Wat is slaap?
Slaap is de periode van inactiviteit en afwezigheid van wakend bewustzijn, het lichaam komt tijdens deze inactieve periode tot rust. Slapen is een levensbehoefte, zonder slaap zouden we niet kunnen functioneren en zelfs niet kunnen overleven! Een mens heeft gemiddeld zo’n zeven tot acht uur slaap nodig. Te weinig (minder dan zes uur) en juist te veel (meer dan negen uur) kunnen gezondheidsrisico’s met zich meebrengen.
Slaap bestaat uit vier fases, je begint in de ondiepe fase (fase 1 & 2) en vervolgens kom je in een steeds diepere fase (fase 3). Van de diepe slaap kom je in de REM (Rapid Eye Movements) -fase, in deze fase komen de meest levendige dromen voor en zijn je hersenen zeer actief. Wanneer je aan het dromen bent, verslappen je grote spieren en hierdoor kan je niet zomaar opstaan. Je kleine spieren zijn echter niet verslapt, je ogen zijn flink in beweging achter je oogleden (vandaar ook de naam Rapid Eye movements).
Naarmate de nacht vordert, neemt de hoeveelheid diepe slaap af en neemt de hoeveelheid REM-slaap toe. Dit betekent onder andere dat je in het laatste deel van de nacht, met relatief veel lichte – en REM-slaap, sneller wakker kan worden dan in het eerste deel van de nacht. Daarbij zijn er veel verschillen tussen individuen in de opbouw en duur van de slaap. Een factor die hier veel invloed op heeft is de leeftijd. Zo slapen oudere mensen korter en slapen baby’s langer en dieper dan ouderen.
Wat is de functie van slaap?
Over het algemeen zijn wij mensen drukke en sociale wezens. We gaan naar ons werk, onderhouden sociale contacten, sporten, haasten ons voor onze trein, maken eten klaar en ga zo maar door. Deze activiteiten kosten ons allemaal energie en daarom is het belangrijk om hiervan te herstellen. Juist slapen helpt hierbij. De eerder genoemde diepe slaap (fase 3) en de droomslaap zijn het belangrijkst. De diepe slaap zorgt voor lichamelijk herstel en de droomslaap zorgt voor geestelijk herstel. Overdag worden wij blootgesteld aan dingen die (onbewust en/of bewust) stress opleveren en het mooie van slaap is dat ons stress level aanzienlijk afneemt.
Waarom is slaap zo belangrijk?
Er bestaan korte en lange termijn gevolgen wanneer iemand een verstoord slaappatroon heeft. Op de korte termijn kan het zorgen voor geheugenproblemen en/of concentratieproblemen. Op de lange termijn kan het ons afweersysteem negatief beïnvloeden waardoor we meer vatbaar worden voor ziektes en bovendien wordt het risico op chronische aandoeningen verhoogd. Voorbeelden van deze aandoeningen zijn diabetes type twee, dementie en depressie. Daarbij is het zo dat wanneer iemand te maken heeft met een depressie, een verstoord slaapritme deze depressie kan verergeren. Het is dus erg belangrijk om slaap als prioriteit te zien, wanneer je dit niet doet kan het vervelende gevolgen hebben. Lees onderaan dit artikel tips over hoe je goed in slaap kan komen.
Melatonine
Melatonine is het slaaphormoon dat wordt geproduceerd in de pijnappelklier in de hersenen. Idealiter begint het melatonine niveau te stijgen in het begin tot late avond, waardoor je slaperig wordt en blijft het voor het grootste deel van de nacht hoog, waardoor je in slaap blijft. In de vroege ochtend neemt het melatonine gehalte weer af en voel je je weer wakker.
Bij mensen is de natuurlijke productie van melatonine direct gekoppeld aan de blootstelling aan licht. Bij de aanwezigheid van blauwachtig licht (uit zonlicht of licht van een beeldscherm) wordt de productie van melatonine geremd. Wanneer de blootstelling aan licht afneemt, dan komt de natuurlijke productie van melatonine weer op gang. Het lichaam zal dan minder activiteiten willen ondernemen en het zal zich voorbereiden op de nacht.
