Tijdens de behandeling van sociale angst wordt soms geoefend met het geven van presentaties. Het geven van presentaties brengt vaak veel spanning met zich mee en het is nuttig met deze spanning te leren omgaan. Vaak ontstaat er veiligheidsgedrag en zelfgerichte aandacht, daarnaast kun je negatieve verwachtingen en catastrofale gedachten hebben. Je behandelaar zal deze oefening goed aan je uitleggen.

 

Bron: Keijsers, G. P. J., Van Minnen, A., Verbraak, M., Hoogduin, C. A. L. & Emmelkamp, P., (2017). Protocollaire behandelingen voor volwassenen met psychische klachten. 

 

Wanneer je een verlies ervaart en het proces van rouw doormaakt, kan jouw emotionele ervaring erg intens zijn. De emoties kunnen pijnlijk zijn of je kunt bang zijn om ze toe te laten. Daarom vermijd je vaak de emoties, gedachten en realiteit rond het verlies en duw je ze weg. Het is echter belangrijk dat je ruimte maakt voor deze emoties van verdriet of boosheid en jouw gevoelens erkent. Door ze te vermijden kan de rouw op de lange termijn namelijk intenser worden en kan het moeilijker worden om de emoties uiteindelijk los te laten.

Deze oefening helpt je om deze emoties te erkennen en de realiteit van het verlies te accepteren, zodat je door het rouwproces kunt gaan. Hiervoor is het noodzakelijk dat je inzicht krijgt in de dingen die je doet om het rouwproces juist te vermijden, zodat je ze in de toekomst kunt confronteren met de steun van jouw omgeving of professional.

Met behulp van onderstaande vragen geef je aan tot welk vermijdingsgedrag je geneigd bent. Je kunt deze oefening uitvoeren door antwoord te geven op de vragen:

Vermijding van de realiteit van het verlies

  1. Wat zijn precieze gevolgen van het verlies waar je liever niet bij stilstaat?
  2. Wat zijn gevoelens die je liever vermijdt (bijvoorbeeld boosheid, verdriet of schuldgevoelens)?

Vermijding van specifieke situaties of voorwerpen

  1. Welke specifieke situaties of voorwerpen ga je liever uit de weg sinds jouw dierbare is overleden omdat het (te) pijnlijk is de confrontatie daarmee aan te gaan?

Vermijding van herinneringen aan specifieke gebeurtenissen

  1. Zijn er specifieke gebeurtenissen in relatie tot het verlies waar je liever niet aan terugdenkt omdat dat te pijnlijk is?
  2. Zijn er bepaalde herinneringen die je angst geven en die je liever weg stopt?

Vermijding van het opgeven van rouw gedrag

  1. Wat doe je om jouw overleden dierbare dichtbij te houden en/of om niet te hoeven stilstaan bij het feit dat hij of zij niet meer terugkomt?
Voorbeeld:

Bron
Keijsers, G. P. J., Van Minnen, A., Verbraak, M., Hoogduin, C. A. L. & Emmelkamp, P., (2017). Protocollaire behandelingen voor volwassenen met psychische klachten.

Wat is een angststoornis?

Mensen die last hebben van een angststoornis of angstklachten, zijn vaak banger dan nodig is in bepaalde situaties of hebben het idee dat ze niet met hun angstige gevoelens om kunnen gaan. Zo kan iemand bijvoorbeeld erg bang zijn om boodschappen te doen, bang zijn voor sociale gelegenheden of heel bang zijn om een bepaalde ziekte te krijgen. Vanwege de angst gaan mensen dan dingen gaat vermijden, waardoor het persoonlijke en sociale leven vaak kleiner en kleiner wordt. Hoewel vermijden op de korte termijn rust geeft, wordt de angst op de lange termijn in stand gehouden. Hierdoor kan iemand in een neerwaartse spiraal terecht komen, waardoor hij of zij steeds meer angst ervaart bij steeds meer dingen.

Wat voelt iemand met een angststoornis?

