Om je goed te kunnen voelen op het werk, is het belangrijk dat de werkomstandigheden en taken aansluiten op je drijfveren, voorkeuren en vaardigheden. Dit geeft namelijk meer energie, plezier en voldoening. Het kan daarom helpen om te onderzoeken in hoeverre jouw werk je dit oplevert. Dat kun je met de volgende oefeningen doen.
Oefening 1: Energiebalans
Maak een tabel met twee kolommen waarin je in cijfers omschrijft welke taken je energie geven (energiewinst) en welke je energie kosten (energieverlies). Dit kun je doen op een schaal van -10 tot +10. Een neutraal effect kun je beschrijven met een 0. Hierdoor krijg je meer inzicht in welke taken jou energie geven en energie kosten. Zo’n tabel kan er als volgt uitzien:
Taak | Energiewinst of -verlies |
E-mails beantwoorden | -3 |
Stagiaires begeleiden | +6 |
Planning maken | 0 |
Oefening 2: Hindernissen
Niet alleen taken, maar ook werkomstandigheden, persoonlijke eigenschappen of privé-omstandigheden kunnen invloed hebben op je energie. Maak dezelfde tabel voor deze hindernissen. Dat kan er zo uitzien:
Hindernis | Energieverlies |
Vervelende discussies met een collega | -7 |
Alles perfect willen doen | -3 |
Combineren werk en kinderen | -4 |
Oefening 3: Hulpbronnen
Tegenover de negatieve hindernissen staan positieve hulpbronnen. Deze hebben juist een positief effect op je energie. Maak wederom een tabel voor deze hulpbronnen. Hier zie je een voorbeeld:
Hulpbron | Energiewinst |
Weinig reistijd | +3 |
Leuke collega’s | +6 |
Ruimte om thuis te werken | +4 |
Leg nu alle tabellen eens naast elkaar. Zijn er dingen die je opvallen? Wat geeft je het meeste energie? En wat vreet de meeste energie? Is jouw energiebalans in evenwicht? Zo niet, wat is de reden dat er geen goed evenwicht is? Liggen daar misschien mogelijkheden voor verandering? Hieronder leggen we uit hoe je dit aan kunt pakken!
Job crafting
Om je werk beter te laten aansluiten op je drijfveren, voorkeuren en vaardigheden, kun je dingen veranderen. Dit wordt ook wel job crafting genoemd. Er zijn een aantal strategieën die je zou kunnen toepassen. Deze zijn weergegeven in onderstaande tabel:
Taken aanpassen | Relaties aanpassen | Denken aanpassen | Omgeving aanpassen | |
Aanvullen | Taakuitbreiding:
Een taak die energie geeft toevoegen. |
Samenwerking;
Bij de taak meer met anderen samenwerken. |
Positiever kijken:
Meer letten op de positieve gevolgen van de taak op anderen. |
Decoreren:
Je werkomgeving opfleuren met decoraties. |
Aanpassen | Taak veranderen:
Meer tijd besteden aan een (deel van een) taak die energie geeft. |
Andere mensen:
Dezelfde taak met andere mensen uitvoeren. |
Herinterpreteren:
Meer letten op de positieve kanten die de taak voor jou heeft. |
Verkassen:
Je werkzaamheden op een andere plek of tijd uitvoeren. |
Afstoten | Taak afstoten:
Minder tijd besteden aan een (deel van een) taak die energie kost. |
Ontwijken:
Mensen die veel energie kosten meer uit de weg gaan. |
Negeren:
Niet nadenken over de vervelende kanten van een taak. |
Verbouwen:
Storende omgevingsfactoren weghalen. |
Oplossen | Zelfverbetering:
Jezelf verbeteren door training en oefening, waardoor de taak leuker wordt. |
Leren omgaan:
Leren met conflicten om te gaan. Sociale vaardigheden verbeteren. |
Accepteren:
Accepteren dat deze taak erbij hoort en je verwachtingen bijstellen. |
Verlichten:
Ongemakken in je werkomgeving verminderen met hulpmiddelen. |
Oefening 4: Aanpassingen in het werk
Kies uit de tabel van oefening 1 een aantal energierovende taken en uit de tabel van oefening 2 belangrijke hindernissen. Noteer deze in een nieuwe tabel in de eerste kolom. Noteer in de tweede kolom welke job crafting strategie je hierop wilt toepassen. In de derde kolom specificeer je hoe je de strategie gaat toepassen en in de laatste kolom kun je hulpbronnen noteren die je eerder hebt genoteerd bij oefening 3. Zo’n tabel kan er zo uitzien:
Taak/hindernis | Strategie | Planning | Hulpbron |
E-mails beantwoorden | Taak afstoten | Vanaf volgende week niet langer dan een half uur in de ochtend | Met leidinggevende overeenstemmen over prioriteiten |
Vergaderen | Accepteren dat dit erbij hoort | Per direct niet meer mopperen over de lange duur ervan | |
Vervelende discussies met een collega | Leren omgaan of ontwijken | Sociale vaardigheden verbeteren en gesprek aangaan. Of collega minder vaak aanspreken. | Praten met andere collega’s hoe zij hiermee dealen |
Alles perfect willen doen | Taak afstoten | Minder hoge eisen stellen | Mezelf vergelijken met collega’s die minder precies zijn |
Bron:
Keijsers, G.P.J., Van Minnen, A., Verbraak, M., Hoogduin, C.A.L. & Emmelkamp, P. (2017). Protocollaire behandelingen voor volwassenen met psychische klachten.