Te lang slapen
Naast mensen die te kort en slecht slapen, zijn er ook mensen die juist te lang slapen. Wanneer jij kort en slecht slaapt zou je dit als een luxeprobleem kunnen zien, maar niets is minder waar. Te lang slapen brengt namelijk vervelende gevolgen met zich mee. Hoofdpijn is een vervelend gevolg van te lang slapen, je lichaam heeft behoefte aan vocht en voedsel maar omdat jij nog ligt te knorren droogt je lichaam uit. Hierdoor kan je hoofdpijn krijgen en sta je dus met een vervelend gevoel op.
Daarnaast loop je door te lang slapen het risico om moe wakker te worden waardoor je in de veronderstelling bent weinig geslapen te hebben. Beloon jezelf in zo’n situatie niet met een paar uurtjes slaap! Als je dit doet, raakt je biologische klok in de war en uit balans. Je lichaam begrijpt niet wat er gebeurt en hierdoor blijf je dus moe.
Veel mensen die te maken hebben met een depressie rapporteren dat zij weinig en slecht slapen. Maar dit geldt niet voor iedereen, ongeveer 15% van de mensen met een depressie zegt veel te slapen. Mensen die niet te maken hebben met een depressie, maar wel veel slapen, hebben ook meer kans op het verkrijgen van een depressie of angstklachten.
Houd voor jezelf dus de regel aan om elke nacht 7 á 8 uur te slapen (wanneer je tussen de 18 en 64 jaar bent) en niet meer. Voel jij je niet uitgerust na 8 uur slaap en slaap je elke dag minstens 9 á 10 uur? Dan kan je voor de zekerheid even je bloed laten prikken bij de huisarts om te kijken of er geen sprake is van een medische aandoening.
Slechte gewoonten?
Wanneer ik niet kan slapen, dan kan ik toch gewoon wat anders doen in bed zoals tv kijken of lezen? Het is een logische gedachte maar op deze manier kan je onbewust de functie van je bed vervangen voor allerlei andere bezigheden. Voor je het weet wordt het geen gewoonte meer om enkel in een bed te slapen, maar associeer je je bed met allerlei andere bezigheden. Het probleem is dat deze andere bezigheden niet samengaan met slapen en hiermee loop je dus het risico om slaapproblemen te ontwikkelen. Wat kan je hier tegen doen? Het antwoord is heel simpel. Hier zijn een paar handige tips om het bed zijn eigenlijke functie terug te geven:
- Hanteer vaste bed- en waaktijden. Zo went je lichaam aan de tijd en zul je gemakkelijker in slaap vallen.
- Doe direct het licht aan en de gordijnen openen wanneer je wakker wordt. Dit versterkt het slaap/waak ritme.
- Zorg ervoor dat je je bed alleen gebruikt om te slapen. Dus niet voor andere activiteiten zoals tv kijken, lezen of met je telefoon in de weer zijn.
- Doe iets actiefs in de vroege avonduren, ga even wandelen of sporten! Doe dit alleen niet in de twee uur voor het slapen gaan, dit zorgt juist weer voor inslaapproblemen.
- Een warme douche enkele uren voordat je naar bed gaat draagt bij aan het ontspannen van je lichaam.
- Eet ‘s avonds laat geen zware maaltijden, maar ga ook niet met een lege maag naar bed. Drink niet teveel: 1 glas water voor je naar bed gaat is voldoende en zorgt ervoor dat je ook niet uitdroogt tijdens het slapen.
- Vermijd schermen zoals een telefoon of televisiescherm: het felle licht verstoort namelijk de aanmaak van melatonine. Of zet op zijn minst de helderheid van je schermen omlaag en het blauwfilter uit!
