Intrusieve gedachten zijn ongewenste gedachten of beelden die schijnbaar steeds weer uit het niets opduiken. Intrusieve gedachten zijn als ongenode gasten die onverwacht verschijnen en een reeks emoties meebrengen – stress, angst, spanning, schaamte, en zelfs walging. Het kan voelen alsof je geen controle hebt over deze intrusieve gedachten. Veelvoorkomende intrusieve gedachten variëren van twijfels over relaties tot zorgen over veiligheid, religie, dood, of verontrustende agressieve en seksuele gedachten. Soms zijn het gewoon willekeurige gedachten die elke logica tarten!

Dit artikel zal zich richten op het begrijpen van intrusieve gedachten en de typische cognitieve vervormingen die ermee gepaard gaan. 

Begrip van intrusieve gedachten

Intrusieve gedachten zijn een veelvoorkomend symptoom bij diverse geestelijke gezondheidsaandoeningen, zoals obsessieve-compulsieve stoornis (OCD), waar ze deel uitmaken van de diagnostische criteria (obsessies). Daarnaast kunnen stress, angst en zelfs fysiologische factoren, zoals hormonale schommelingen, deze intrusieve gedachten triggeren. Desalniettemin is het belangrijk om te begrijpen dat iedereen van tijd tot tijd eigenaardige, gewelddadige, ongepaste, intrusieve gedachten ervaart en dat ze een normaal onderdeel zijn van de menselijke ervaring. Sterker nog, een internationale studie vond dat 94% van de mensen op enig moment in hun leven intrusieve gedachten heeft ervaren. In dit artikel kun je meer lezen over veelvoorkomende intrusieve gedachten die mensen hebben.

Intrusieve gedachten kunnen zeer expliciet en intens zijn, wat kan leiden tot gevoelens van schuld of schaamte. Als gevolg hiervan kun je je zorgen maken over deze gedachten, en proberen ze te ‘bestrijden’, te controleren of weg te duwen. Helaas is het juist deze betekenis die je aan de gedachten hecht en de inspanning die je doet om ze te beheersen en ermee te worstelen, die ze paradoxalerwijs doet blijven hangen en terugkeren. In werkelijkheid zijn je gedachten, zelfs enge of verontrustende, slechts ‘gedachten’ – ze definiëren je niet noodzakelijkerwijs of hebben geen significante betekenis. Leren dat de inhoud van deze gedachten vaak irrelevant en onbelangrijk is, kan je helpen om jezelf ervan los te maken en ze te beheren.

Cognitieve vervormingen

Onze hersenen, hoe briljant ook, houden ook van snelkoppelingen, wat leidt tot cognitieve vervormingen. Cognitieve vervormingen zijn vooroordelen, filters of verkeerde interpretaties die kunnen leiden tot onnauwkeurige of onrealistische gedachten of overtuigingen en kunnen bijdragen aan onze negatieve emoties, zoals die geassocieerd met intrusieve gedachten. We hebben allemaal van tijd tot tijd fouten of vervormingen in ons denken. Deze vervormingen kunnen voortkomen uit eerdere ervaringen en onze overtuigingen, maar zijn ook gewoon onderdeel van hoe onze hersenen werken.

Hoewel we ze niet volledig kunnen uitschakelen, kunnen we onszelf voorlichten over deze denkfouten en cognitieve vervormingen, zodat we ze kunnen leren herkennen, ons denken corrigeren of onszelf losmaken van deze gedachten. Hieronder vind je enkele veel voorkomende cognitieve vervormingen die typisch geassocieerd worden met intrusieve gedachten.

  • Gedachte-actie fusie: Dit is het geloof dat het hebben van een bepaalde gedachte ons kan leiden tot het nemen van actie of hetzelfde is als die actie ondernemen. Bijvoorbeeld gedachten hebben over het pijn doen of agressief zijn tegenover een ander persoon en geloven dat je dat daadwerkelijk zal doen als gevolg.
  • Morele gedachte-actie fusie: Dit is het geloof dat ervoor kiezen om niet te handelen op een intrusieve gedachte betekent dat je wilt of impliceert een onderbewust verlangen naar het tegenovergestelde resultaat. Bijvoorbeeld, als je denkt aan een auto-ongeluk maar niets doet met die gedachte, kun je gaan geloven dat je diep van binnen wilt dat het ongeluk gebeurt.
  • Gedachte-gebeurtenis fusie: Dit is het geloof dat het hebben van een gedachte over een gebeurtenis die gebeurtenis kan beïnvloeden of veroorzaken. Bijvoorbeeld denken aan een potentieel auto-ongeluk en geloven dat dit de kans op het daadwerkelijk gebeuren beïnvloedt.
  • Gedachte-object fusie: Dit is het idee dat een voorwerp specifieke herinneringen, gedachten, emoties of individuele eigenschappen bezit. Bijvoorbeeld, dit kan ook van toepassing zijn op vakantiesouvenirs of sentimentele objecten. Sommige individuen die lijden aan verzamel-OCD, willen geen objecten wegdoen omdat ze gevoelens of gedachten vertegenwoordigen die verbonden zijn aan een dierbare.
  • Controleerbaarheid van gedachten: Het geloof dat je in controle moet zijn over je gedachten en hun inhoud. Het vasthouden aan dit geloof kan leiden tot verhoogde stress wanneer je ongewenste gedachten ervaart of gedachten die niet overeenkomen met hoe je jezelf ziet. Stel je bijvoorbeeld voor dat je jezelf ziet als een vriendelijk en zorgzaam persoon, maar plotseling, tijdens het helpen van een vriend, heb je een korte, ongewenste gedachte over het pijn doen van hen. Deze gedachte is intrusief en verontrustend omdat het ingaat tegen hoe je jezelf ziet, en hoe meer je probeert er niet aan te denken, hoe meer het in je gedachten blijft hangen.
  • Opgeblazen verantwoordelijkheid: Dit geloof is dat als je de mogelijkheid hebt om iets te doen om iets slechts te voorkomen, je altijd de inspanning moet leveren. Het omvat het onderschatten van de rol van andere factoren in de situatie en het overbenadrukken van je eigen controle in de situatie. Je verantwoordelijkheid wordt niet verminderd door andere factoren, zoals de kleine kans dat het slechte daadwerkelijk gebeurt. Bijvoorbeeld, na het hebben van de intrusieve gedachte over een inbraak, kun je overmatig de deursloten meerdere keren controleren voordat je thuis vertrekt, gedreven door het geloof dat als je dat niet doet, je direct verantwoordelijk bent voor een inbraak, ondanks de lage kans dat dit gebeurt.
  • De kans op gevaar overschatten: Dit is het geloof dat een negatieve uitkomst waarschijnlijker zal gebeuren dan het bewijs of de waarschijnlijkheid daadwerkelijk suggereert. Dit kan leiden tot angst of vrees. Een voorbeeld zou zijn dat je constant zorgen maakt over een vliegtuigcrash elke keer dat je vliegt, ondanks het lage statistische risico.