Wanneer er sprake is van een angststoornis ervaart iemand een natuurlijke angstreactie in situaties waarin dat niet nodig is. Het alarmsysteem, die evolutionair gezien nodig is om te overleven, staat bij mensen met een angststoornis als het ware te scherp afgesteld. Bij zo’n angstreactie maakt het lichaam zich klaar om te vluchten: de hartslag gaat omhoog, er komt meer zuurstof in de hersenen en de spieren spannen zich aan. Ook kan iemand meer gaan zweten, of kan het lichaam gaan trillen. Bij een angststoornis heeft iemand veel vaker of veel heviger last van angstreacties, ook in situaties waarbij zo’n angstreactie misschien helemaal niet nodig is. 

Wat kun je doen wanneer iemand in jouw omgeving last heeft van angstklachten?

  • Wees een luisterend oor en toon begrip. 
  • Vraag waar je iemand wel en niet bij kan helpen. Heeft iemand behoefte aan betrokkenheid of juist afstand? Bespreek waar grenzen liggen. 
  • Lees meer over angststoornissen om je beter te kunnen verplaatsen in de situatie van de ander. Informatie kun je vinden in de angst bibliotheek, op de website van MIND of Thuisarts
  • Steun zonder te oordelen of te veroordelen. Probeer dit met geduld en warmte te doen, en realiseer je tegelijkertijd dat de angst vaak overdreven en onredelijk is; dus probeer niet mee te gaan in de angstige gedachten en de vermijding. Stimuleer en moedig de ander aan op een begripvolle manier.
  • Realiseer je dat de ander de regie in handen heeft en moet houden. 
  • Ga niet te ver mee in de dingen die jouw naaste uit de weg wil gaan.
  • Probeer respectvol om te gaan met de angst, ook al lijkt deze voor jou irreëel. 
  • Je kunt eventueel betrokken worden bij de behandeling, zodat je jouw naaste goed en passend kan ondersteunen in het behandelproces. De behandelaar kan advies geven hoe je dat zou kunnen doen. Bewaak hierbij altijd je eigen grenzen; jij bent niet de behandelaar! 
  • Probeer positief te blijven tegen jouw naaste met psychische klachten, door bijvoorbeeld te benoemen wat goed gaat. 

Wat kun je beter niet doen:

  • Probeer geen kritiek of advies te geven. 
  • Probeer geen druk uit te oefenen om dingen te doen waar de ander nog niet aan toe is.
  • Probeer ook niet te vertellen wat er fout is aan hem/haar of wat hij/zij verkeerd doet.

Zorg goed voor jezelf

Pas op dat je zelf niet overbelast raakt in de zorg voor de ander. Zorg voor genoeg ontspanning, plezier en een plek om je hart te luchten. Het kan prettig zijn om te praten met mensen die hetzelfde meemaken, dit heet lotgenotencontact en kan bijvoorbeeld via de Angst, Dwang en Fobie Stichting. Als het je te veel wordt, kun je overwegen om zelf (professionele) steun te zoeken. 

Ben je op zoek naar hulp of ondersteuning om jouw naaste beter te begrijpen? Neem eens een kijkje op de website van Stichting Naastentraining. Zij helpen mensen kosteloos en belangeloos om de mentale aandoening van hun naaste beter te begrijpen en leren hen communicatiemethodes om hiermee om te gaan. Wij hebben hen geïnterviewd, dat lees je hier

 

Bronnen

 

Concentratie is de capaciteit om je aandacht te controleren, zodat je je op één taak, object of gedachte kunt focussen. Het kunnen sturen van je aandacht is dus belangrijk om je goed te kunnen concentreren en niet snel afgeleid te raken.

Als je te maken hebt met sociale angst, kan je gemerkt hebben dat de focus vaak meer bij de omgeving en bij jezelf ligt in plaats van bij de taak. Een gevolg hiervan kan zijn dat je de taak op dat moment minder goed uitvoert, wat je de volgende keer weer onzeker kan maken.