- Let op de hoeveelheid alcohol, cafeïnehoudende dranken of andere verdovende middelen die je gebruikt. Die hebben namelijk ook invloed op de kwaliteit van je slaap.
- Zorg voor een goede balans tussen activiteiten en ontspanning. Neem voldoende rust en bouw de spanning richting de avond af.
- Probeer zoveel mogelijk te wennen aan het donker in de nacht en hou de lichten uit als je ‘s nachts eruit moet om naar de wc te gaan.
- Het is belangrijk om dutjes overdag te vermijden. Dutjes doen overdag zorgt ervoor dat je biologische klok in de war raakt.
- Kijk ‘s nachts niet naar je wekker! Draai hem om of dek hem af.
Bronnen
Hersenstichting,Slaapinfo, Medische-psychologie.nl, Psychologiemagazine
Met behulp van onderstaande vragen proberen we in kaart te brengen wat jouw ervaringen in het verleden zijn geweest met relaties, wat je daarvan hebt geleerd, en wat je nu zoekt en verwacht van een relatie.
- Hoe ben ik in het verleden omgegaan met relaties? (bijv. wat was mijn rol; was ik een gever, een nemer, een prater, een luisterend oor? Was ik er in tijden van nood of juist niet? Was er vaak sprake van persoonlijk contact of was er juist contact via de telefoon/internet).
- Wat miste ik in het verleden in een relatie?
- Wat is een fijne relatie in het verleden geweest en wat heb ik van deze relatie geleerd?
- Wat zoek ik nu in een relatie?
- Wat verwacht ik van de ander in een relatie:
- Hoe ziet voor mij de ideale relatie eruit?
- Met wie zou ik deze relatie willen hebben en waar zou ik deze persoon kunnen vinden? (bijv. iemand van mijn eigen leeftijd, iemand met dezelfde hobby’s en interesses, iemand van hetzelfde of juist het tegenovergestelde geslacht).
Belang van het hebben van relaties
Vrijwel iedereen heeft andere mensen nodig om zich gelukkig te kunnen voelen. De mens wordt een sociaal dier genoemd, en deze benaming klopt ook. Een depressie heeft bij sommige mensen te maken met een verminderd vermogen om relaties aan te gaan of te behouden.
Bij de behandeling van een depressie die deze klachten als oorzaak heeft, zal de coach of behandelaar zorgvuldig de relaties uit jouw verleden nagegaan om te zien wat voor relaties dit zijn geweest en hoe je dit hebt ervaren. Zo kom je er samen achter wat je sterke en minder sterke punten zijn in het zoeken en vinden van andere mensen.
Vervolgens wordt er nagegaan wat je verwachtingen zijn ten aanzien van relaties. Zijn deze verwachtingen bijvoorbeeld realistisch of niet? Onrealistische verwachtingen kunnen dan, waar nodig, bijgesteld worden.
Tot slot wordt er gekeken met welke vaardigheden geoefend kan worden om contact te maken met een ander. Bijvoorbeeld hoe je een praatje moet maken of hoe je iemand aan kan spreken. Door middel van een rollenspel kunnen we deze vaardigheden samen oefenen.
Bron: Keijsers, G. P. J., Van Minnen, A., Verbraak, M., Hoogduin, C. A. L. & Emmelkamp, P., (2017). Protocollaire behandelingen voor volwassenen met psychische klachten, deel 3.
Tijdens deze schrijfopdracht ga je na wat er is veranderd in je leven, denk bijvoorbeeld aan uit huis gaan, geboorte van een eerste kind, pensionering, echtscheiding, verhuizing of een gewijzigde werksituatie. We gaan in op hoe je leven eruit zag voor de verandering en hoe het er nu uit ziet. Hierbij gaan we bekijken wat er verloren is gegaan en welke gevoelens dit bij je oproept. Je gaat schrijven over alles wat je deed voor de verandering en welke mensen hierin een rol speelden.