Dit zijn slechts enkele typische cognitieve vervormingen of denkfouten die doorgaans geassocieerd worden met intrusieve gedachten. Je zult merken dat sommige elementen overlappen of met elkaar verband houden. Er zijn veel meer cognitieve vervormingen en denkfouten en je kunt hierover lezen in dit artikel over denkstijlen en dit artikel over denkpatronen geassocieerd met angst.

Door deze vervormingen te begrijpen, kan het je helpen om je intrusies te labelen en jezelf ervan los te maken en ze te behandelen alsof ze oninteressante afleidingen zijn. Na verloop van tijd zal deze aanpak helpen deze gedachten te laten vervagen en de stress die ze met zich meebrengen verminderen.

Bronnen:

  • https://accesscbt.co.uk/thinking-errors-and-cognitive-distortions-in-ocd/
  • https://adaa.org/learn-from-us/from-the-experts/blog-posts/consumer/unwanted-intrusive-thoughts
  • Richard Moulding, Meredith E. Coles, Jonathan S. Abramowitz, Gillian M. Alcolado, Pino Alonso, Amparo Belloch, Martine Bouvard, David A. Clark, Guy Doron, Héctor Fernández-Álvarez, Gemma García-Soriano, Marta Ghisi, Beatriz Gómez, Mujgan Inozu, Adam S. Radomsky, Giti Shams, Claudio Sica, Gregoris Simos, Wing Wong. Part 2. They scare because we care: The relationship between obsessive intrusive thoughts and appraisals and control strategies across 15 cities. Journal of Obsessive-Compulsive and Related Disorders, 2014.
  • Keijsers, G., Van Minnen, A., Verbraak, M., Hoogduin, K., & Emmelkamp, P. (2017). Protocollaire behandelingen voor volwassenen met psychische klachten.

Intrusieve gedachten zijn ongewenste gedachten of beelden die schijnbaar steeds weer uit het niets opduiken. Intrusieve gedachten zijn als ongenode gasten die onverwacht verschijnen en een reeks emoties meebrengen – stress, angst, spanning, schaamte, en zelfs walging. Het kan voelen alsof je geen controle hebt over deze intrusieve gedachten. Veelvoorkomende intrusieve gedachten variëren van twijfels over relaties tot zorgen over veiligheid, religie, dood, of verontrustende agressieve en seksuele gedachten. Soms zijn het gewoon willekeurige gedachten die elke logica tarten!

Dit artikel zal zich richten op het begrijpen van intrusieve gedachten. Door onze intrusieve gedachten te begrijpen, krijg je de middelen om jezelf ervan los te maken, waardoor uiteindelijk de stress die ze met zich meebrengen vermindert.

Begrip van intrusieve gedachten

Intrusieve gedachten zijn een veelvoorkomend symptoom bij diverse geestelijke gezondheidsaandoeningen, zoals obsessief-compulsieve stoornis (OCD), waar ze deel uitmaken van de diagnostische criteria (obsessies). Daarnaast kunnen stress, angst, en zelfs fysiologische factoren, zoals hormonale schommelingen, deze intrusieve gedachten triggeren. Desalniettemin is het belangrijk om te begrijpen dat iedereen van tijd tot tijd eigenaardige, gewelddadige, ongepaste, intrusieve gedachten ervaart en dat ze een normaal onderdeel zijn van de menselijke ervaring. Sterker nog, een internationale studie vond dat 94% van de mensen op enig moment in hun leven intrusieve gedachten heeft ervaren, wat laat zien dat je niet alleen bent in het ervaren van deze gedachten. In dit artikel kun je meer lezen over veelvoorkomende intrusieve gedachten die mensen hebben.

Intrusieve gedachten kunnen zeer expliciet en intens zijn, wat kan leiden tot gevoelens van schuld of schaamte over hen. Je zou zelfs kunnen zorgen dat je zult handelen op de gedachten die je in je hoofd hebt of dat ze iets zeggen over jou als persoon! Een veelvoorkomende mythe is dat deze gedachten iets zeggen over je onbewuste verlangens of intenties. Als gevolg hiervan kun je je zorgen maken over deze gedachten, en proberen ze te ‘bestrijden’, te controleren of weg te duwen. Hoewel een volledig begrijpelijke reactie, is het helaas juist deze betekenis die mensen aan deze gedachten hechten en de inspanning die mensen doen om ze te beheersen en ermee te worstelen, die ze paradoxalerwijs doet blijven hangen en terugkeren.