Vergelijk dit bijvoorbeeld met een basketballer die niet optimaal kan presteren wanneer hij of zij zich teveel richt op dingen uit de omgeving. De taak is om de bal in de basket te gooien en niet om te letten op het publiek, hoe hij of zij er zelf bijloopt, of hoeveel stress hij of zij voelt. Is de aandacht van de basketballer teveel gericht op de omgeving, dan is de kans groot dat hij of zij de bal niet in de basket krijgt en de taak dus niet goed uitvoert. Hierdoor is hij onzekerder of het de volgende keer wel lukt.

Oefenen met concentratie

Concentratie is een vaardigheid, wat betekent dat je hier beter in kunt worden. Taakconcentratieoefeningen kunnen je hierbij helpen. Het doel hiervan is om je aandacht zoveel mogelijk op de taak te leren richten en dus niet op irrelevante dingen. Je behandelaar zal de oefeningen tijdens de behandeling aan je uitleggen en deze samen met jou doen.

 

Bron: Keijsers, G. P. J., Van Minnen, A., Verbraak, M., Hoogduin, C. A. L. & Emmelkamp, P., (2017). Protocollaire behandelingen voor volwassenen met psychische klachten.

 

Wanneer je last hebt van ziekteangst, probeer je ervoor te zorgen dat je angst zo snel mogelijk minder wordt, bijvoorbeeld door bepaald gedrag te vertonen/vermijden of situaties op te zoeken / te vermijden.

Dit heeft invloed op jouw angst en jouw lichamelijke verschijnselen. Het helpt om inzicht te krijgen in dit gedrag.

Je kunt op een rij zetten welke situaties moeilijk voor je zijn.
Wat deed je of wat deed je bijvoorbeeld niet? Wat zijn uiteindelijk de korte en lange termijn gevolgen ervan?

Je kunt de volgende vragen beantwoorden:

  • Wat was de situatie?
  • Wat deed of vermeed ik daarin?
  • Wat zijn de korte termijn gevolgen?
  • Wat zijn de lange termijn gevolgen?

 

 

Bron
Keijsers, G. P. J., Van Minnen, A., Verbraak, M., Hoogduin, C. A. L. & Emmelkamp, P., (2017). Protocollaire behandelingen voor volwassenen met psychische klachten.

Wanneer je last hebt van ziekteangst (ook wel hypochondrie genoemd), ben je bang dat je een ernstige ziekte hebt. Lichamelijke verschijnselen, of ze nu medisch verklaard kunnen worden of niet, zal je angstig interpreteren.

Als je iets in je lichaam voelt en bang bent dat er sprake is van een ernstige ziekte, kan je veel spanning voelen. Denk hierbij aan hartkloppingen, maagklachten, spierspanning en vermoeidheid. Door deze lichamelijke klachten gaat er nog meer aandacht naar de angst dat je een ernstige ziekte hebt. Door dit vervelende gevoel ga je angstverminderend gedrag vertonen: je probeert manieren te vinden om snel van de angst af te komen. Zo kun je bijvoorbeeld bepaalde situaties sterk vermijden of juist heel erg opzoeken. Ook kun je veiligheidsgedrag inzetten. Dit gedrag heeft ook weer invloed op jouw lichamelijke verschijnselen op de korte en lange termijn. Denk bijvoorbeeld aan het verslechteren van je lichamelijke conditie door het vermijden van inspanning of het ontstaan van vlekken of bultjes juist door het vele aanraken van een bepaald lichaamsdeel.

Samen met je behandelaar zet je ziekteangstcognities (gedachten en denkstijlen) en -gedrag op een rijtje en krijg je meer inzicht in je angst.