Uitleg schrijfopdracht
Door te schrijven over een situatie is het soms makkelijker om alle gedachten op een rijtje te zetten en deze te overzien. Zoek een rustige plek op, pak een blaadje, schriftje, de NiceDay app of computer erbij, en probeer zo uitgebreid mogelijk antwoord te geven op de volgende vragen:
- Welke verandering heeft plaatsgevonden?
- Hoe zag je leven eruit voor de verandering? Welke activiteiten deed je? Welke mensen waren belangrijk en waarom?
- Hoe ziet je leven er nu uit? Wat is er veranderd? Welke activiteiten doe je nu? Welke mensen zijn belangrijk en waarom?
- Wat is er veranderd? Wat is er verloren gegaan?
- Welke gevoelens speelden hierbij een rol?
De overgang naar een andere levensfase gaat over het algemeen gepaard met veel veranderingen. Voorbeelden van situaties waarin een rolverandering op kan treden zijn: uit huis gaan, geboorte van eerste kind, pensionering, echtscheiding, verhuizing en een gewijzigde werksituatie. Het kan dus zowel een gekozen als een niet-gekozen verandering zijn, die positief als negatief kan zijn. Veranderingen die negatieve gevoelens opwekken zijn vergelijkbaar met een rouwproces en kunnen, indien er niets met deze negatieve gevoelens gedaan wordt, een aanleiding voor depressieve gevoelens zijn. Doordat gevoelens van verdriet, woede en dergelijke door de cliënt en zijn/haar omgeving niet erkend worden, zullen mensen zich te snel richten op de nieuwe situatie. Maar het is belangrijk om eerst afscheid te nemen van het oude, voordat er aan iets nieuws wordt begonnen.
Tijdens IPT
Bij interpersoonlijke therapie (IPT) wordt je door jouw behandelaar bijgestaan in het inzien, verwerken en accepteren van de verliezen en de daarbij behorende negatieve gevoelens. Er wordt ook aandacht gegeven aan de noodzakelijke aanpassingen. Vaak is het voor iemand niet duidelijk dat er sprake is van verlies: “Ik was juist zo blij toen ik met pensioen mocht”.
Je zal samen met je behandelaar stilstaan bij de relaties die door de rolverandering onder druk zijn komen te staan en zal je samen zoeken naar manieren om opnieuw waardevolle banden op te bouwen. Dit kan op verschillende manieren, zoals door oude relaties nieuw leven in te blazen, of door nieuwe relaties op te bouwen.
Bron: Keijsers, G. P. J., Van Minnen, A., Verbraak, M., Hoogduin, C. A. L. & Emmelkamp, P., (2017). Protocollaire behandelingen voor volwassenen met psychische klachten.
In ons dagelijks leven maken we continu gebruik van communicatie, zowel verbaal (met woorden) als non-verbaal (gebaren). Deze communicatie kan goed verlopen, maar kan ook uitlopen in een conflict, vaak omdat men elkaar niet begrijpt.
We kennen een aantal disfunctionele manieren van communiceren, welke hieronder worden uitgelegd. Iedereen maakt wel eens gebruik van deze manieren van communiceren, maar wanneer je dit vaak doet, kan dit problemen opleveren. Herken jij bij jezelf bepaalde typen reacties? Bij elke manier van communiceren staan ook tips voor hoe het beter zou kunnen.
Gedachtenlezen
Wanneer we langere tijd met mensen omgaan, lijkt het soms alsof we weten wat een ander denkt en andersom. Maar dit is niet altijd waar, vaak gaat het om aannames. Je weet namelijk helemaal niet wat de ander denkt, tenzij je het vraagt. Wanneer men niet met elkaar praat dan kan dat gaan botsen omdat je elkaar niet begrijpt. Bijvoorbeeld: Je komt thuis van je werk en je ziet dat de afwas niet is gedaan, terwijl jouw partner wéét dat jij er een hekel aan hebt om na een lange dag werken thuis te komen in een vies huis. Je wordt automatisch boos, denkt dat hij jou niet waardig vindt om rekening mee te houden, en zonder wat te zeggen ren je naar boven en je gaat in je bed liggen. Weet jouw partner dan wat jij denkt? Weet jij wat je partner denkt?
