Schema’s zijn opvattingen, herinneringen, emoties en houdingen over jezelf, anderen of de wereld en ontstaan door je biologische aanleg, je opvoeding en alle ervaringen die je opdoet in je leven. Deze kunnen zowel positief als negatief zijn en hebben bijvoorbeeld invloed op je zelfbeeld, hoe je contact met anderen ervaart en hoe je naar de wereld of de toekomst kijkt.
Schema’s ontwikkelen op een gezonde manier als er voldoende tegemoet wordt gekomen aan jouw behoeften, waardoor je met meer vertrouwen kunt omgaan met lastige situaties of andere mensen. Als je last hebt van ‘niet-helpende’ schema’s kan het zijn dat je een negatiever beeld hebt van jezelf, anderen of de wereld waardoor je bijvoorbeeld sneller last hebt van overgevoeligheid, jaloezie of wantrouwend.
Ontstaan van niet-helpende schema’s
Om je veerkrachtig en emotioneel ‘gezond’ te ontwikkelen, moet aan een aantal basisbehoeften worden voldaan in je kindertijd. De basisbehoeften van een kind bestaan uit:
- Veiligheid en verbondenheid
- Zelf de wereld mogen ontdekken
- Eerlijke regels en grenzen
- Je emoties mogen uitdrukken
- Spontaniteit en speelsheid
- Autonomie
Wanneer er in je jeugd herhaaldelijk niet aan een of meerdere basisbehoeften wordt voldaan, door bijvoorbeeld missende zorg, geweld, misbruik, pesten of juist overbeschermende ouders, kan het zijn dat je niet-helpende schema’s ontwikkelt. Door steeds terugkerende nare ervaringen, trek je conclusies over de wereld en jezelf: “Nu gaat het zo, dus zal het altijd wel zo gaan”. Op een latere leeftijd kun je hier last van krijgen.
De schema’s die je vroeger hebt ontwikkeld, zullen nu in je huidige leven geactiveerd worden in situaties die lijken of doen denken aan situaties van toen, het zijn als het ware ‘ingesleten patronen’. Vroeger boden ze een vorm van bescherming, maar nu kan het zijn dat ze je belemmeren in het dagelijks leven. In je behandeling ga je daarom onderzoeken welke schema’s jij hebt.
Ontstaan van niet-helpende schema’s
Er zijn 18 verschillende schema’s, die worden onderverdeeld in 5 domeinen:
- Onverbondenheid en afwijzing
Ontstaan doordat je tijdens je kindertijd te weinig veiligheid, bescherming en geborgenheid hebt ervaren. Bij anderen voel jij je niet verbonden of veilig. - Verzwakte autonomie en verzwakte prestatie
Ontstaan doordat je behoefte aan zelfstandigheid en autonomie in je kindertijd niet vervuld werd. Het kan zijn dat je te weinig vertrouwen, ruimte of stimulans kreeg, of juist werd overvraagd. - Verzwakte grenzen
Ontstaan doordat weinig (realistische) grenzen werden gesteld, of grenzen heel erg inconsistent waren. Verwend worden, het gevoel mee te krijgen ‘meer te zijn dan een ander’ of een afwisseling tussen volledig vrijgelaten worden en heel strakke grenzen kunnen leiden tot Verzwakte Grenzen. - Gericht op de ander
Ontstaan doordat je alleen maar geaccepteerd werd als je aan bepaalde voorwaarden voldeed. Eigen gevoelens en behoeften uitdrukken is lastig, en je gedraagt je gedraagt je naar de behoeften van een ander toe. - Overmatige waakzaamheid en inhibitie
Ontstaan wanneer er weinig ruimte was voor plezier en spontaniteit, werd dit onderdrukt met (zelf) opgelegde regels of verwachtingen. Het kan dat perfect zijn en het leveren van prestaties werd beloond en het uitdrukken van behoeftes werd gestraft of in ieder geval geremd.
Soorten niet-helpende schema’s
Binnen de 5 domeinen, worden 18 schema’s beschreven. Bekijk ze hier.
Geïllustreerde schema’s
Op de website van schematherapie.nl kan je een geïllustreerd overzicht van de schema’s downloaden
Bronnen
Vereniging voor schematherapie: https://www.schematherapie.nl/schematherapie