Omgaan met intrusieve gedachten

In werkelijkheid zijn onze gedachten, zelfs enge of verontrustende, slechts ‘gedachten’ – ze definiëren ons niet noodzakelijkerwijs of hebben geen significante betekenis. Leren dat de inhoud van deze gedachten vaak irrelevant en onbelangrijk en niets meer dan woorden of beelden in onze gedachten is, kan je helpen om jezelf ervan los te maken en ze te beheren. Als het gaat om het beheren van intrusieve gedachten, is het cruciaal om ze te labelen als intrusief en ze te behandelen alsof ze oninteressante afleidingen zijn. Na verloop van tijd zal deze aanpak helpen deze gedachten te laten vervagen.

Hier zijn enkele tips die je kunnen helpen om intrusieve gedachten effectief te beheren:

  • Wanneer je een intrusieve gedachte opmerkt, label de gedachten dan als ‘intrusief’. Dit zal je helpen om jezelf te distantiëren van deze gedachten en ze niet te serieus te nemen.
  • Onthoud dat de gedachten automatisch zijn en dat je ze niet kunt controleren. Begrijpen dat gedachten zonder jouw controle ontstaan, vermindert zelfverwijt en vermindert angst over het hebben ervan.
  • Accepteer de gedachten en eventuele bijbehorende gevoelens en sta toe dat ze er zijn zonder ze te bestrijden of jezelf te bekritiseren omdat je ze ervaart. Dit zal helpen om hun intensiteit en de stress die ze veroorzaken te verminderen.
  • Ga door met wat je deed voor de intrusieve gedachte en wees volhardend in het terugbrengen van je aandacht naar de activiteit. Het heroriënteren van je focus op je huidige activiteit helpt je te aarden in het heden, waardoor de greep van de gedachte op je aandacht vermindert.
  • Probeer niet in te gaan op de gedachte of deze uit je hoofd te duwen. Vechten of worstelen met de gedachte zal zijn aanwezigheid versterken en naar je aandacht brengen.
  • Probeer niet uit te zoeken wat de gedachte ‘betekent’ of over jou zegt. Het vermijden van overanalyse van de betekenis van de gedachte voorkomt onnodige zelfbeoordeling en vermindert de kans op verdere negatieve gedachten.
  • Probeer niet steeds te controleren of je erin geslaagd bent de gedachte kwijt te raken en probeer je te concentreren op het huidige moment. Je richten op het heden in plaats van de gedachte te monitoren helpt de cyclus van piekeren te doorbreken en vermindert de terugkeer ervan.

Hoewel deze tips moeilijk toe te passen kunnen zijn en veel oefening vergen. Volharden in deze aanpak zou moeten helpen de frequentie en intensiteit van je intrusieve gedachten op de lange termijn te verminderen!

Bronnen:

Onze gedachten, gevoelens en gedragingen hebben allemaal invloed op elkaar. De manier waarop je denkt kan sterk je gevoel beïnvloeden of je gedrag bepalen. In dit artikel leggen we uit hoe gedachten je beïnvloeden en waarom ze een belangrijke rol spelen bij je mentale gezondheid.

Wat zijn gedachten?

Gedachten zijn ideeën, meningen, overtuigingen of beelden in je hoofd. Je hoofd is constant bezig met gedachten. Je kunt ze ervaren als dat kleine ‘’stemmetje’’ in je hoofd dat je overal volgt en constant tegen je praat. Soms zijn deze gedachten positief, soms zijn ze negatief, soms helpen ze ons, soms lijken ze een obstakel. Onderzoek suggereert dat mensen doorgaans meer dan 6000 gedachten per dag hebben! De hoeveelheid en variatie van de gedachten die je hebt, kunnen het moeilijk maken om te begrijpen hoe ze jou kunnen beïnvloeden.

Hoe beïnvloeden je gedachten hoe je je voelt?

Elke dag hebben je hersenen de taak om informatie uit de wereld en je omgeving te verwerken: het verkeersrapport op de radio, het gesprek dat je had met je collega op het werk, het weer buiten, de kamertemperatuur, je social media-feed. Objectief gezien is deze informatie niet per se goed of slecht. Onze gedachten en overtuigingen helpen je om deze informatie te begrijpen en betekenis te geven om zo passend te kunnen reageren. De manier waarop we iets interpreteren – ofwel de betekenis of mening die we geven aan de informatie – bepaalt hoe we ons erover voelen. Dit is waarom twee mensen verschillende gevoelens kunnen hebben of tot verschillende conclusies kunnen komen over dezelfde gebeurtenis. Onze gedachten fungeren als de brug tussen de informatie die binnenkomt en onze gevoelens.

Hieronder zie je een voorbeeld van hoe twee verschillende mensen dezelfde situatie anders kunnen interpreteren.

Situatie: Constructieve feedback over verbeterpunten ontvangen op het werk

Persoon A

Gedachte: ‘’Ze zijn over het algemeen blij met mijn werk. Deze feedback is een kans voor mij om te groeien en beter te worden in mijn baan.”

Gevoel: Gemotiveerd, geïnspireerd.

Persoon B

Gedachte: “Ik moet het wel heel erg slecht doen als ze dit zeggen. Ik ben nooit goed genoeg’’

Gevoel: angstig, gestrest, onzeker.

