Teleurstelling is het gevoel dat je krijgt wanneer iets waar je op had gehoopt niet is gebeurd. Spijt is het gevoel dat je krijgt wanneer je denkt dat je iets ongewensts had kunnen voorkomen door anders te handelen. Het verschil tussen deze twee emoties is dat je bij teleurstelling geen invloed hebt – bijvoorbeeld als je voetbalteam heeft verloren -, terwijl je bij spijt wel dingen anders had kunnen doen. Deze gevoelens laten je nadenken of je verwachtingen in eerste instantie wel realistisch waren en voorkomen zo toekomstige teleurstelling, spijt of fouten.
Wat-als denken
Teleurstelling en spijt verwerk je door middel van wat-als denken (in het Engels counterfactual thinking). Dit houdt in dat je gaat nadenken over alternatieve situaties en uitkomsten. Er zijn twee soorten wat-als denken:
- Upward counterfactual thinking (opwaarts wat-als denken) is gefocust op het verbeteren van een situatie. Bijvoorbeeld “Als ik 5 minuten eerder was vertrokken, had ik de bus niet gemist.”. Dit helpt om te leren van je fouten.
- Downward counterfactual thinking (neerwaarts wat-als denken) is gefocust op hoe de situatie ook slechter had kunnen zijn. Bijvoorbeeld “Ik ben helaas 3e, maar gelukkig geen laatste geworden!”. Dit helpt om je beter te voelen over de situatie.
Te veel of te weinig
Wat-als denken is heel gezond wanneer je je teleurgesteld voelt of spijt hebt. Er zijn echter een aantal situaties waarin het problematisch kan worden:
- Wanneer je perfectionistisch bent of een sterke focus hebt op zelfverbetering, kan het zijn dat je gespannen raakt door de grote hoeveelheid upward counterfactual thinking. Je hebt sneller spijt, omdat je altijd verbeterpunten ziet en je verplicht jezelf om het de volgende keer beter te doen. Dit kan ook gepaard gaan met boosheid richting jezelf als het niet lukt om fouten te voorkomen.
- Wanneer je de neiging hebt om dingen uit te stellen, bijvoorbeeld omdat je je somber voelt, kan het zijn dat je onbewust teveel downward counterfactual thinking toepast. Je overtuigt jezelf bijvoorbeeld dat het altijd nog erger kan en dit zorgt ervoor dat je weinig motivatie hebt om te veranderen. Dit kan bijdragen aan het in stand houden van je sombere gevoelens.
Vermijding van teleurstelling of spijt
Als je teleurstelling of spijt moeilijke emoties vindt om te ervaren, kan het zijn dat je een sterke neiging hebt om ze koste wat het kost te vermijden:
- Als je vaak teleurstelling hebt ervaren of het moeilijk vindt deze emotie te verdragen, kan het zijn dat je je verwachtingen altijd zo laag mogelijk houdt om teleurstelling te voorkomen. Deze vorm van pessimisme laat weinig ruimte over voor positieve gevoelens.
- Andersom kun je ook je verwachtingen juist onveranderd laten en irreëel vasthouden aan hoop. Bijvoorbeeld door jezelf te overtuigen dat je partner na drie keer vreemdgaan het écht geen vierde keer zal doen. Hoop is dan een soort uitgestelde teleurstelling en je gaat het uit de weg om actief iets met je emoties en de situatie te doen.
- Je kunt de illusie hebben dat controle de kans op spijt en fouten drastisch vermindert. Denk aan het lezen van alle reviews wanneer je een nieuw product koopt. Het is weliswaar goed om risico te verminderen, maar wanneer je bang bent voor spijt kan het je juist ook belemmeren als je nooit risico’s durft te nemen. Bijvoorbeeld dat je niet durft te veranderen van baan.
- Dankzij empathie ben je in staat om te begrijpen wat anderen voelen. Dit kan er echter ook toe leiden dat je je verantwoordelijk voelt om teleurstelling bij een ander te voorkomen en zo te voldoen aan hun verwachtingen. Hierdoor ga je mogelijk over je eigen grenzen.
Take home message
Wanneer je je herkent in bovenstaande voorbeelden, is het goed om te realiseren dat teleurstelling en spijt hele normale emoties zijn om te ervaren. Het is gezond om deze gevoelens te hebben en ze zijn functioneel en nuttig voor je ontwikkeling. Het maken van fouten, het nemen van risico’s en het durven leren van keuzes dragen bij aan het ontwikkelen van je zelfvertrouwen en scherpen je inzicht en besluitvaardigheid aan. Op de korte termijn voelt het soms even vervelend, maar op de lange termijn levert het je meer op!
Bronnen
Markman, K.D., Gavanski, I., Sherma S.J. & McMullen, M.N. (1993). The Mental Simulation of Better and Worse Possible Worlds. Journal of Experimental Social Psychology, 29(1), 87-109.
Markman, K.D., & Miller, A.K. (2006). Depression, control, and counterfactual thinking: Functional for whom? Journal of Social and Clinical Psychology, 25(2), 210–227.
Sirois, F.M., Monforton, J. & Simpson, M. (2010). “If Only I Had Done Better”: Perfectionism and the Functionality of Counterfactual Thinking. Personality and Social Psychology Bulletin, 36(12). 1675 – 1692.
Sirois, F.M. (2004). Procrastination and counterfactual thinking: avoiding what might have been. British Journal of Social Psychology, 43(2), 269 – 286.