Oefening: Zijn er ook andere manieren om te reageren? Zo ja, beschrijf wat het gevolg zou zijn van deze alternatieve reactie.
Zegeltjes sparen
Zeg jij wat je vindt, of ga je liever zegels plakken?
Je partner zegt of doet iets waar jij niet gelukkig mee bent of jou irriteert, maar je zegt er niets van omdat je geen ruzie wil of niet wil zeuren. Onbewust plak je dan een zegeltje in je spaarboekje. Op enig moment is het boekje vol, je hebt het idee dat je dan genoeg hebt ‘geslikt’ en dan barst de bom; de beroemde druppel. De eerstvolgende keer dat er iets gebeurt, ook als het iets heel kleins is, dan word je enorm kwaad! Alle zegels vliegen de ander om de oren. Grote kans dat de ander dit als heel onverwacht ziet en boos terug reageert; precies wat jij niet wilt.
Drie tips om minder zegels te plakken:
- Wees alert op de momenten waarop je voelt dat jij je gaat aanpassen om ‘de lieve vrede’ te bewaren. Dit is precies zo’n moment waarop je beter kunt kiezen de situatie op feiten te beoordelen.
- Gebruik het model van geweldloze communicatie van Marshall B. Rosenberg, welke bestaat uit vier stappen: 1. Benoem wat er gebeurt, 2. Benoem jouw gevoel, 3. Geef jouw behoefte aan, 4. Zeg wat je wél wilt. Je houdt hierin de hele communicatie bij jezelf en geeft aan wat er met jou gebeurt wat jij graag zou willen; er komt geen zegeltje aan te pas!
- Onderzoek hoe jij naar jezelf en de wereld kijkt. Wanneer je kunt leven vanuit de overtuiging dat jij OK bent en de ander OK is, vervalt de belangrijkste drijfveer om jouw gedrag aan te gaan passen aan anderen.
Oefening: Wanneer je merkt dat een bepaalde actie van iemand je irriteert maar jij niks zegt om de vrede te bewaren, probeer dan eens bij iets kleins er wel wat van te zeggen, zoals ‘ik merk dat ik het vervelend vind als je de deur open laat staan’, in plaats van na een aantal keren geïrriteerd zeggen ‘je laat ook ALTIJD die deur open staan’.
Zwijgen
Zwijgen wordt gezien als een façade techniek die gebruikt wordt om te voorkomen dat andere mensen hun ware gevoelens kunnen zien. Zwijgen kan misbruikt worden om zo min mogelijk van zichzelf te hoeven laten zien en ontstaat vaak door angst of onzekerheid. Dit lijkt een effectieve techniek, maar de nadelen zijn groot. De zwijger benadeelt zichzelf doordat hij kansen laat liggen om zichzelf te uiten en het kan een groepsbeslissing of relatie negatief beïnvloeden.
Het is belangrijk om te leren omgaan met je angst. De beste manier om dit te bereiken is door het ‘gewoon’ te doen.
Oefening: Probeer in een situatie waarin je merkt dat je bewust aan het zwijgen bent, juist wel wat te zeggen of te vragen. Doe dit bijvoorbeeld eerst bij iemand waarbij het gemakkelijk is om te oefenen, bijvoorbeeld iemand die dichtbij je staat. Je kan daarvoor je sociogram nog eens bekijken.
Vaag blijven
Vaag of ‘wollig’ taalgebruik wordt door veel mensen gebruikt. Wie vaag is qua taal verdoezelt vaak de boodschap, komt onduidelijk over, is indirect in de communicatie, ontkracht de over te brengen boodschap of komt niet tot de kern.
