Bij angst voor ernstige ziekten – ook wel hypochondrie genoemd – ben je bang voor het krijgen van een ernstige ziekte of ben je ervan overtuigd dat je een ernstige ziekte hebt of zal krijgen. Is de angst voor een ziekte heel sterk en duurt dit langer dan zes maanden? Dan noemen wij dat ziektevrees.
Symptomen
Mensen met ziektevrees typeren zich door:
- een dwangmatige manier van het lichaam controleren
- het vermijden of juist dwangmatig opzoeken van informatie over ziekten
- geruststelling zoeken bij anderen
- continue overbezorgdheid voor het hebben van een ziekte
- lichamelijke reacties op de angst, zoals hoofdpijn, hartkloppingen of duizeligheid
- frequente doktersbezoeken
Factoren die de angst in stand houden
Vaak is er sprake van een vicieuze angstcirkel met verschillende factoren die de angst voor een ziekte in stand houden:
- Lichamelijke verschijnselen (met of zonder medische verklaring), bijvoorbeeld een pijn op de borst, worden op een angstige manier geïnterpreteerd.
- Door deze interpretatie kunnen negatieve gedachten in je opkomen, waardoor er gevoelens (angst) ontstaan.
- Door deze angst ontstaan er juist weer lichamelijke reacties (denk aan hartkloppingen, maagklachten, duizeligheid en spierspanning). Ook kan de angst er juist voor zorgen dat je aandacht meer uitgaat naar lichamelijke sensaties.
- In reactie hierop ga je op zoek naar manieren (gedrag) om je angst te verminderen, zoals bepaalde dingen vermijden of bevestiging vragen aan naasten of medici.
Behandeling
Deze vicieuze angstcirkel houdt de symptomen in stand. Tijdens de behandeling wordt geprobeerd deze cirkel te doorbreken. Vooral de gedachten en gedragingen zijn aanknopingspunten voor de behandeling.
De behandeling met Cognitieve Gedragstherapie (CGT) is wetenschappelijk bewezen effectief. De behandeling heeft als doel om de angst en overbezorgdheid, als gevolg van de lichamelijke sensaties, te verminderen. Het doel is niet om de lichamelijke klachten af te laten nemen of ziekten uit te sluiten, maar om de zorgen hierover te doen afnemen. Er wordt juist ingegaan op de samenhang tussen de gedachten die automatisch in je opkomen en de emoties die je krijgt wanneer je de angst voor (ernstige) ziekte ervaart.
Een belangrijke opvatting is dat we ervan uitgaan dat niet alleen de lichamelijke verschijnselen de angst veroorzaken, maar ook de gedachten die je erover hebt hieraan bijdragen. Naast de automatische gedachten die in je opkomen wordt er dus ook gekeken naar jouw gedrag.
Met behulp van cognitieve therapie gaan we de automatische gedachten proberen op te sporen, te onderzoeken en uit te dagen. Het uitdagen doen we met behulp van het G-schema. Ook zal je uitgedaagd worden in het veranderen van je gedrag, bijvoorbeeld met behulp van gedragsexperimenten.
Bron:
Keijsers, G. P. J., Van Minnen, A., Verbraak, M., Hoogduin, C. A. L. & Emmelkamp, P., (2017). Protocollaire behandelingen voor volwassenen met psychische klachten.