Mensen met een handicap hebben vaak te maken met discriminatie. Bijvoorbeeld op de arbeidsmarkt, met zelfstandig wonen, in het onderwijs of in de toegankelijkheid van openbare ruimten. Maar ook in het dagelijkse leven, waar ze te maken krijgen met vooroordelen van andere mensen. Om te begrijpen waarom een fenomeen als discriminatie bestaat, moeten we verder kijken dan alleen naar de uiting ervan. De kern van discriminatie kunnen we herleiden naar het brein van de mens, of specifieker: het geheugen.
Heuristieken
Om goed om te kunnen gaan met de complexiteit van de wereld, zoekt je brein naar manieren om dit zo efficiënt mogelijk te doen. Via onze ervaringen vormen we heuristieken, dat zijn methodes om sneller informatie beschikbaar te maken. Je brein slaat deze informatie gecategoriseerd op in je geheugen. Dit is een belangrijke basis voor hoe je als mens dingen ziet, hoe je denkt en hoe je je gedraagt. Dit proces zorgt voor minimale verschillen binnen 1 categorie: stel jij denkt nu aan een tafel, dan is die misschien altijd bruin en rechthoekig, terwijl er veel meer verschillende tafels bestaan. Verschillen tussen categorieën worden juist overdreven en vergroot, zodat je makkelijker in staat bent om onderscheid te maken: stel je denkt aan een vrouw. Die ziet er misschien heel vrouwelijk uit in je hoofd, terwijl de man er stereotype mannelijk uitziet. Bij sociale categorieën zie je dat overeenkomsten en verschillen kenmerkend worden voor de hele groep. Hierdoor pas je bij het zien van één individu onbewust dezelfde kenmerken toe, als van die van de hele groep (stereotype). Je maakt dus informatie beschikbaar via de heuristiek in je geheugen, waardoor je hoopt iemand beter of sneller te kunnen inschatten.
Hoe werkt dit bij mensen met een handicap?
Vanuit het sociobiologische perspectief worden mensen met een handicap beoordeeld op de dingen die zij minder goed kunnen. De heuristiek in het brein geeft onterecht de informatie dat mensen met een handicap minder productief of nuttig kunnen zijn. Uit onderzoek blijkt ook dat mensen met een handicap heuristieke signalen opwekken die gerelateerd zijn aan angstopwekkende thema’s, zoals kwetsbaarheid van gezondheid. Hierdoor ontstaat vermijding van mensen met een handicap, op dezelfde manier dat men niet graag over de dood praat. Daarnaast zijn er heuristieke signalen die gekoppeld zijn aan kinderlijke karakteristieken, waardoor mensen met een handicap misschien minder serieus genomen worden. Gelukkig zijn er ook positieve signalen. Onderzoek zegt dat er de laatste jaren een toenemende sympathie en een positievere houding is richting mensen met een handicap.
Hoe ga je hier tegenin?
Kijkend naar deze vorm van discriminatie, staat er 1 ding centraal: er mist informatie in het bewustzijn. De heuristieken gebeuren namelijk onbewust, en dus is er een behoefte aan bewustzijn en duidelijkheid. Hoe ga je dit te lijf?
- Benoem je kracht: mensen denken vanuit een stereotype en zien direct tekortkomingen. Door jouw waarde en kracht te benoemen en als nieuwe informatie aan te brengen, dwing je een ander de heuristieken los te laten.
- Wees assertief: geef het aan als iemand je ongelijk behandelt. Zo geef je jouw voorkeur en grenzen aan én heeft de ander een tegenstrijdige ervaring waardoor het stereotype beeld verandert.
- Schep duidelijkheid: veel mensen zijn onzeker over hoe ze zich moeten gedragen. Door de onzekerheid weg te nemen in wat ze wel of niet moeten doen, zullen ze zich prettiger voelen, eerder toenadering zoeken en minder vaak denigrerend reageren.
Het is waarschijnlijk nogal vermoeiend om te realiseren dat deze vorm van discriminatie een biologische basis heeft in de mens en daardoor maar langzaam verandert. Onthoud dat er echter ook genoeg mensen zijn die zich juist bewust maken van dit fenomeen en mensen met een handicap wel als gelijkwaardig zien. Een mooie uitspraak die ik ergens zag, is tekenend daarvoor:
Wat onderscheidt mens van dier? Een dier laat gewonden achter, een mens helpt iedereen mee te draaien in de maatschappij.