Gedachten en geestelijke gezondheid

Je kunt je voorstellen dat het veel invloed kan hebben op je welzijn en kan leiden tot een toename van negatieve emoties als je veel gedachten hebt die niet behulpzaam of onnauwkeurig zijn of als je de neiging hebt om te veel aandacht te besteden aan negatieve gedachten. Maar waarom denken we allemaal anders over dingen? De gedachten die je hebt in een bepaalde situatie hangen af van een groot aantal factoren, zoals eerdere ervaringen, overtuigingen, biologie, genen, je huidige stemming, het tijdstip of met wie je samen bent. Als je bijvoorbeeld opgroeide met hoogpresterende ouders die veel druk op je legden, kan het zijn dat je sneller twijfels hebt over je vaardigheden of competenties en daardoor meer angst ervaren. Stel dat je gepest werd op school, kan het zijn dat je sneller voorzichtig of zelfs wantrouwend bent in sociale situaties, waardoor je onschuldige opmerkingen sneller ziet als negatief.

Bovendien houden je hersenen ervan om shortcuts te nemen. We denken niet alles realistisch en grondig door, maar hebben vaak snelle en ‘’automatische’’ gedachten of interpretaties om snel een beslissing te nemen. Hierdoor ben je vatbaar voor vooroordelen of filters. Iedereen ervaart bijvoorbeeld de negativiteitsbias, waar je de neiging hebt om meer belang en aandacht te geven aan negatieve informatie in vergelijking met positieve informatie. Hierdoor heb je meer negatieve informatie in je geheugen en dus ook sneller negatief gekleurde gedachten. Een ander voorbeeld is de bevestigingsbias: de neiging om informatie meer aandacht te geven of onthouden die jouw mening ondersteunt of bevestigt.

Je kunt hier meer over denkfouten lezen.

Kracht door bewustzijn

Gelukkig is dit ook hoopvol. Hoewel we niet altijd situaties of externe gebeurtenissen kunnen beheersen, kunnen we ons bewust worden van onze denkpatronen en invloed uitoefenen op de manier waarop we denken of de betekenis die we aan gebeurtenissen geven.

Bronnen:

  • Beck, JS (2020). Cognitieve gedragstherapie: basis en meer. Guilford-publicaties.
  • https://www.psychologytools.com/self-help/thoughts-in-cbt/
  • Kahneman, D., en Egan, P. (2011). Denken, snel en langzaam (Deel 1). New York: Farrar, Straus en Giroux
  • Kanouse, DE, en Hanson, L. (1972). Negativiteit in evaluaties. In E.E. Jones, D.E. Kanouse, S. Valins, H.H. Kelley, R.E. Nisbett, & B. Weiner (Eds.), Attributie: de oorzaken van gedrag waarnemen. Morristown, NJ: Algemene leerpers.

Zijn extra vitamines noodzakelijk?

Het gebruik van vitaminepreparaten wordt steeds hoger in Nederland. Zo blijkt uit een Voedselconsumptiepeiling van het RIVM dat bijna 60% van de volwassenen in de periode 2019-2021 een voedingssupplement heeft gebruikt, dat is zo’n 10 procent hoger dan in de periode 2012-2016. (VCP/Leefstijlmonitor, RIVM, 2012-2016; 2019-2021). De meest gebruikte supplementen zijn vitamine D, multivitaminen, vitamine C en magnesium. (CBS, 2023). Maar is het slikken van extra vitamines echt noodzakelijk?

Functie van vitamines 

Vitamines hebben allerlei functies, de belangrijkste functie, voor de meeste vitamines, is dat ze een bijdrage leveren aan de gezondheid. De meesten versterken namelijk ook het immuunsysteem. Het immuunsysteem of afweersysteem is het verdedigingssysteem van het lichaam tegen ziektes. Het doel is zowel interne als externe ziekteverwekkers te bestrijden. De Latijnse term “immunis” betekent vrijgesteld, verwijzend naar bescherming tegen indringers van buiten. Naast de bescherming tegen virussen, bacteriën, schimmels en parasieten wordt het immuunsysteem ook ingezet om afvalstoffen of zieke lichaamscellen zoals kankercellen op te ruimen. Veel vitamines dragen bij aan het immuunsysteem.

Wat adviseert het Voedingscentrum?

Als je gezond en gevarieerd eet, heb je geen extra vitamines nodig, aldus het Voedingscentrum.

Echter, er zijn enkele groepen waarvoor extra vitamines wel zijn geadviseerd, zoals vitamine D voor zwangere vrouwen, jonge kinderen, ouderen, mensen met een getinte huid, mensen die weinig buiten komen of hun huid bedekken. Verder is bijvoorbeeld voor zwangere vrouwen het advies om, tijdens de zwangerschap (maar eigenlijk ook al als je actief bezig bent met je kinderwens), foliumzuur extra in te nemen. En voor vitamine B12 voor veganisten (Brink, Breedveld en Peters, 2023). Daarnaast zijn er groepen waarvoor aanvulling met een multivitaminen- of mineralensupplement goed kan zijn, maar waarvoor geen officieel advies bestaat, zoals ouderen die weinig eten, mensen die eenzijdig eten en mensen die een extreem afvaldieet volgen (Voedingscentrum, 2023c), (CBS, 2023). 

Te veel aan vitamines

Ondanks de goede functies van vitamines, kan een te veel aan vitamines ook schadelijk zijn (Voedingscentrum, 2023d). In Nederland gelden strenge eisen aan de concentratie van bepaalde stoffen in voedingssupplementen. Zo dus ook bij vitaminesupplementen. Overdosering kan nog wel optreden wanneer men op eigen initiatief verschillende supplementen naast elkaar gebruikt. (CBS, 2023).

Wat nu te doen? Eet gezond en gevarieerd

Eet dagelijks volgens de schijf van vijf en een goede start is gemaakt!