Iemand kan verschillende redenen hebben om voor vaag taalgebruik te kiezen. Zo wordt het soms bewust gedaan (denk bijvoorbeeld aan een politicus die geen duidelijk antwoord wíl geven). Het kan ook een gewoonte zijn die men niet door heeft. Het kan ook een vorm van indirecte weerstand zijn of een manier om een conflict te vermijden.
In het geval van conflict vermijden draaien mensen dus vaak om de kern heen omdat het moeilijk is om de werkelijke boodschap te vertellen, of omdat iemand bang is om de ander pijn te doen of niet aardig gevonden te worden.
Een aantal tips om minder vaag of wollig te blijven:
- Stel vooraf vast welke boodschap je precies wil overbrengen
- Bedenk een lijn die je in het gesprek wil aanhouden en probeer deze aan te houden
- Zorg dat je tijdens het gesprek de tijd in de gaten houdt
- Probeer je in het gesprek te laten leiden door je eigen boodschap en focus wat minder op hoe de ander reageert.
Oefening: Wanneer je een lastige boodschap moet overbrengen, probeer dan voor jezelf bovenstaande tips toe te passen. Schrijf op wat precies de boodschap is, en hoe je dit met zo min mogelijk ‘wollig’ taalgebruik zou kunnen doen.
Verwijten maken
Verwijten maken is een manier van communicatie die nergens toe leidt, behalve tot een verwijdering in je relaties. Wanneer je een verwijt maakt, neem je de ander iets kwalijk waarvan jij vindt dat hij/zij dit wel of juist niet had moeten doen of zeggen. Bijvoorbeeld ‘Ik heb altijd voor je klaar gestaan, maar nu ik ga verhuizen ben je nergens te bekennen’, of ‘je kan wel drie keer per week sporten, maar mij zie je niet staan’.
Achter ieder verwijt schuilt dus eigenlijk een verlangen die niet uitgesproken wordt. In de bovenstaande voorbeelden zou dit zijn ‘ik zou graag je hulp willen bij mijn verhuizing’, of ‘ik zou graag jouw aandacht en tijd willen’.
Verwijten maken is dus ineffectief omdat je niet zegt wat je bedoelt, en de ander vaak negatief reageert op een verwijt omdat het voelt als een aanval.
Oefening: Wanneer je merkt of voelt dat je iemand iets kwalijk neemt, probeer dan eens na te gaan wat eigenlijk jouw behoefte is in die situatie, en hoe je dit zou kunnen zeggen zonder de ander iets te verwijten.
Bronnen
Wiertzema & P. Jansen (2005). Basisprincipes van communicatie. Pearson Education.
Als je een conflict met iemand hebt, kun je opschrijven hoe de ideale situatie er voor je uit zou zien.
Het is belangrijk om in kaart te brengen hoe de situatie eruit zou zien wanneer het conflict niet meer zou bestaan. Schrijf dit zo uitgebreid mogelijk op.
Je kunt over de volgende dingen schrijven:
Wat zou je voelen, wat zou de ander voelen?
Wat zou je denken, wat zou de ander denken?
Hoe zouden jullie tegen elkaar doen, wat zeggen jullie tegen elkaar?
Hoe is de sfeer?
Wat is er anders dan tijdens het conflict?
Bij deze opdracht is het de bedoeling dat je het conflict zo nauwkeurig mogelijk in kaart gaan brengen. Er wordt ingegaan op met wie je een conflict hebt, waar het conflict over gaat, welke gevoelens het conflict bij jou oproept, en wat jouw wensen zijn ten aanzien van degene waarmee je het conflict hebt. Tot slot wordt nagegaan wat je al geprobeerd hebt om jouw wensen aan de ander duidelijk te maken.
Instructies
Pak een schrift, de NiceDay app of je laptop, en beantwoord onderstaande vragen zo uitgebreid mogelijk.
- Met wie heb ik het conflict?
- Waar gaat het conflict over (probeer één duidelijk onderwerp te noemen en hier uitgebreid over te vertellen)?
