog en keek de klas rond. Heel bewust nam ik bezit van de ruimte die ik innam terwijl ik de tijd nam om iedereen aan te kijken. Met oogcontact zei ik ‘goedenavond, ik ben de docent’. Doodeng, maar het voelde ook goed. Trots was ik ook op mezelf en voorzichtig stroomden moed en kracht mijn lichaam in. Ik zei dat ik het altijd erg spannend vind, de eerste les. Mensen knikten herkennend en begripvol. Het ijs was gebroken en ik stapte mijn rol in. In gedachten dankte ik mijn dramatherapeut.
Gevloerd door angst
Dat ging vroeger wel anders. Dan werd ik gevloerd door de angst. Ik zette het op een lopen en kroop onder een steen. Het duurde dan weer heel lang voor ik een nieuwe poging durfde te ondernemen. Ik heb veel therapie gehad, waaronder cognitieve therapie. Dat was een goede manier om bewust te worden van de verstoorde wijze waarop ik blijkbaar naar de wereld keek, naar anderen en naar mezelf. Mijn sociale angst kwam voort uit zo’n verkeerde manier van denken en oordelen. De angst versterkte op zijn beurt weer deze verstoring. Zo bleef ik in een vicieuze cirkel ronddraaien. Cognitieve therapie heeft zeker mijn extreme angsten verminderd maar het bleef wel erg, tja, cognitief, rationeel allemaal. En ik zat al zo in mijn hoofd, een hoofd op pootjes dat last had van dat angstige lichaam.
Introductie tot dramatherapie
Zo kwam ik bij dramatherapie terecht. Wat een wereld van verschil. Daar was veel aandacht voor het lichamelijke aspect van mijn sociale angst. Niet zozeer in biomedische als wel in existentiële zin. Hier leerde ik oefenen in concreet bestaan, sociaal aanwezig te zijn met heel mijn wezen: ziel en lichaam – om het maar eens zweverig te zeggen. Maar dramatherapie was helemaal niet zweverig. Juist super concreet. Er werden sociale situaties uitgewerkt, mee geoefend en voelbaar gemaakt. Eerst dacht ik nog dat het er dramatisch en theatraal aan toe zou gaan. Ja, soms vielen er tranen, harde woorden, intense emoties. Het waren immers echte gebeurtenissen uit de eigen ervaringen van mij en de groepsgenoten. Dat was soms heftig.
Maar we deden ook vaak spelletjes. Ja spelletjes! Zoals kinderen doen op de speelplaats. Super eng als je een sociale fobie hebt. Tikkertje, rare geluiden maken, of stoelendans, hints, en meer sociaal zichtbare activiteiten – exposure! Mijn trauma’s werden flink getriggerd maar die spelletjes leidde ook vaak tot hilarische momenten. Zo leerde ik het speelse kind in mij herkennen en het de vrije loop te laten. Iets dat ik nooit geleerd had ruimte te geven.
De weg vooruit
Dramatherapie was al met al erg confronterend, sociaal zichtbaar en emotioneel. Maar bovenal was het voor mij zeer leerzaam en helpen. Ik leerde mijn lichaam door en door kennen, eraan te wennen, erin te wonen. En het was ook heel relativerend op een niet rationele manier. Keer op keer oefenen met aanwezigheid, zichtbaarheid en ervaren wat je daarbij voelt, hoe je lichaam reageert, was enorm helpend en helend. Na twee jaar ben ik gegroeid, persoonlijk erg veranderd, zowel in mijn denken als in mijn lichaam. Mijn lichaam en geest zijn weer één – om het maar weer zweverig te zeggen.
“Fantastisch!” zou je zeggen. Pfff, helaas. Zo zonnig is het nu ook weer niet. Angst zal altijd wel een onderdeel van mijn leven blijven. Dat blijft een bittere pil om te slikken. Echter, zodra ik in sociale situaties weer paniekgevoelens ervaar, kan ik het nu wel vaker een plek geven in mijn lichaam. Ik kan erop vertrouwen dat ik het aan kan, dat ik blijf (be)staan. En als ik dan toevallig weer struikel, val in angst en beven, dan recht ik mijn rug, hef mijn hoofd omhoog, kijk recht in de ruimte om me heen en haal diep adem. Zo durf ik weer ergens binnen te komen.