De volgende tabel geeft aan hoe vaak je per week iets ongezonds mag eten: 3 keer per week iets kleins zoals koekje of een snoepje. Daarnaast mag je 3 keer per week iets groots zoals een frikandel, een gebakje of een schaaltje vla.

Wat zijn zoetstoffen?

Zoetstoffen zijn stoffen die aan voedingsmiddelen worden toegevoegd om ze zoeter te maken. Ze kunnen suiker geheel of gedeeltelijk vervangen in producten zoals frisdranken, sap, yoghurt en jam, waardoor ze dezelfde zoete smaak bieden met minder calorieën.

Zoetstoffen zijn er in verschillende vormen, zoals zoetjes, poeder of vloeibaar. Er bestaan meer dan 15 goedgekeurde zoetstoffen, waarvan sommige van nature voorkomen in bessen of citrusvruchten, terwijl andere kunstmatig worden geproduceerd. Alle zoetstoffen die in producten gebruikt mogen worden, hebben een E-nummer, wat betekent dat ze als veilig zijn beoordeeld door de Europese voedselveiligheidsautoriteit (EFSA) en de Europese Commissie.

Helaas circuleren er verhalen die mensen waarschuwen voor bepaalde zoetstoffen, zoals aspartaam. Deze verhalen zijn vaak gebaseerd op verkeerde conclusies en onzorgvuldige onderzoeken. Het is belangrijk om te vertrouwen op wetenschappelijk onderbouwde informatie. De EFSA beoordeelt de veiligheid van zoetstoffen voordat ze een E-nummer krijgen. Zoetstoffen worden als veilig beschouwd voor consumptie binnen de aanbevolen hoeveelheden.

Soorten zoetstoffen

Er zijn twee hoofdtypen zoetstoffen: polyolen en intensieve zoetstoffen.

Polyolen zijn niet-intensieve zoetstoffen die half zo zoet tot even zoet zijn als suiker. Ze hebben geen bijsmaak en leveren minder calorieën dan suiker. Polyolen komen zowel in de natuur voor, bijvoorbeeld in planten en fruit, als in kunstmatig geproduceerde vorm.

Intensieve zoetstoffen zijn veel zoeter dan suiker en leveren geen of nauwelijks calorieën, omdat je er maar een klein beetje van nodig hebt. De meeste intensieve zoetstoffen worden kunstmatig gemaakt in fabrieken, maar er zijn ook enkele die uit natuurlijke bronnen worden gewonnen.

 Zoetstoffen hebben geen significante invloed op de bloedsuikerspiegel, in tegenstelling tot suiker. Ze veroorzaken geen stijging van het bloedglucose- of insulinegehalte na consumptie. Dit maakt ze een geschikte keuze voor mensen met diabetes of mensen die hun bloedsuikerspiegel willen beheersen. Bovendien spelen zoetstoffen geen rol bij het ontstaan van tandcariës (gaatjes). Ze kunnen dus een goed alternatief zijn voor suikerhoudende producten, vooral voor mensen die willen letten op hun tandgezondheid.

Zoetstoffen worden vaak aangetroffen in producten die buiten de Schijf van Vijf vallen, zoals frisdranken, snoep en andere zoetigheden. Voor deze producten geldt het advies: niet te veel en niet te vaak. Producten met zoetstoffen kunnen een goed alternatief zijn voor suikerhoudende producten, vooral voor mensen die willen letten op hun calorie-inname of bloedsuikerspiegel. Het is echter belangrijk om te onthouden dat het totale voedingspatroon de sleutel is tot een gezonde levensstijl, en het is altijd verstandig om te streven naar evenwichtige en gevarieerde voeding.

Hoe denkt Gezond Leven Dietisten over zoetstoffen?

Bij Gezond Leven Dietisten moedigen we mensen aan om hun consumptie van zoetigheden te verminderen en te wennen aan een minder zoete smaak. In dat opzicht geven we de voorkeur aan het drinken van bijvoorbeeld cola zero in plaats van normale cola, omdat het minder suiker bevat en daardoor minder calorieën levert. Echter, het consumeren van grote hoeveelheden dranken of voedingsmiddelen met zoetstoffen, zoals het drinken van 2 liter cola zero per dag, wordt desondanks niet aangeraden. Het is belangrijk om te onthouden dat een gezonde levensstijl draait om evenwichtige en gevarieerde voeding, waarbij het totale voedingspatroon de sleutel is. Daarom adviseren we matigheid en een bewuste keuze bij het gebruik van zoetstoffen en het consumeren van producten waarin ze voorkomen.

Wat is lipoedeem?

Lipoedeem; een aandoening waar zo’n 20% van alle vrouwen met overgewicht last van heeft. 

Maar wat is lipoedeem dan precies? 

Lipoedeem is een ophoping van vet en vocht in bovenbenen, onderbenen, knieën en soms ook de armen. Er is een stoornis in de aanmaak van het vetweefsel. De afvoer van vocht via de lymfevaten is verstoord.

Lipoedeem wordt zichtbaar of verergerd door hormonale veranderingen zoals de puberteit, zwangerschap of overgang. Het komt alleen bij vrouwen voor en het zit vaak in de familie. 
Als lipoedeem niet wordt behandeld, ontstaat lymfeoedeem, waarbij er onvoldoende vocht- en vetafvoer plaatsvindt via de lymfeklieren. En zoals je ziet in het plaatje, wordt het langzaam erger als je er niets aan doet. 

Wat zijn de klachten van lipoedeem?