Voorbeelden van ziekteangstdenkstijlen:

  • Selectieve abstractie: één situatie nemen om een conclusie te trekken. Bijvoorbeeld: Ik heb hartkloppingen, dus dat betekent dat ik een hartinfarct krijg.
  • Overgeneralisatie: op basis van één feit algemene conclusies trekken. Bijvoorbeeld: Niemand begrijpt mij.
  • Arbitraire gevolgtrekkingen: conclusies trekken op basis van willekeurige aannames. Bijvoorbeeld: Als ik me ziek voel, zal iedereen me belachelijk vinden.
  • Catastrofering: ervan uitgaan dat het ergste scenario waarheid wordt. Bijvoorbeeld:Als ik hartkloppingen heb, krijg ik een hartinfarct en ga ik dood.
  • Personalisatie: onterecht situaties op jezelf betrekken. Bijvoorbeeld: De kans op een hersentumor is klein, maar het zal mijwel overkomen.
  • Kansoverschatting: overschatting van de kans dat iets zich voordoet. Bijvoorbeeld: Als ik iets geks in mijn lichaam voel, is dat 100% een teken van een ernstige ziekte.
  • Magisch denken: de overtuiging dat gedachten en ideeën uiteindelijk tot daadwerkelijke situaties leiden. Bijvoorbeeld: Als ik aan kanker denk, dan krijg ik het ook.

Voorbeelden van ziekteangstgedachten:

  • Ik moet absoluut zeker weten dat dit verschijnsel niet gevaarlijk is.
  • Alleen iemand anders kan mij geruststellen.
  • Als ik iets geks in mijn lichaam voel, is dat een teken van een ernstige ziekte.
  • Ik weet 100% zeker wat een lichamelijk verschijnsel zegt.
  • Als ik gezond ben, zou ik niks moeten voelen in mijn lichaam.
  • Als ik me druk maak om een ernstige ziekte, dan krijg ik deze ook.

Voorbeelden van ziekteangst (veiligheids)gedrag:

  • Geruststelling zoeken door naar de huisarts te gaan.
  • Controlegedrag, zoals het betasten of visueel inspecteren van het lichaam, ontlasting controleren, het zoeken van informatie op internet.
  • Vermijdingsgedrag, waarbij je bepaalde activiteiten uit de weg gaat. Denk hierbij bijvoorbeeld aan het vermijden van bepaalde voeding, sporten, sociale interacties of tv-programma’s.

Bron:
Keijsers, G. P. J., Van Minnen, A., Verbraak, M., Hoogduin, C. A. L. & Emmelkamp, P., (2017). Protocollaire behandelingen voor volwassenen met psychische klachten.

Intrusies zijn gedachten die zich plotseling aan je opdringen. Ook mensen zonder een dwangstoornis hebben intrusies en het is heel gewoon dat dit voorkomt. Bij mensen zonder OCD roepen deze intrusies vaak geen angst op. Hieronder kun je lezen wat veel voorkomende intrusies zijn:

De gedachte…

  • aan intens boos zijn op iemand, gerelateerd aan een eerdere ervaring.
  • dat een geliefd iemand een ongeluk heeft.
  • dat een goede vriend of een familielid een ernstige ziekte krijgt of overlijdt.
  • aan gewelddadige handelingen tijdens seks.
  • aan kwaad en ongelukken die de kinderen kunnen overkomen.
  • dat de kans om zelf het slachtoffer te worden van een vliegtuigongeluk kleiner wordt wanneer een familielid een dergelijk ongeluk zou krijgen.
  • dat er kleine asbestdeeltjes in huis zijn, waardoor het gezin ernstig geschaad zou kunnen worden.
  • dat je partner iets ernstigs is overkomen.
  • aan ongelukken of pech wanneer je op het punt staat om op reis te gaan.
  • dat iemand van de aardbodem verdwijnt of de wens dat dat gebeurt.
  • aan ‘onnatuurlijke’ seksuele handelingen.
  • dat een bekende pijn of kwaad gedaan wordt of de wens of voorstelling dat dat gebeurt.
  • aan ervaringen van jaren geleden waarin je in verlegenheid werd gebracht of vernederd.
  • dat je iets dramatisch zou kunnen doen, zoals een bank beroven.
  • aan het lichamelijk straffen van een geliefd persoon.