- Welke gevoelens roept het conflict bij mij op (bijv. boos, bang, verdrietig, schaamte, irritatie, onzekerheid, kwetsbaarheid etc.) ?
- Wat zijn mijn wensen ten aanzien van deze persoon (wat verwacht ik, wat wil ik anders zien. Probeer minstens 3 punten te benoemen)?
- Wat heb ik al geprobeerd om mijn wensen kenbaar te maken?
Meer lezen? Klik hier om naar de bibliotheek te gaan.
Een conflict kan regelmatig voorkomen en is niet per definitie slecht. Een goed conflict kan namelijk duidelijkheid geven en de sfeer uiteindelijk positief beïnvloeden. Maar lang niet altijd eindigt een conflict met een positieve uitkomst. Soms ontaardt een conflict zelfs in ruzie, wat vervelende gevolgen kan hebben; terugkerende ruzie, niet meer met elkaar willen praten, en soms zelfs het verbreken van het contact of het beëindigen van een relatie. Je kan je voorstellen dat een dergelijk conflict van grote invloed kan zijn op iemands leven.
Hoewel een conflict vaak niet als belangrijkste factor wordt gezien voor depressieve klachten, kan dit wel de primaire oorzaak zijn. Het gevoel van gemis of een ‘conflict of interest’ komen vaak voor en zijn van grote invloed op iemands leven. Het betreft vaak een conflict met een partner, maar het kan ook met een familielid, collega of ander belangrijk persoon zijn.
Samen met je behandelaar ga je bekijken waar het probleem zich bevindt. Hierbij wordt bekeken om wie het gaat, en welk onderwerp het conflict heeft. Over het algemeen gaat het om een conflict waar geen oplossing voor mogelijk lijkt. Nadat jouw wensen en verlangen in kaart zijn gebracht, gaan we samen kijken of we het conflict in de onderhandelingsfase kunnen brengen.
Daarnaast gaan we verschillende concrete conflictmomenten onder de loep nemen om een beeld te krijgen van gebruikte communicatiepatronen en of deze voor jou gewerkt hebben. We gaan bekijken wat jij/jullie allemaal al geprobeerd hebben met betrekking tot dit conflict.
Nadat we jullie conflict en de pogingen om het conflict op te lossen goed in beeld hebben, gaan we samen bekijken of er misschien ook andere mogelijkheden zijn om jouw wensen beter te uiten en/of vervuld te krijgen. We gaan dan bij elke mogelijkheid bespreken wat deze jou zou kunnen opleveren. We bespreken altijd een concrete situatie én de verschillende opties van reacties. Dit kunnen we bijvoorbeeld oefenen in een rollenspel en vervolgens ga je er dan thuis mee aan de slag. Daarna gaan we samen bespreken hoe het ging, wat jij zei, wat jij voelde en hoe de ander reageerde. Dit noemen we een communicatie analyse. We kunnen de ander er ook bij betrekken als hij/zij daarvoor open staat.
Bron: Keijsers, G. P. J., Van Minnen, A., Verbraak, M., Hoogduin, C. A. L. & Emmelkamp, P., (2017). Protocollaire behandelingen voor volwassenen met psychische klachten.
Schrijfopdrachten worden vaak gebruikt voor het verwerken van nare ervaringen, zoals het verlies van een dierbare. Er zijn een aantal onderwerpen waar je over kan schrijven. Sommige opdrachten kunnen wat gemakkelijker zijn en anderen wat moeilijker, dit verschilt voor iedereen. Het kan zijn dat sommige opdrachten heftige emoties oproepen, deze emoties mogen er zijn! Wanneer de emoties te heftig voor je worden, kun je even een pauze nemen. Als je weer wat rustiger bent geworden, kun je weer verder gaan.