  • Een zwaar gevoel in de benen
  • Pijn de (opgezwollen) benen
  • Cellulitis (sinaasappelhuid)
  • Snel blauwe plekken op de benen
  • Problemen met lopend (schurende huid)
  • Gewrichtsproblemen knieën
  • Moeilijk gewicht verliezen, terwijl je gezond eet

Dokter Don


Bovenstaande foto is een simulatie (gemaakt door Dokter Don) van de verschillende fasen van lipoedeem. Het kenmerkt zich door steeds dikker wordende boven en onderbenen.  

Schokkend maar waar: niet streng lijnen en heel weinig koolhydraten eten 

Alhoewel lipoedeem en overgewicht vaak tegelijkertijd voorkomt, is streng lijnen geen goed idee. Langzame gewichtsreductie door gezond te eten en de calorieën met ¼ te verminderen is de beste aanpak. Daarnaast is streng koolhydraatarm eten ook niet aan te raden. Ben je benieuwd naar wat de do’s and dont’s zijn op het gebied van voeding als je lipoedeem hebt? Voel je vrij om ons even te bellen of te e-mailen. 
 
Voedingsadvies geven aan vrouwen met lipoedeem is onze specialiteit. 
Stay tuned: binnenkort publiceren wij een blog die speciaal is gericht op voedingsadvies bij lipoedeem. 

Wat kun je nog meer doen? 

Als je vermoedt dat je lipoedeem hebt, ga dan naar je huisarts en vraag om een doorverwijzing naar een dermatoloog of fleboloog. Deze specialist stelt de diagnose en verwijst je door naar een huidtherapeut. Zij gaat samen met jou kijken naar de beste behandeling en eventueel het aanmeten van steunkousen. Soms kiezen vrouwen ook voor liposuctie, maar dat is dus niet de enige oplossing.  

Wat is Intermittent Fasting?

Intermittent fasting is geen speciaal dieet. Het is een andere manier van het indelen van je eetpatroon. Met intermittent fasting eet je binnen bepaalde tijden en daarbuiten vast je. 

Normaal is je eerste maaltijd een uurtje nadat je bent opgestaan tussen 7.00-9.00 uur. Overdag lunch je en eet je iets tussendoor. Rond 18.00 uur eet je het diner en meestal snack je nog iets in de avond (vaak niet zo gezond). 
 Bij intermittent fasting is er elke dag een periode dat je vast en dus niets eet. Meestal vast men vanaf 20.00 uur tot 12.00 uur de volgende dag. In die periode wordt er dus niets gegeten. Wel is water, thee en zwarte koffie toegestaan.

Het eetpatroon ziet er bijvoorbeeld als volgt uit:

12.00 uur Ontbijten

16.00 uur Lunch

19.00 uur Diner

Wat zijn de voordelen van Intermittent Fasting?

Het is een makkelijke manier om een calorieëntekort te creëren omdat je minder eetmomenten hebt. Bij een calorieëntekort zal je gewicht afnemen. 

Uit onderzoek blijkt dat het lichaam gevoeliger wordt voor insuline, waardoor de bloedsuikerspiegel stabieler is. Dit kan gunstig zijn voor mensen met diabetes type 2. 

Ook blijkt uit onderzoek dat het een positief effect kan hebben op je microbioom (de bacteriën in je darmen), waardoor mensen minder darmklachten ervaren. 

Wat zijn de nadelen van Intermittent Fasting?

Omdat je s ’ochtends niet ontbijt heb je minder energie en kan je je minder goed concentreren op je werk of voel je je slap en futloos.  

Het kan zijn dat je om 12.00 uur zo’n honger hebt, dat je juist een eetbui krijgt, en te veel gaat eten. Of je krijgt later op de dag ontzettende trek. 

Omdat je minder eetmomenten hebt, kan dat als gevolg hebben dat je eetpatroon onvolwaardig is waardoor je een tekort krijgt aan essentiële voedingsstoffen zoals vitamines, mineralen, vezels en vetzuren. Dit heeft een negetief effect op allerlei processen in het lichaam. Zo wordt o.a. je weerstand lager, je herstelt slechter en je hebt meer kans op ontstekingen. 

Ook kan Intermittent Fasting een eetstoornis triggeren of een ongezonde relatie met voeding versterken. 

Hoewel intermittent fasting een positieve invloed kan hebben op de insulinegevoeligheid bij mensen met diabetes type 2, is er tijdens het perioden van vasten een grote kans op een hypo (een té lage bloedsuikerspiegel). 

Wie mag er niet doen aan Intermittent fasting? 

De volgende groepen mogen geen intermittent fasting doen. 

  • Kinderen en tieners
  • Zwangeren
  • Als je borstvoeding geeft 
  • Diabetes Mellitus type 1
  • Ondergewicht
  • Gevoeligheid voor of een verleden met een eetstoornis
  • Bij medicijngebruik alleen na overleg met de arts

Is Intermittent Fasting iets voor jou?

Als jij niet bij de eerder genoemde groepen hoort, kan je aan de slag gaan met intermittent fasting. Ga pas ontbijten wanneer jouw lichaam aangeeft dat het honger heeft. En eet ook na 20.00 uur ‘s avonds niets meer. Bouw dit langzaam uit. Blijf wel voldoende drinken. 

Let wel op, het is nooit de bedoeling om jezelf uit te hongeren! Dat kan zorgen voor eetbuien. Dus blijf luisteren naar jouw lijf. Eet als je honger hebt. Geef je lichaam wat het nodig heeft.

Zorg ook dat je volwaardig blijft eten en dat je alle macro- en micronutrienten binnen krijgt die je lichaam nodig heeft om goed te blijven functioneren. Je kan de eetmeter invullen om te zien of je eetpatroon volwaardig en gezond is. 