De angstige gedachte om plots toe te geven aan de impuls…

  • om iemand te slaan of kwaad te doen.
  • om iets gemeens of vernietigends tegen iemand te zeggen.
  • om iemand fysiek of verbaal aan te vallen.
  • om te schreeuwen en te schelden tegen iemand.
  • om (kleine) kinderen kwaad te doen of gewelddadig tegen hen te zijn.
  • om met de auto een botsing te veroorzaken.
  • om iemand aan te vallen en/of gewelddadig te straffen, bijvoorbeeld een kind uit de bus te gooien of te duwen.
  • om bepaalde mensen aan te vallen.
  • om andere mensen weg te duwen of uit een menigte te duwen, bijvoorbeeld uit een rij.
  • om ongepaste of misplaatste dingen te zeggen, of verkeerde dingen op het verkeerde moment.
  • om tegenover bekende of onbekende aantrekkelijke mensen seksueel getinte opmerkingen te maken.
  • om iemand gewelddadig aan te vallen en te vermoorden.
  • om van het dak van een hoog gebouw, een berg of een klif te springen.
  • om iemand aan te randen.
  • om grove en onacceptabele dingen te zeggen.
  • om bepaalde seksuele handelingen uit te voeren die gepaard gaan met pijn voor de partner.
  • om van het perron te springen wanneer er een trein aankomt.

 

Bron:
Keijsers, G. P. J., Van Minnen, A., Verbraak, M., Hoogduin, C. A. L. & Emmelkamp, P., (2017). Protocollaire behandelingen voor volwassenen met psychische klachten.

Als je last hebt van specifieke vervelende gedachten, voelen deze vaak als waarheid aan. Het kan bijvoorbeeld zijn dat je ervan overtuigd bent dat je een hersenaandoening of darmkanker hebt. Maar kloppen je eigen overtuigingen altijd? Met behulp van de kolommentechniek zet je bewijs op een rijtje voor en tegen de negatieve gedachte of overtuiging om te onderzoeken of je overtuiging juist is.

Je kunt met de kolommen techniek antwoord geven op de volgende vragen:

  • Stap 1. Allereerst is het belangrijk om te onderzoeken welke gedachte of overtuiging je wilt uitdagen. Schrijf de overtuiging op.
    Bepaal in percentages hoe geloofwaardig je de overtuiging vindt.
    Bijvoorbeeld: Ik heb darmkanker. De geloofwaardigheid is 90%.
  • Stap 2. Maak kopjes ‘bewijs voor’ en ‘bewijs tegen’.
  • Stap 3. Bedenk bewijzen voor en tegen de overtuiging en schrijf deze op.
  • Stap 4. Heb je alle bewijzen voor en tegen opgeschreven?
    Bepaal per bewijs hoe zwaar het weegt met behulp van sterretjes(*, ** of ***); hoe meer sterretjes hoe zwaarder het bewijs weegt. Bijvoorbeeld als bewijs voor: Ik heb kramp***
  • Stap 5. Evalueer de kolommen en de bewijzen die je bij elkaar hebt verzameld.
    Hoe kijk je er nu naar? Wat is de verhouding bewijs voor en bewijs tegen?
  • Stap 6. Bekijk de oorspronkelijke negatieve overtuiging opnieuw en geef aan of de geloofwaardigheid van deze overtuiging is gedaald. Bijvoorbeeld: Ik heb darmkanker. De geloofwaardigheid is gezakt naar 45%.
  • Stap 7. Je kunt er uiteindelijk voor kiezen om jouw gedachten verder uit te dagen (bijvoorbeeld met behulp van een G-schema) om vervolgens tot minder vervelende en minder catastrofale gedachten te komen.
    Je mag er natuurlijk ook voor kiezen om dit samen met je behandelaar verder uit te dagen.

 

Voorbeeld

 

Bron
Keijsers, G. P. J., Van Minnen, A., Verbraak, M., Hoogduin, C. A. L. & Emmelkamp, P., (2017). Protocollaire behandelingen voor volwassenen met psychische klachten.