Algemene instructie
Richt in je huis een plekje in dat de komende tijd uitsluitend gebruikt gaat worden voor het werken aan schrijfopdrachten. Soms kan het helpen om een foto van de persoon waarover het gaat neer te zetten. Voor het schrijven is het belangrijk te zorgen voor rust; telefoon uit, geen kinderen, vrienden of bezoek dat je kan storen. Het is belangrijk te zorgen voor voldoende tijd, bijvoorbeeld 45 minuten. Je kan met behulp van pen en papier schrijven als je dat fijn vindt, maar het mag ook digitaal. Ga voor jezelf na wat je hierin fijn zou vinden.
Opdracht A
Schrijf over de persoonlijkheid van je dierbare. Wat was hij/zij voor persoon? Wat vond hij/zij leuk om te doen? Wat vond hij/zij grappig? Waar leefde hij/zij altijd helemaal van op? Wat was zijn/haar lievelingseten/lievelingskleur/lievelingsseizoen, en waarom? Schrijf zo veel mogelijk details op die in je opkomen!
Opdracht B
Schrijf over een fijn moment samen met je dierbare, bijvoorbeeld een vakantie, trouwdag, anekdote of ander mooi moment. Probeer dit te schrijven vanuit de ‘ik’ of ‘wij’ persoon, alsof je het weer opnieuw beleefd. Waar waren jullie? Wat deden jullie? Wat voor dag was het? Hoe was het weer? Wat voelde jij, wat voelden jullie? Probeer zoveel mogelijk details te noteren!
Opdracht C
Schrijf een brief aan je dierbare met daarin alles wat er in je opkomt aan gevoelens en gedachten als je aan hem/haar denkt. Schrijf direct in de tweede persoon (dus ‘jij’ of ‘u’) aan de persoon op de foto. Deze brief is alleen voor jezelf bestemd en zal nooit verzonden worden, dus je kunt er alles in schrijven wat je wilt, zowel positieve als negatieve gevoelens. Probeer je vooral niet geremd te voelen! Laat het schrijven lekker vrij gaan. Ga aan de daarvoor ingerichte werkplek zitten en kijk naar de foto. Laat de foto op je inwerken, dan zullen er herinneringen naar boven komen; zowel gevoelens over vroeger als gevoelens over het schrijven zelf. Probeer de emoties de vrije loop te laten. Schrijf op wat je voelt en welke gedachten er naar boven komen. Het kan gebeuren dat het even niet lukt om te schrijven, maar laat je niet uit het veld slaan! Blijf gewoon rustig zitten tot de tijd die je had vrijgemaakt voorbij is (bijv. 45 min.) en probeer toch nog wat losse woorden op papier te zetten of stukken uit je brief terug te lezen. Het is de bedoeling dat je dagelijks aan deze brief werkt en steeds dingen toevoegt die je te binnen schieten. Elke keer start je met lezen wat je de vorige keren hebt geschreven om vervolgens weer verder te schrijven. De brief mag je voor jezelf houden, maar je mag hem ook delen met je coach of behandelaar.
Opdracht D
Wanneer je klaar bent met de brief uit opdracht C, waarin je al je gevoelens en gedachten op papier hebt gezet, is het tijd voor de laatste opdracht. Hierin ga je een ‘waardige’ brief opstellen die je graag aan je dierbare zou willen verzenden. In deze brief neem je afscheid van hem/haar. Het moet een brief worden waar je trots op kunt zijn; waarin je zonder boosheid of agressie vertelt wat je hebt ervaren en welke invloed dit op jou heeft gehad. De brief moet dus recht doen aan jouw gevoelens, maar mag geen onrecht doen aan de geadresseerde. De brief gaat niet alleen over het verleden, maar ook over het heden en de toekomst. De brief kan vervolgens symbolisch verstuurd worden, door hem te begraven bij het graf van de geadresseerde, hem te bewaren op een speciale plek of door te worden verbrand. Je mag zelf bedenken hoe je dit het liefste aan zou pakken. Houd in je achterhoofd dat dit puur om jou draait. Geef er dus zelf invulling aan!