Meer weten? Voel je vrij om contact op te nemen met een diëtist. 

Wat is diabetes? 

Diabetes, een term die de meeste wel kennen. Maar was is diabetes nou precies? Bij een gezond persoon zit er precies genoeg suiker in het bloed, maar bij iemand met diabetes wordt dat niet gereguleerd. De suikers die hij of zij binnenkrijgt worden niet verwerkt en blijven in het bloed zitten. Dat is ongezond en kan voor gezondheidsproblemen zorgen, zoals hart- en vaatziekten, slechtziendheid of slecht werkende nieren.

1,2 miljoen Nederlanders

In Nederland hebben maar liefst 1,2 miljoen mensen diabetes, waarvan 1,1 miljoen de officiële diagnose dragen. De overige 100.000 mensen lopen rond met diabetes zonder dat ze het weten. Vaak is dit het gevolg van overgewicht en een ongezonde levensstijl. Het verraderlijke van diabetes is dat je je meestal niet ziek voelt. Maar na jarenlang hoge bloedsuikerspiegels te hebben gehad, kunnen ernstige gezondheidsproblemen optreden.

Diabetes type 1 en diabetes type 2

Er zijn twee verschillende soorten type diabetes. Diabetes type 1 wordt gekenmerkt doordat de alvleesklier de productie van insuline volledig staakt. Dit komt doordat het eigen immuunsysteem de cellen die insuline produceren aanvalt, waardoor diabetes type 1 wordt geclassificeerd als een auto-immuunziekte. In het geval van diabetes type 2 blijft de alvleesklier insuline produceren, maar het lichaam reageert er niet meer adequaat op. De insuline lijkt bijna onzichtbaar voor het lichaam, waardoor er een teveel aan suiker in de bloedbaan blijft circuleren.

Invloed van levensstijl 

Diabetes type 1 ontwikkelt zich doorgaans op jonge leeftijd en lijkt niet direct gerelateerd te zijn aan levensstijlfactoren zoals voeding of lichaamsbeweging.

Diabetes type 2 daarentegen heeft sterk verband met levensstijl. Het ontstaat meestal op latere leeftijd en wordt vaak in verband gebracht met overgewicht, een ongezond voedingspatroon, en een gebrek aan lichaamsbeweging. Het goede nieuws is dat diabetes type 2 vaak te voorkomen is of onder controle kan worden gehouden door een gezonde levensstijl aan te nemen. Gewichtsbeheersing, evenwichtige voeding en regelmatige lichaamsbeweging spelen een essentiële rol in het voorkomen en beheersen van deze vorm van diabetes.

Erfelijkheid

Diabetes is niet erfelijk, maar wel de aanleg om het te krijgen. Gezond eten en voldoende beweging, betekent minder kans op diabetes. Zelfs als het in de familie zit. Bij diabetes type 1 speelt erfelijkheid een veel kleinere rol.

Adviezen om diabetes te voorkomen:

Gezond gewicht: Behoud een gezond gewicht door middel van evenwichtige voeding en regelmatige lichaamsbeweging.

Eet bewust: Kies voor vezelrijke voedingsmiddelen, beperk suiker en bewerkte koolhydraten, gebruik hiervoor de Schijf van Vijf. 

Lichaamsbeweging: Streef naar minstens 150 minuten matige intensiteit beweging per week volgens de Beweegnorm. 

Stressmanagement: Beheers stress door middel van ontspanningstechnieken zoals meditatie.

Regelmatige controles: Laat regelmatig je bloedsuikerspiegel controleren, vooral als diabetes in de familie voorkomt.

Stop met roken: rokers hebben meer kans op diabetestype 2, omdat de rook het lichaam minder gevoelig maakt voor insuline.


Gezond leven met diabetes

Gezonde voeding: Kies voor een evenwichtige voeding met veel groenten, fruit, volle granen, magere eiwitten en gezonde vetten. Beperk suiker, bewerkte voedingsmiddelen en geraffineerde koolhydraten.

Regelmatige maaltijden: Eet op vaste tijden en sla geen maaltijden over om schommelingen in de bloedsuikerspiegel te voorkomen.

Lichaamsbeweging: voor mensen met diabetes is het goed om regelmatig te bewegen. De bloedsuikerspiegel daalt, het is goed tegen stress en het versterkt de botten en spieren.

Stop met roken: Roken beschadigt, net als diabetes, de bloedvaten en zenuwen. Daarnaast kan roken ervoor zorgen dat de bloedsuiker stijgt.

Bloedsuikercontrole: Houd regelmatig contact met jouw zorgverlener om bloedsuikerwaarden te controleren en de behandeling indien nodig aan te passen.

Voor uitgebreid advies en begeleiding kunt u terecht bij Gezond Leven Diëtisten. Wij helpen u bij het vinden van het juiste voedingspatroon, waardoor uw bloedsuikerspiegel stabiel blijft en u wellicht uw medicatiegebruik kan laten afnemen. Ga jij de uitdaging aan en geef je ons de kans om jou te helpen? Maak dan snel een afspraak! 

Waarom is vitamine D belangrijk?

Vitamine D heb je nodig voor de aanmaak van stevige botten en tanden. Deze vitamine zorgt er namelijk voor dat calcium en fosfor uit de voeding worden opgenomen. Dit zijn belangrijke bouwstenen van het skelet en het gebit. Vitamine D speelt overigens niet alleen een rol in de aanmaak van botten en tanden maar ook in het voorkomen van botontkalking bij met name ouderen.

De belangrijkste bron van vitamine D is zonlicht en in mindere mate vette vis, vlees en eieren. Daarnaast wordt vitamine D toegevoegd aan margarine, halvarine en bak- en braadproducten.