Wat is rouw?

Rouw is de emotionele ervaring die iemand doormaakt na een verlies. Het wordt meestal geassocieerd met het verlies van een dierbare, maar kan ook optreden na een verlies van welke aard dan ook. Denk bijvoorbeeld aan een scheiding, verlies van een baan of een terminale diagnose. Ten eerste is het belangrijk om te beseffen dat het rouwproces en de tijd die nodig is om dit proces te doorlopen voor elk individu heel verschillend is. Onderzoek naar rouw heeft aangetoond dat er 4 typische ervaringen zijn bij het verwerken van rouw. Niet iedereen die verdriet ervaart zal al deze componenten ervaren of ze in dezelfde intensiteit ervaren:

  • Stress door het verlies. Dit resulteert in een reeks emoties, waaronder verdriet, angst, woede, pijn en eenzaamheid.
  • Traumatisch leed. Dit is geassocieerd met gevoelens van onwerkelijkheid, ongeloof, shock en het vermijden van emotionele triggers.
  • Gevoelens van schuld en spijt.
  • Sociale terugtrekking.

Als de pijn later in het rouwproces afneemt, ontstaan ​​er vaak gevoelens van acceptatie en begrip. Dit is waar iemand meer positieve emoties zal beginnen te ervaren, de omstandigheden zal accepteren en vaak enige betekenis zal krijgen uit het verlies. Het verdriet blijft bestaan, maar heeft geen invloed meer op hun dagelijks functioneren. Sommige mensen ervaren meer intens verdriet dat in de loop van de tijd erger wordt en hun functioneren gedurende een lange periode beïnvloedt; dit wordt gecompliceerde rouw genoemd.

Hoe kan rouw eruitzien?

De ervaring van rouw verschilt enorm van persoon tot persoon, in zowel intensiteit als tijdsduur. Het individu kan een breed scala aan emoties ervaren, zoals hierboven beschreven; verdriet, woede, schuld, ongeloof, spijt, enz. Dat kan in het begin overweldigend zijn. Sommigen kunnen het verlies moeilijk accepteren en/of een gevoel van zinloosheid of onthechting ervaren. Anderen kunnen het ook moeilijk vinden om normaal te functioneren, bijvoorbeeld naar hun werk gaan of doorgaan met hun dagelijkse leven. Ze kunnen zich sociaal terugtrekken ten opzichte van hun vrienden en familie of dingen gaan vermijden die hen aan het verlies herinneren. Sommige mensen kunnen zich zelfs verdoofd en ‘emotieloos’ voelen. Veel mensen hebben ook depressieve symptomen, vooral als er langdurig sprake is van gecompliceerde rouw. Dit kunnen symptomen zijn zoals een aanhoudende sombere stemming, slaapproblemen, een verandering in eetlust, vermoeidheid en gebrek aan motivatie.

Wat kun je doen om te helpen?

