Waarom bestaat angst?
Angst heeft vaak een negatieve lading. Het is een vervelend gevoel en het lijkt alsof het je soms meer in de weg zit, dan dat het je helpt. We vergeten vaak dat het heel normaal is om je angstig te voelen. Angst helpt je namelijk vaak om gevaar te voorkomen en om taken beter uit te voeren. Het zorgt ervoor dat je alert bent. Angst is dus heel normaal; iedereen is weleens eens bang.
Het doel van angst
Angst heeft als doel om je te beschermen voor een vervelende uitkomst of gevaarlijke situatie. Het zorgt ervoor dat je extra oplet bij een slingerende automobilist of een agressief persoon. Het houdt je scherp. Dit is ook waarom nieuwe dingen of onvoorspelbare situaties je meer angst kunnen geven. Je weet niet wat je te wachten staat en hierdoor bereid je je voor op alle mogelijke scenario’s.
Veel symptomen die bij angst horen kunnen onplezierig aanvoelen, zoals zweten, buikpijn of een verhoogde hartslag. Deze symptomen ervaar je door het vrijkomen van hormonen en zorgen ervoor dat je lichaam snel kan reageren. Dit is nuttig, vooral vroeger in de prehistorie, wanneer je in actie moest komen bij het zien van een gevaarlijk dier. Je focus wordt scherper, je verteringsstelsel wordt minder actief, je bloed wordt sneller rondgepompt en je spieren spannen zich aan. Kortom, alle energie in je lichaam staat paraat om direct in actie te kunnen komen!
Angst creëert veiligheid
De angstgevoelens die je ervaart, zorgen er juist voor dat je veilig blijft. Je primaire reactie is vaak om te vluchten. Op de korte termijn voel je je dan veilig. Zo leer je echter ook dat je je alleen veilig voelt als de dreiging weg is. Het is vaak beter, en moeilijker, om te ontdekken hoe gevaarlijk de dreiging daadwerkelijk is. Dit kun je vergelijken met een peuter die aan de hand van een ouder voor het eerst bij een zwembad is. Het water zal in eerste instantie nieuw en spannend zijn. Het kind weet immers nog niet wat er kan gebeuren. Om te ontdekken hoe veilig deze mogelijke dreiging echt is, zal hij gelukkig niet direct in het water duiken. Hij zal eerst pootjebaden. Misschien schrikt hij eerst van de temperatuur, maar nadat hij even gewend is, zal de angst wat dalen en durft hij misschien samen met zijn ouder het water wat verder in.
Misschien heb je zelf ook wel voorbeelden van vergelijkbare situaties van vroeger. Bijvoorbeeld bij het binnenkomen in een nieuwe klas, zwemles of bezoek krijgen van vreemde mensen. Kun je je nog herinneren hoe het toen verliep met de angst? Wat denk jij dat de functie was van jouw angstige gevoelens?
Het is dus hartstikke oké om je angstig te voelen. Je mag best voorzichtig zijn bij nieuwe situaties. Het zorgt ervoor dat je niet blind elk mogelijk gevaar induikt. Maar als je merkt dat je bepaalde situaties spannend blijft vinden of gaat vermijden, dan is het goed om met jouw angstige gevoelens aan de slag te gaan!
Bron: Keijsers, G. P. J., Van Minnen, A., Verbraak, M., Hoogduin, C. A. L. & Emmelkamp, P., (2017). Protocollaire behandelingen voor volwassenen met psychische klachten.