Kun je een vitamine D tekort herkennen?

De symptomen bij een vitamine D-tekort kunnen per persoon verschillen. De meest voorkomende symptomen tref je hieronder:

  • Vermoeidheid
  • Zwakheid
  • Letsel oplopen bij een duwtje of stootje
  • Spier- en/of gewrichtspijn
  • Spiertrillingen of krampen
  • Lusteloosheid
  • Hyperventilatie bij stresssituaties
  • Nachtzweten
  • Overgevoelig of bloedend tandvlees

Daarnaast zijn er risicogroepen opgesteld door de Gezondheidsraad.
Deze groepen hebben een hoger risico op een vitamine D tekort:

  • Kinderen van nul tot vier jaar
  • Zwangere vrouwen
  • Vrouwen die borstvoeding geven
  • Mensen die weinig met de zon in contact komen
  • Donkere mensen
  • Gesluierde vrouwen
  • Vrouwen tussen de vijftig en zeventig jaar
  • Mannen en vrouwen vanaf zeventig jaar

Komen bovenstaande symptomen je bekend voor en/of behoor je tot een van de risicogroepen?
Neem dan in overweging dagelijks extra vitamine D te slikken.

In de herfst- en wintermaanden laat de zon zich maar weinig zien en is de kans op een vitamine D tekort nog groter.

Obstipatie, wat kun je ertegen doen? 

Iedereen heeft zijn eigen ontlastingspatroon. De één poept 3 keer per dag en de ander om de dag.
Er is sprake van obstipatie wanneer poepen moeilijk gaat en iemand minder dan 3 keer per week moet poepen.
Bij obstipatie heb je een verstopping in de dikke darm. Dit komt omdat de ontlasting te lang in de dikke darm blijft zitten. Hierdoor wordt er meer vocht uit de ontlasting gehaald waardoor deze harder en droger wordt en moeilijker wordt om uit te poepen. Dit kan ook aambeien als gevolg hebben.

Wat zijn de oorzaken van obstipatie?

Er kunnen verschillende oorzaken zijn. Obstipatie kan komen door een eenzijdig en ongezond eetpatroon met onvoldoende vezels en vocht. Ook stress, overgewicht en medicatiegebruik kan een oorzaak zijn.
Obstipatie kan ook een klacht zijn als gevolg van een medische aandoening zoals Prikkelbare Darm Syndroom (PDS), Chronische darmontsteking (IBD), Depressie, Diabetes, een vertraagde schildklier
of ziekte van Parkinson.

Wat kan je doen als je last hebt van obstipatie?

Meer vezels en vocht

Belangrijk is dat je voldoende vezels eet en voldoende vocht drinkt. Ideaal zou zijn om een minimale inname tussen de 30 en 40 gram vezels te hebben. Goede vezels zitten in groente, fruit, volkorenbrood, noten en peulvruchten. Hierbij drink je dan tussen 2 en 2,5 Liter vocht op een dag. Vezels trekken namelijk vocht aan en dat is wat je wilt bij obstipatie. Wanneer er vocht bij de ontlasting komt, dan wordt de ontlasting wat zachter. Het is dus wel van belang dat je voldoende water drinkt.

Meer bewegen

Bij obstipatieklachten is het van belang dat je elke dag minimaal 30 minuten beweegt. Ga dus elke dag even naar buiten om een wandelingetje te maken of ga met de fiets boodschappen doen.

Gehoor geven aan aandrang

Wanneer je het idee hebt dat je naar het toilet moet, dan moet je hier direct gehoor aan geven. Wanneer de ontlasting te lang in het rectum blijft zitten, dan wordt er steeds meer vocht uit onttrokken en wordt de ontlasting dus steeds harder en harder. Hierdoor wordt het steeds moeilijker om te poepen.

Voldoende vet

Als je eetpatroon onvoldoende vet bevat kan dit leiden tot obstipatie. Zorg dus dat je voldoende gezonde vetten binnen krijgt denk bijvoorbeeld aan noten, zaden, avocado, olijfolie, vette vis zoals zalm, makreel en haring.

Eet regelmatig

Een regelmatig eetpatroon zorgt voor een betere darmperistaltiek (de knijpbeweging van je darmen). Sla dus geen maaltijden over, maar zorg voor 3 gezonde hoofdmaaltijden en 2 tussendoortjes. Zorg dat elke maaltijd voldoende vezels en vet bevat.

Goede houding op het toilet

Een juiste zithouding op het toilet is belangrijk voor een goede stoelgang. Bij een hurkende houding ontspant de kringspier beter waardoor je minder hoeft te persen. Deze houding kan je creëren door een voetenbankje bij het toilet te plaatsen waardoor je knieën wat hoger zijn.

Laxeermiddelen

Wij raden het gebruik van laxeermiddelen af, ook als deze natuurlijk zijn (bijvoorbeeld sennapeulen). Door het gebruik van laxeermiddelen raakt de natuurlijke peristaltiek verstoord waardoor de klachten op de lange termijn kunnen worden verergerd. Daarbij is het niet bekend wat het effect van deze laxeermiddelen is op de darmwand en of het op de lange termijn veilig is.

Vermijd stress

Probeer voldoende tijd en rust in te plannen gedurende de dag. Ga op tijd naar bed en zorg voor een kwalitatief goede nachtrust. Doe eventueel ademhalingsoefeningen bij stressvolle situatie om je kalmte te behouden.

Darmklachten zijn voor iedereen anders. De diëtist kan je helpen om inzicht te krijgen waarom je last hebt van obstipatie en wat je kan doen om je stoelgang te verbeteren.