  • Probeer empathisch te zijn en geduldig en begripvol te luisteren. Iemand die rouwt maakt veel door en ervaart waarschijnlijk een breed scala aan emoties.
  • Communiceer over zijn/haar behoeften. Als je het niet zeker weet, vraag hen dan hoe ze ondersteund en geholpen willen worden, dan weet je wat hun behoeften zijn en hoe je ze het beste kunt helpen.
  • Probeer iemand te steunen. Ga af en toe eens langs om te zien hoe het met ze gaat en wees er wanneer ze dat het meest nodig hebben. Het kan goed zijn om een ​​dagje uit te plannen en iemand aan te moedigen om actief te blijven. Het is echter belangrijk dat je iemand niet dwingt om dingen te doen die hij of zij niet wil.
  • Probeer de ervaring van de ander te accepteren. Laat hem of haar weten dat het oké is om zich te voelen zoals hij of zij doet.
  • Wees voorzichtig bij het geven van advies. Het is belangrijk om ervoor te zorgen dat je hun schuldgevoel of verlies niet wegwuift of hun emoties en ervaringen ontkent.
  • Vermijd het onderwerp niet. Het kan juist helpen om over het verlies en wat iemand ervaart te praten. Vraag hoe hij/zij zich voelt. Wees niet bang om over degene te praten waar hij/zij om rouwt. Het ophalen van herinneringen, of ze nu grappig of verdrietig zijn, helpt om het verlies te verwerken.
  • Denk er niet te lang over na. Soms is aanwezig zijn ter ondersteuning of als luisterend oor al genoeg. Jouw aanwezigheid en steun is al een grote hulp en bron van troost!
  • Bied hulp. Denk aan kleine dingen die de last van het dagelijkse leven kunnen verlichten, zoals administratieve processen met betrekking tot het verlies, het doen van boodschappen of huishoudelijke klusjes. Dit kan hem/haar helpen wat tijd te vinden om zich te concentreren op het verlies en het te verwerken.
  • Wees geduldig. Het proces kost voor iedereen een verschillende hoeveelheid tijd, probeer hem/haar niet onder druk te zetten om verder te gaan, dit kan het proces belemmeren.

Zorg goed voor jezelf

Pas op dat je jezelf niet overbelast door voor een ander te zorgen. Wees er om diegene te ondersteunen, maar zorg er ook voor dat je voldoende rust en ontspanning krijgt. Het kan een lang, moeilijk proces zijn en de emoties die iemand kan ervaren kunnen behoorlijk intens zijn om mee om te gaan. Zorg dat je voldoende ruimte voor jezelf vindt en zoek steun bij jouw naasten. Als het te overweldigend wordt, kun je ook overwegen om zelf (professionele) ondersteuning te zoeken.

Bronnen:

Tijdens jouw rouwproces kan het voorkomen dat je de neiging hebt om je te isoleren en minder te ondernemen. Rouw kan gepaard gaan met depressieve symptomen zoals een sombere stemming, verminderde motivatie en slaapproblemen. Hierdoor kunnen activiteiten minder plezierig lijken. Of het kan door het verlies praktisch moeilijker zijn om aan sommige van deze activiteiten deel te nemen. De activiteiten die voorheen belangrijk voor je waren en je een goed gevoel gaven, ook al lijken ze dat nu niet te doen, zijn echter belangrijker dan je denkt. Ze kunnen namelijk positief bijdragen aan jouw rouwproces. Het ondernemen van activiteiten helpt om een verlies goed te kunnen verwerken.

Deze oefening is bedoeld om jou te helpen de eerste stappen te zetten om meer te gaan ondernemen. Dit zul je doen aan de hand van het maken van concrete doelen, ook wel SMART-doelen genoemd.

Een SMART-doel is een doel dat Specifiek, Meetbaar, Acceptabel, Realistisch en Tijdgebonden is. Bijvoorbeeld, niet “Ik zou graag meer willen socializen”, maar “Ik zou graag mijn vrienden weer willen ontmoeten (specifiek), minstens één keer per week (meetbaar en realistisch) tegen het einde van het jaar (beperkt in tijd en acceptabel)”. Door een doel SMART te maken is deze tastbaarder; het doel is duidelijker, je hebt meer focus en zal daardoor meer motivatie hebben. Dit kan je helpen om concrete stappen en acties te formuleren om zo jouw doelen te kunnen realiseren.

Hoe doe ik dat?

Schrijf bij elk van de onderstaande categorieën jouw persoonlijke doel op:

  • Huiselijke leven
  • Werk
  • Educatie
  • Gezondheid/vitaliteit
  • Sociale activiteiten
  • Recreatieve activiteiten

Schrijf vervolgens drie stappen op die jou zullen helpen om dat doel te bereiken.

Hieronder vind je een voorbeeld.

Voorbeeld:

Bron
Keijsers, G. P. J., Van Minnen, A., Verbraak, M., Hoogduin, C. A. L. & Emmelkamp, P., (2017). Protocollaire behandelingen voor volwassenen met psychische klachten.